Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Viaanderen.
No 1879.
/aterdag 19 Mei 1883.
23e Jaargang.
WEGEN EN VOETPADEN.
Ligger en Kaart
Binnenland.
feuilletqn.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,_. Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Yoor Araerika 1,32£.
Men abonneert zicb bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
AD VEBTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer 0,10. Grootere letters
vvordeu naar piaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer ner
jaar, tot veel verminderden prijs.
blad verschijiit Kiiwdag. eu Vrijdngavoiid bij den nitgcvep J. h, G. II 4» I\ T
te Ter Neuzcu.
BURGEMEESTER en WETHOU-
DERS van TER NEUZEN znllen op
Vrijflag, 35 Mei 1883, des voormiddags elf uren,
op het gemeenteraadliuis, in het openbaar, bij enkele
inschrijving,
A A N BESTED EN
Het herstellen van een gedeelte hou-
ten beachoeiing en een gemetselden
trap bij de geraeentehaven aldaar.
De betrekkelijke voorwaarden liggen, van af
Woensdag a. s., ter inzage op de gemeente-secretarie,
waar tevens nadere inlichtingen zijn te bekomen.
Aanwijzing zal worden gedaan op Dinsdag, 33
dezer.
Ter gemeentesecretarie is op den dag voor en
verder tot het oogenblik der besteding eene geslo-
tene bus geplaatst, tot het ontvangeu der inschrij-
vingsbiljetten.
Ter Neuzen, 12 Mei 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Burgemeester eu Wethouders van WESTDORPE
brengen ter openbare keunis, dat de
van de wegen en voetpaden in die gemeente, op-
gemaakt ingevolge art. 12 van het reglement op
de wegen en voetpaden in Zeeland, (Prov. blad
85 van 1881), van 25 dezer tot en met 28 Juni
aanstaande kosteloos voor een ieder ter inzage
zal liggen en geraadpleegd kan worden ter ge-
meentekamer op elken werkdag van des voor
middags 8 tot des namiddags 4 uren, en dat
gedurende voorschreven termijn schriftelijk bezwaren
kunnen worden ingebracht bij den Raad.
Westdorpe, den 15 Mei 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. KERCK1IAERT, Burgemeester.
J. P. KIEBOOM, Secretaris.
Polities Overzicht.
Turkije schijnt dezer dagen in vele opzichten
weder naar de staatkunde der Westersche mogend-
heden over te hellen, nu de Sultan bemerkt, dat
zijn Turksche staatkunde hem zijn vorige macht
en aanzien niet kan terugbezorgen, maar hem in-
tegendeel vele verliezen berokkent in gezag en
inkomsten. Daarbij was het in den laatsten tijd
niet erg rooskleurig met de geldmiddelen. Althans
1)
ERNESTINE QOESNOT.
DE GOUDEN LEEUW.
iq?!* Vtn 6 aatste dagen van November
1817 daalde de diligence van Parijs naarAlencon
langzaam van den heuvel van Bellesme. De weg
was overal vol gaten en kuilen. Het groote rijtuig
met slechte veeren zag er zoo ellendig uit, dat
onze hedeudaagsche postmeesters er niet eens een
goederenwagen van gemaakt zouden hebben. Het
schokte geweldig en aanhoudend; het piepte en
kraakte in al zijn deelen, en het dreigde elk oogen
blik om te slaan. Het lion des avonds negen uur
wezen. De reizigers waren uitgestapt, hoewel het
zeer slecht weer was. In de diligence was maar
dame blijven zitten met een meisje van zes it
zeven jaren.
De conducteur had zin genoeg gehad voor de
vertooning en het gebruik van zijn onbeperkte
macht, toen hij zijn onderdanen van 6en dag moest
overtuigen, dat zij een half uur te voet in het slijk
zouden moeten aflcggen. Maar de jonge dame had
hij daarentegen beleefd verzocht, of zij maar op
heur plaats wilde blijven zitten. Toen hij haar
aansprak, was zijn stem, die even kort was en stroef
a de,stem van iederen despoot, opvallend zacht
geworden en men zou hebben kunnen raden, dat
e goedhartige handelwijze haar bron had in een
de limes meldde daarover wanhopige bizonderheden,
die echter onder voorbehoud aangenomen dienen
te worden, als er kwestie is over het verstrekken van
voorschotten aan de Turksche schatkist of het
regelen en vaststellen van nieuwe geldelijke over-
eenkomsten met de Turksche regeering, waarbij
Engeland of Engelsche geldschieters betrokken zijn.
lurkije is altijd een slechte betaler geweest en
heeft nog nooit langs den gewonen weg zijne
schulden vereffend. Dat de garnizoenstroepen sinds
maanden zonder soldij zijn gebleven en dat de
nieuwe begrooting met een nadeelig slot sluit, be-
hoeft dan ook geen verwondering j baren. Ook
dat de soldaten te Mekka aan het muiten zijn
geslagen, omdat zij uitbetaling van hun soldij
eischtenis niets ongewoons. De aanleidende
oorzaak zal echter wel van kerkelijk—staatkundigen
aard zijn geweest. In den laatsten tijd heerschten
er in Arabie voortdurend onlusten, evenals in
Albanie, maar die zijn slechts van tijdelijken of
blijvenden aard, totdat het geheele rijk ineenzakt.
oorloopig denkt de tegenwoordige Sultan deze
treffende gebeurtenis nog niet te beleven en heeft
hij de betrekkelijke stukken geteekend, waarbij
de verpachting van den tabakshandel in Turkije
wordt geregeld, terwijl volgens het Memorial di
plomatique de Sultan verklaarde het Engelsche
beheer in Egypte aan te zullen nemen, indien zijne
opperhoogheid door een bizonder verdrag werd
erkend, mede onderteekend door de onderteekenaars
van het verdrag van Berlijn. Ook schijnt de
Sultan genegen tot een scliikkiug in de Armeniaan-
sche kwestie. De Engelsche gezant, lord Dufferin,
had althans ook daarover een ouderhoud met den
Sultan, waarna hij naar Weenen vertrok, na eerst
den Armeniaanschen patriarch en den bisschop van
Erzerum gesproken te hebben. De Turksche re
geering wenscht namelijk opnieuw een conferentie
te Konstantinopel bijeen te roepen, teneinde de
mogendheden te bewegen haar behulpzaam te zijn
in het invorderen der achterstallige schattingen
van Bulgarije en Oost—Rumelie en in het over-
dragen van een gedeelte der staatsschuld op Servie,
Montenegro en Griekenland. De Turksche regee-
ring, die, zooals men boven zag, aan nijpend geld-
gebrek lijdt, kan zeer goed de millioenen gebruiken,
die haar van reohtswege toekomen, maar welke zij niet
bij machte is in te vorderen. Zij roept dus de
tusschenkomst der onderteekenaars van het Berlijn-
sche verdrag in.
Lit Rusland wordt uit goede bron vernomen,
dat de intocht van het Keizerlijk paar binnen Mos-
kou den 21 Mei plaats heeft, de kroning den 27
en de terugkeer naar de hoofdstad den 10 Juni.
Intusschen wordt in de Moskousche bladen een
raadselachtige gebeurtenis vermeld, waarover de
gemoederen in angstige beweging zijn gebracht.
Door spelende jongens is op straat een blikken bus
gevonden, die na een vreeselijkc ontploffing bleek
(lynamiet te hebben bevat. Het voorval blijft onder
de bevolkiDg en de reeds aanwezige vreemdelingen
groote bezorgdheid wekken, daar ook de politie
sedert de laatste dagen zeer talrijke en omvangrijke
huiszoekingen doet plaats hebben.
Uit Frankrijk verneemt men eenige inlichtingen,
verstrekt door den Minister van Marine aan de
commissie die met het onderzoek der geldaanvrage
voor den tocht naar Tongkin is belast. Er is
bevel gegeven tot inscheping van een bataillon en
drie bergbatterijen. Hannoi is 20 Maart aange-
vallen door de Anamieten en Chineezen, dock de
aanval werd afgeslagen. De bevelhebber Kergaradec
heeft een schrijven van den president der republiek
Grevy, aan Koning Tu-Dus medegenomen, waarin
aan dezen wordt medegedeeld, dat Frankrijk maat-
regelen genomen heeft om zich te Tongkin te vesti-
gen met't oog op de onmacht des Konings om daar de
rust te bewaren. Kergaradec zal den Koning verzoe-
ken om die vestiging niet te bemoeilijken, den Man-
darnen te gelasten zich niet van hunne paarden te
verwijderen en vervolgens het verdrag te onder-
teekenen waarbij Frankrijks beschermheerschap over
Anam wordt erkcud. De Minister schat de kosten
van den tocht en der bezetting op 30 millioen
francs, doch hoopt die som later in het bezette land
zell terug te vinden. Intusschen wordt van de
westkust van Afrika gemeld, dat de Brazza den 13
April te Gaboon aan't Congogebied geland is. Van
verzet van Stanley wordt niets gemeld. De kwestie
over het Congogebied kan nog ver reikende ge-
volgen hebben. Ook de Koning Dahomey heeft
zich de zaak aangetrokken.
dissements-rechtbank te Rotterdam heeft bepaald,
dat dc behandeling der zaak tegeu Jaantje Cornelia
otruik, de zoogenaamde millioenen-juffrouw, en
hare medebeschuldigden zal plaats hebben op Maan-
aag 11 Juni a. des voormiddags ten 10 uur.
Van wege het O. M. zullen in deze zaak 66
sterker gevoel dan de gewone conducteursgalanterie.
De paarden zweetteu de postilion vloekte. Een
paar stappen voor de diligence liepen twee reizigers
te praten, die al zeer weinig belang schenen te
stellen in de kleine ongevallen van de reis. Hun
kleedij vended welstand, en hun manieren, die wel
met bepaald deftig waren, waren echter zoo, dat
men de heereu voor veehandelaars kon beschouwen.
De jongste was een man van vijfendertig jaren,
groot, welgebouwd, met een knevel. De andere
was tien jaar ouder, en had een zeer vreedzaam,
goedhartig voorkomen, een type die, God geve het
wel nooit verloren zal gaan. Zijn breed,rood en
rnottig gelaat glimlachte tot in de minste plooien
zijn lioold scliudde uit langdurige gewoonte nooit
anders dan bevestigendzijn handen waren altijd in
wrijvende beweging; ieder van zijn ledematen had
lets eigenaardigs, dat zeer groote inwendige rust,
algemeene en onveranderlijke welwillendheid aan-
duidde.
De eerste heette Dubos. Men wist niet, dat hij
eemg beroep uitoefende. Men zei, dat hij zeer rijk
was. Eemgen vermoeden, dat zijn verleden niet al
te best, niet al te zedelijk was geweest. Zijn reis-
gezcl heette Quesnot, en was oud-notaris van
aint-You, een klein gehucht op een uur afstands
van nellesme. Beiden kwamen uit Parijs.
//Mijn waarde heer," zeide Quesnot, //dit zijn de
valleien, waar mijn jeugd heenvlood. Hier werd
ik met den jongenskiel en met den manr.elijken
Z. M. heeft J. H. Voerman, ontvanger der dir.
bel. en acc. te Aardenburg c. a. benoemd tot
ontvanger dier middelen te Ede c. a.
De toestand van Prinses Marianne der Neder-
landen is zoozeer verergerd, dat Prins Albrecht
van Pruisen, die zijne reis naar Moskou tot dusver
uitstelde, zijne zuster, Prinses Alexandrine, per
telegram naar het slot Reinhartshausen ontbood.
Men vreest het ergste.
le Middelburg is den 14 dezer overleden
de heer W. A. Dormaar Hz., sedert 1826 amb-
tenaar ter Provinciate G riffle, laatst commies chef
der 2e afdeeling, ridder der orden van de Eiken-
kroon en van den Nederl. Leeuw.
beer J. T. de Booy Jr., fabrikant van
militaire kleeding en uitrusting en lid van den
gemeenteraad van Breda, welbekend om ziju grieven
tegen de Departementen van Oorlog eu Kolomen,
heeft zich in de noodzakelijkheid bevonden, zijn
failliet—verklaring bij de rechtbank aan te vragen.
De president der strafkamer bij de arron-
getuigen worden gedagvaard.
candidatenlijst voor raadsheer in den
lloogen Raad is Woensdag jl. door de Tweede Kamer
opgemaakt. Gekozen zijn de heeren De Jonge
president bij de rechtbank te 's Gravenhage, Van
lorn, idem te Heeeenveen, Momvisch, raadsheer
te Arnhem, Van Ittersum, vice-president bij de
leclitbank te 1 trecht en Roest, officier van justitie
te Rotterdam.
''j drankwet is ook al niet nieuw Den
U April 1716 hebben de Staten van Friesland
eene resolutie uitgevaardigd, waarin o. a. staat
Dewijle door de menigvuldigheid der Tappers, ende
Vv eerden, veel scheldens, veel vechtens, en dood-
slagens veroorzaakt worden, zoo willen wij, dat
ten platten Lande in de groote dorpen niet meer
als twee herbergiers en de in de klein, niet meer
als een zullen toegelaten worden
In steden mochten geen Weerden tappen of gela-
gen zetten, voor en aleer onderzoek naar hun levens-
gedrag was gedaan alle herbergiers waren
gehoudeu, personen, die tot hunnen huize kwamen
dnnken en eenige quaestie begonnen te maken,
de messen of wapens af te nemen bij verlies van
de tap wanneer er een doodslag in hunne
rluizen mocht voorkomen werd de vvergunnin»"
ingetrcikken zoo daar eenig mes ofte degen
getrokken ofte vuistslagen, of haerplukken mochte
geschieden ende de Weerd zulks niet op staande
voet, aan den Officier van zelfs aanbrachte volg-
den belangrijke 'ooeten deels ten profijte van de armen.
I egen een burgemeester in het arrondissement
i laastncht, die valschheid in de registers van den
burgerlijken stand heeft gepleegd, is door de
rechtbank aldaar rechtsingang verleend.
TER IdEUZEY, 18 Mei.
rok bekleed. Hier heb ik de bediening van notaris
eerlijk, en ik mag zeggen met eere, waargenomen.
Als het niet donker was, zoudt gij ginds, aan uw
rechterhand de spits zien van een klokkentorentje, die
boven een boschje groote eikenboomen uitsteekt.
Dat is Saint-You."
,/Wij liadden de postkoets eigenlijk moeten ne
men," mompelde Dubos, die zeer slecht op de
herinneringen van den oud-notaris lette.
yS'oms," ging de notaris voort, ;/betreur ik tot
mijn eigen verbazing mijn stil huisje, mijn dorps-
leven. De burgemeester was, op mijn woord, een
verstandig mensch; de onderburgemeester was een
beetje doof, maar zeer aangenaam in gezelscliap.
En mijnheer de pastoor
//Komt er aan dezen heuvel nooit een eind?"
viel hem Dubos in de rede.
//Hier in de omtrek heet hij de heuvel van You,"
zei de oud-notaris goedig. ,/Zeker omdat het ge-
hueht^op zijn top ligt. En de pastoor, zeide ik"
//Wat is dat?" viel Dubos nogmaals in de rede.
De maan gleed tusschen twee wolken door, en
verlichte een mooi kasteel, dat aan het eind van
een lange baan lag.
Quesnot was zoo druk met zijn herinneringen
iczig dat hij de vraag niet eens begreep en hij
wilde misschien met een omschrijving van het woord
pastoor antwoorden, toen de stem van den conducteur
achter werd gehoord: //Dat is het kasteel van
mijnheer de Montreuil."
In de Woensdag jl. gehouden vergadering van
den Raad van State, afdeeling voor de geschilleu
van bestuur, was ingekomen een Koninklijk besluit,
waarbij is gehandhaafd het besluit van Gedepu-
teerde Staten van Zeeland,) waarbij D. J. Oggel
vervallen verklaard is van het lidmaatschap van
den gemeenteraad van Axel.
Gisteren werd te Middelburg door Gedepu-
teerde Staten van Zeeland aanbesteedhet uitvoeren
van eenige buitengewone herstellingen aan: 1°.
den weg van Oostburg naar Zuidzande en 2". den
weg van Ter Neuzen naar Axel, in twee perceelen.
Yoor het eerste perceel was ingeschreven door
z/De burgemeester van Saint-You" voegde
Quesnot er bij.
De conducteur, die nu bij hem was gekomen
scliudde zijn hoofd. Het was een jong mensch
met een fier gelaat en met ingetogen manieren.
Hij had op de geheele reis nog geen woord geuit,
dat niet gevorderd werd door zijn beroepsplichten.
Onderweg noemde men hem in de herbergen wel
bij zijn naam, mijnheer Urbanus, maar uergens
giugen de postilions, de kastelleinessen of de bedien-
den zoo gemeenzaam met hem om, als men gewoon-
lijk met een conducteur doet. Misschien kende
men hem nog te kort, of misschien had al het
volkje langs den grooten weg, dat door schraap-
zucht stomp is geworden, geraden dat Urbanus
anders geaard was.
De jonge conducteur maakte gebruik, geen mis-
bruik van den eerbied, die men hem overal bewees.
Hij was voor iedereen, zelfs voor de reizigers, be
leefd. Geduldig vervulde hij zijn nietige beroeps
plichten, alsof zijn post het non plus ultra was van
zijn ondermaansche eerzucht. Dubos, wien een aan-
houdende zorg scheen bezig te houden, had dat
alles niet opgemerkt, maar mijnheer Quesnot, de
opmerkzame babbelaar, had zijn oogen evenmin als
zijn mond gesloten gehouden. Meer dan eens had
hij al een praatje willen aanknoopen, maar de
antwoorden van Urbanus maakten met al hun
beleefdheid geen wederantwoord mogelijk.
(Wordt vervolgd)
Tt'B NEl ZENSCHE (01 RAM
Kit