A Igemee n
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 1881.
26 Mei 1883.
23' J
BERLIN DM A KING.
Znterdag
gang.
BRANDSCHOUWING.
aara:;
fiinnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland f 1,10. - Yoor Belgie f 1,40. Yoor Amerika f 1,32£.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
busbouders.
ADVERT EN TIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Uit bind verschijnt Blunting- cn Vrijdngavoud blj den uitgcver Jf. K. G. D II O N T te Ter Ncuzcn.
In den loop der volgende week zal, ingevolge
art. 35 der verordening op de Brand weer, aan de
liuizen der ingezetenen in de kom dezer gemeente
eene brandschouwing plaats hebben.
Ter Neuzen, 23 Mei 1883.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
folitieli Overzicht.
Wat aanvankelijk ougelooflijk toescheen, is toch
waar, de krouingsfeesten van den Russischeu Czaar
liebben een aanvang genomen. In den nacht van
Zaterdag op Zondag ten een uur ziju de Keizer
en de Keizerin, vergezeld van hunne kinderen en van
's Keizers breeders, de Grootvorsten Paul en Allexis,
per buitengewonen trein van St. Petersburg naar
Moskou vertrokken, waar zij Zondagavond ten
6 ure aangekomeu en met geestdrift onder het
gejubel der bevolking ontvangen zijn. De Keizer-
lijke familie was eerst aan het Petrowski-paleis
afgestapt, maar heeft Dinsdag bij den feestelijken
intocht des Keizers, haar intrek genomen in het
Kremlin, waar zij gedurende de feestelijkheden zal
blijven. Maandag ontvingen de Keizer en de
Keizerin reeds de welkomsthulde van de gezanten
en andere vreemde vertegenwoordigers, die voltallig
waren opgekomen. In de stad, zoo meldt men,
heerscht een buitengewone leveudigheid en een
onbeschrijfelijke geestdrift. Naar het Kremlin dringen
nieuwsgierigen in menigte om zich te verlustigen
in de vele vreemde kleedingen en uniformen der
afgevaardigden, die uit alle oorden der wereld zijn
samengestroomd om aan dit wonder van plechtigheid
met hunne tegenwoordigheid nog meerderen luister
bij te zetteu.
Naar passende tegenhangers van de weelderigste
spilzucht en brooddronkenheid, waarvau de oude
hoofdstad Moskou thaus het tooneel is, behoeft
men in de Russische maatschappij niet lang te zoeken.
Men behoeft slechts een terugblik te slaan op hetgeen
de laatst gevoerde rechtsgedingen tegeu de nihilisten
aan ft licht hebben gebracht, wier lot van den gunsti-
gen afloop der kroning afhangt, of de berichten te
herlezen over de vreeselijke ellende waaronder het
volk van het Noorden tot het Zuiden, van het
Oosten tot het Westen in ft uitgestrekte Czarenrijk
zucht. Welk een tegenstelling tusschen de stoffe-
lijke en zedelijke ellende van het talrijke prole-
tariaat en de in geen enkel beschaafd land ge-
evenredigde pracht bij een Keizerskroning, of de
onbeschrijfelijke weelde die steeds bij de feesteu
van het hof en den adel heerscht. Maar het volk
FEUILLETQN.
3) ERNESTINE QUESNOT.
DE GOUDEN LEEUW.
Dubos sloeg een verachtelijken blik vol verbazing
op zijn reisgezel. Hij zeide: ,/De persoon, dien
wij nazetten, heeft uw dochter geschaakt. De
mijne niet. En toch heb ik tijd noch zin om mij
met anderinans zakeu te bemoeien. Maar gij schijnt
ze wel te hebben."
//Mijn waarde heer," antwoordde Quesnot zacht-
moedig, „gij doet immers met mij naar uw eigen
believen. Gij hebt mij gezegd: „Laat ons op
reis gaan." En ik deed het ook. Maar laat
mij u toch zeggen, dat de jonkman, die gij een
schaker noemt, eerlijke bedoelingen heeft. Hij is
nog zoo kwaad niet".
,/Een schooier!" viel hem Dubos in de rede.
z/Een millionair kan men hem wel niet noemen,
maarwees nu toch eens zoo vriendelijk, mijn
waarde heer en zeg mij, of het waarscliijnlijk is,
dat die ongelukkige Montreuil een testament heeft
gemaakt."
z/Notarismompelde Dubos, waarna hij luid
voortging: /,1k weet het niet."
z/Ik ook niet! En dat is juist slim!" riep
Quesnot. //Als ik het wist"
Welnu
Mijnheer Quesnot hield het antwoord terug, dat
van Moskou leeft onder de indrukken vanft oogen-
blik in een zwijmel, het jubelt en juicht, het
Hosanna klinkt en wie weet of misschieu
Toch, de geschiedenis zet den haar voorgesehreven
weg voort. Intusschen hebben de nihilisten den Czaar
een schrijveu doen toekomen, dat zij de kronings-
plechtigheid zonder stoornis zulleu laten afloopen
en dan ook op zijne edelmoedigheid rekeneu.
In Italie ziju in de Kamer naar aanleiding van
het voorstel Nicotera de groote staatkundige be-
sprekingen geeindigd met een volkomen overwinning
van den Minister-Voorzitter Depretis. Met groote
meerderheid heeft de Kamer verklaard, dat zij
onbepaald haar goedkeuring hechtte aan de gedrags-
liin der regeeriug, juist zooals de Minister dit
uitdrukkelijk verlangd had. Geheel zuiver is de
toestand nog niet, want er is sprake van de aftreding
van twee Ministers, die verklaringen hebben gegeven
afwijkende van die van den Minister Depretris.
In Engeland vergast de regeering de beschaafde
wereld op het onverkwikkelijke schouwspel, om
do ter dood veroordeelden wegens den moord in
het Fenikspark met tusschenpoozen van enkele
dagen te laten ophangen.
Uit Duitschland komen weder berichten, die
duiden op een imager verstandhouding met
Frankrijk, zoodat men eerstdaags daarover de ge-
wone mededeelingen over het behoud van den wereld-
vrede kan verwachten. Zeer gewichtig is het be-
richt, dat de Keizer Bismarck een bezoek bracht
en den maaltijd gebruikte bij den Franschen ge-
zant. Het is een dubbel betooging en tegen-
over de binnenlandsche en tegenover de buiten-
landsche staatkunde.
In Frankrijk verzuimt de regeering geen gelegen-
heid om haar niet kerkelijk karakter aan ft licht
te doen komen Talrijk zijn de maatregelen in
den laatsten tijd tegen de geestelijkheid genomen.
Dit heeft de Pauselijke regeering aanleiding gege
ven om in een schrijven aan de Fransche regeering
verzet aan te teekenen tegen de ,/vervolgingen",
waaraau de geestelijkheid tegenwoordig in Frankrijk
is blootgesteld. Vooral laat de Paus zich scherp
uit tegen het inhouden der bezoldigingen van
geestelijken, wier eenige fout daarin bestaan heeft
dat zij de bevelen van den Heiligen Vader gehoor-
zaamden.
Turkije heeft de hervormingen voor Armenie
aangekondigd. Toeu Lord Dufferin den Sultan
daarover kwam spreken, was de Sultan hem reeds
voor geweest, en antwoordde de Sultan, dat hij
reeds hervormingen in al de gewesten van ziju
Rijk had bevolen Wat wil men nog meer
Blijkens De Stand, schijnt Mr. P. C. ft Hooft
niet geneigd, zich te Middelburg voor de Tweede
reeds op zijn lippen zweefde en sloeg op zijn reis
gezel een blik, welke de grootste oprechtheid ver-
ried. Hij zeide eindelijk: //Mijnheer, gij zijt voor
mijn dochter een zeer goede, een zeer eervolle
part ijmaar"
z/Maar wat?" viel Dubos hem ongeduldig in de
rede//Zoekt gij misschieu eenig voorwendsel om
af te breken?"
z/Dat verhoede God, mijn waarde heer," ant
woordde Quesnot zalveud. De diligence, welke
vrij snel had gereden, stond nu eensklaps stil.
Een hinderpaal versperde den weg. De jxistillon
en de conducteur stapten af.
,/lk daclit het wel!" riep de laatste uit. ,/De
gekken hebben hun verdiend loonHun koets is
verbrijzeld
,/Verbrijzeld!" herhaalde Dubos, die uit het
raampie keek. En de reizigers
,/Weg!"
//Mijn hoofd zou ik dnrven verwedden, dat zij
het waren," zei Dubos, terwijl hij weer plaats nam.
„Zij hadden ons herkend, toen zij voorbijreden.
En daarom reden zij snel. Zij wilden ons ont-
snappeu. Mijnheer Quesnot, nu moet gij vooruit
of nooit! Bedaard, maar gestreng!"
„W ees gij maar bedaard, mijn waarde heer. Als
het die arme kinderen iuderdaad zijn, zullen zij
met mij te doen krijgen!"
Dubos staarde mijnheer Quesnot aan, die aan-
houdend bleef glimlachen en hij maakte een spijtig
Kamer herkiesbaar te stellen; .Thr. Mr. M. A.
de Savornim Lohman, te Assen, wordt reeds te
zijner vervanging aangewezen, die ook te Alkmaar
candidaat zal zijn.
Door de afdeeling Goes der Centrale Liberale
Kiesvereeniging ziju in hare vergadering van Dins-
dagavond voorloopig tot caudidaten voor het lid-
maatschap der Tweede Kamer gesteld, de heeren
Mr. J. G. de Witt Hamer, burg, van Goes, die
echter onmiddelijk bedankte; W. J. van Gorkom,
district-schoolopziener te Goes, en Jhr. Mr. W.
Six, oud—Minister van Binnenlandsche zaken.
Zooals bekend is, valt de heer Jhr. Mr. A. F.
de Savornim Lohman in de beurt der periodieke
aftreding.
Aan de Koniuklijke fabriek van stoom- en
andere werktuigen te Amsterdam hebben jl. Maan
dag 1000 werklieden het werk gestaakt. De oor-
zaak is het in dienst stellen van Engelsche werk
lieden. De Hollanders weigerdeu pertinent met
die werklieden te werken, terwijl de directie der
fabriek in het belang der werkzaamheden niet toe-
geven kon en de Eugelschen weer ontslaan. De
werkstakers doorkruisten de stad met vlaggen en
met een bord waarop te lezen stondWeg met
de Engelschen, leve Holland." 's Avonds en
's nachts duurde deze vreedzame maar soms wat
luidruchtige wandeling voort, zoDder aanleiding te
geven tot ongeregeldheden.
De proefneming met den graan-elevator, door
de firma Houwens Van Rietschoten te Rotter
dam aaugebracht, heeft in het laatst der vorige
week plaats gehad, doch niet voldaan. Bij het
lossen van een lichter graan moet zulk een groote
hoeveelheid vermorst zijn, dat last werd gegeven
om het werk te staken De firma geeft het echter
bij deze eerste proefneming niet op.
Men schrijft uit Amsterdam:
Het tentoonstelliugs—comite heeft bezwaar ge
maakt tegeu de expositie der twee kauonnen, door
de Transvaalsche regeering voor dat doel afgestaan;
zij zijn uit het hoofdgebouw verwijderd en over-
gebracht naar eene werf aan den Amsteldijk.
Het zijn kanonnen, die dienst gedaan hadden
in den strijd tegen de Engelschen. Het tentoon-
stellings-comite was van meening, dat zij aanstoot
zouden geven.
Nog eenige honderden inudden uien zijn op
Noord-Beveland voorhanden, die niet meer kuu-
nen verkocht worden. De prijs werd in den laatsten
tijd al lager en lager, sommigen kregen slechts
7 cent per mud, netto te huis, tot nu de beurt-
schippers zelfs weigeren ze aan boord te nemen.
Het gevolg van den lagen marktprijs is geweest,
dat er groote verliezen geleden zijn, dewijl te
nauwernood de uitgaaf aan arbeidsloon is terug-
ontvangen. Verscheiden gemeten land minder ziju
gebaar. Hij daclit: ,/Van mijn reis voorspel ik
mij weinig goed succes, hoewel ik nog niets weet.
De driemaal honderd duizend francs van dien sul
zijn voortaan mijn eenig redmiddel. Als hij mij
nu eens ontschootKom, aanhouden is de baas!"
Als men van Parijs kwam, dan was het laatste
huis van Bellesme een langwerpig gebouw van een
verdieping, een echt blokhuis. De ruimten tusschen
de zwarte houtblokken was geel dicht gepleisterd.
Aan een horizontale ijzereu staaf, die boven den
hoofdingang was vastgemaakt, hing een vierkante
linnen lap, die op een paneel was gespijkerd. Op
dat linnen was een fabelachtige viervoeter geschilderd
met een menschelijken kop en met buitensporig
lange mauen. De achtergrond van het schilderstuk
was wit en het beest was rood.
Het sloeg bloeddorstige blikkeu op de voorbij-
gangers en wanneer de wind het op zijn verroeste
hengels heen en weer wiegelde, dan huiverden en
schreeuwden de kinderen die voorbij gingen, omdat
het zoo verschrikkelijk was, als men dan het
ijzingwekkend geknars van het akelig dier hoorde.
Onder de behaarde pooten met hun ontzagwekkende
klauwen las men
In den Gouden Leeuw logeert men te voet, en
te paard.
Dat was de eenigste herberg van Bellesme en
iedereen moest er komen, daar zij in het dorp
geen mededingster had.
Toen onze reizigers uit de diligence de omge-
nu bezaaid dan in het vorig jaar. Thans wordt
de proef genomen of het planten van sjalotteu
meer voordeel geven zal.
Dr. D. deelt in het Utrechts Dagblad mede
Lit de uitkomsten van de 6e tienjarige volks-
telling, die men op 1 Januari 1880 kan stellen
te zijn geschied, blijkt, dat er toen in ons laud in
leven waren mensehen van 9099 jaren oud: m.
343, vr. 074, totaal 1017; van 100 jaren en daar-
boven: m. 5, vr. 7, totaal 12.
De oudste bewoner van ons land was toen een
man in Friesland van 106 jaren.
Ik voeg hier nog iets opmerkelijks bij, schoou
van anderen aard, namelijk dat er op dat tijdstip
in leven waren 7 getrouwde vrouwenvan 15 jaren
oud, 5 getrouwde mannen van 16 jaren oud.
De jongste weduwe was 17 jaren, de jongste we-
duwnaar mede 17 jaren oud. Er was 1 in echt
gescheiden man van 20 jaren oud en 2 in echt ge-
scheiden vrouwen mede van 20 jarendeze waren
dus al vroeg het huwelijksbootje uitgestapt.
De rechtbank te ft Hage heeft den zaak-
waarnemer R., schuldig verklaard aan honeude,
smadelijke en lasterlijke uitdrukkingen jegens den
persoon des Konings en hem, in aanmerking ge
nomen zijne vroegere veroordeeiing tot celstraf van
langer dan 6 maanden, een gevangenisstraf opgelegd
van een jaar, te oudergaan in eenzame opsluitiiig.
In Egypte is overleden de heer A. J. Schelling,
in 1880 te Delft als civiel-ingenieur gediplomeerd,
die in 1881 naar den Nijl vertrok en daar door
zijn activiteit en ferm optreden een aanzienlijke
staatsbetrekking verwierf.
Ziju werkzaamheid, in het warme klimaat, kostte
echter den flinken zoon van Nederland het leven.
Woensdagmiddag had in het gezicht der
Heldersche kust een betreurenswaardig ongeluk
plaats. De Urker visschuit no. 76, schipper W.
de Jong, van do visscherij terugkeerende en over
de Noordgronden op het Nieuwediep willende aan
houden, zeilde op het aldaar gezonkeu liggend wrak
der stoomboot Gulf of Panama, waardoor het vaar-
tuig zwaar lek werd en op zijde viel. Den vier
opvareuden (twee vaders met hun zoontjes) gelukten
het op de seliuit te klimmen alwaar zij de liulp,
welke hun van in de nabijheid zeilende visschers-
vaartuigen werd aangeboden, afwachtten. Aan een
lijn, welke hun werd toegeworpen, wierpen schippor
en knecht zich met hunne kinderen in den arm
in zee, doch door de losgespoelde en ronddrijvende
luiken enz. waren zij, hoe noode ook, verplicht
hun last los te laten om zelve niet een prooi der
golven te worden. Het lijk van het kind des
schippers, dat eeli pleiziertochtje had meegemaakt,
werd nog drijvende opgehaald doch het andere
verdween in de diepte. De sleepboot Hercules
ter opsporing van het vaartuig uitgezondeu, vond
slagen post koets op den grooten weg vonden,
klopte een piep jonge jongeling en een zeer jong
meisje aan de deur van den Gouden Leeuw. Men
kon gemakkelijk zien, dat beiden zeer moei waren,
hoewel het met hun kleeding ellendig gesteld was.
De cavalier droeg de uniform van adelborst, maar
deze uniform zat zoo vol slik, dat men er geen
goud of verguldsel meer op kon zien en zijn pet
was in een van de gaten en kuilen van den weg
gebleven. Het jouge meisje droeg een net steedsch
costuum; haar satijnen hoedje hing gedut en mis-
vormd, nog maar eventjes aan een puntje van het
interieur. Zedig had zij haar oogen neergeslageii,
bijua alsof zij zich schaamde. Nu en dan sloeg
zij een beschaamde blik op haar gezel, die zich
den arm bijna lam klopte.
Na eenige minuten kwam een dienstmeid met
een katoenen muts op haar hoofd openmaken.
Zoodra zij het jonge paar op den drempel zag
st.aau, deed zij, alsof zij de deur weer plotseling
wilde dicht gooien.
z/Wie is daar?" vroeg de kasteleines.
De meid sloeg nogmaals een blik op den adel
borst en op zijn gezellin, waarna zij zonder eenige
aarzeling antwoordde
Koorddansers
z/Sluiten riep de vrouw bevelend.
De jonge zeeman had stellig nog nooit geenterd,
maar hij was vlug en stoutmoedig, eiihij
had haast. Met een sprong was hij de vier treden
TEB \El:ZE\S( IIE C0URA1VT
—a