Telegraphische berichten-
Landbouwberichten.
Buitenland.
Grootboek verstrektvan f 9358aan 21 weduwen,
moeder—weduwen en gebrekkige ouders lijfrenten
ad f 83,067aan 34 betrekkingen ineens f 17,080
uitgereikt. Het saldo, na aftrek van nog een post,
wordt besteed voor stichting van een blijvend fonds,
volgens de wenschen der sub-commissie van de
Marine te Amsterdam.
TER NEUZEN30 Maart.
Z. M. beeft aan den met verlof hier te lande
aanwezigen 2e luit.—kwartierm. van het leger in
Nederl.-Indie M. P. H. Krol, met ingang van
1 April a. s., wegens lichaamsgebreken, eervol
ontslag verleend uit Zr. Ms. militairen dienst, met
toekenning van pensioen.
Philipine, 80 Maart. Dinsdag avond, den 27
dezer, kondigde men door schoten aan, dat een
feest aanstaande was op den volgenden dag en
overal zag men de toebereidselen daartoe maken.
In den vroegen morgen van Woensdag zag men
de geheele gemeente in feestgewaad getooid. Niet
alleen van de beide torens en van het stadhuis,
maar ook van alle huizen wapperde de driekleur,
terwijl de voornaamste straten met groen versierd,
en fraaie eerebogen met toepasselijke opschriften op
de grens der gemeente, aan den ingang der be-
bouwde kom en aan de haven geplaatst waren.
Het gebrek aan bloemen in dezen tijd had men
vergoed door kunstig nagemaakte, terwijl aan de
meeste het feestelijk aanzien verhoogd en luister
bijgezet werd door verschillende draperien.
Er had zich eene commissie gevormd tot regeling
van het feest en een eerewacht van ruim 20 ruiters
was bijeen, terwijl de muziekvereeniging, ,/de Burger-
kring," van Assenede op uitnoodiging haar mede-
werking verleende tot opluistering van het feest.
Een opgetuigde boot met bemanning, op een
wagen geplaatst, was in gereedheid, alsmede een
wagen, waarop de verschillende ambaohtslieden
hunne werkzaamheden verrichttenbij dezen stoet
zouden zich aansluiten de hier bestaande societeiten
benevens eenige jagers.
Het gold de inhaling van onzen nieuwen bur
gemeester, den heer .T. B. Dhooge, daartoe bij
besluit van 8 Maart jl. van Z. M. onzen geeer-
biedigden Koning benoemd.
Ten twee ure in den namiddag werd ZEd.Achtb.
van Middelburg over IJzendijke in de gemeente
verwacht, waarom men zich omstreeks een uur in
geregelden optocht naar de grens der gemeente
begaf om ZEd.Achtb. aldaar te begroeten en te
verwelkomen.
De eerewacht was hem tot op de Maagd van
Gent te gertfoet gereden en hem aldaar opwachtende,
werd bij door den aanvoerder der ruiterij verwel-
komd, terwijl deze hem de eerewacht tot geleide
aanbood, 't welk door den nieuwen titularis met
bereidwilligheid aanvaard werd.
Inmiddels was de fanfaren maatschappij van
Assenede gekomen en spoedig daarop zag men den
stoet naderen, die door gejuich en de schoten der
jagers werd gevolgd. Op de grens gekomen aan
den gemelden eereboog, trad ZEd.Achtb. uit het
rijtuig, waarna hij door den heer Y. N. oerman,
wethouder der gemeente, verwelkomd en gelukge-
wenscht werd met zijn ambt, terwijl nog eenige
aanspraken volgden, welke alle door den Burge-
meester welwillend werden aangehoord en beantwoord.
Nu werd het volkslied aangeheven en stelde de
stoet zich in beweging. Yoorop de eerewacht te paard,
daarna de muziekvereeniging, vervolgens de school-
jeugd en het opgetuigde vaartuig in voile zeilen;
daarop volgde (le wagen met de werklieden, waarop
de smid ijverig op het aanbeeld sloeg, de klompen-
maker klompen sneed, de metselaar een steen pas-
klaar maakte, de molenaar zijn steen scherpte.
Vervolgens kwamen de verschillende maatschap-
pijen, de leden van den gemeenteraad, waarachter
de koets met den Burgemeester en eenige rijtui-
Onmiddelijk werd het dier stijf, zijn oogen puilden
even uit en hij was dood." //O God," riep
mijn vrouw, terwijl ze mij weenend omhelsde, //het
is vergiftDe kok was halfdood van schrik
en smeekte mij, dat ik mede zou gaan om de
zaak aan te geven, maar ik bleef bedaard, prees
zijn trouw, erkende dat ik hem het leven schuldig
was en gaf hem een bankje van f 1000, omdat
hij het hem beloofde nu niet kreeg. Ik beval
hem, dat hij mijn bloemkool, die mij nu dubbel
lekker zou smaken, eens heel goed klaar moest
maken en ik gaf hem de vrije keus om de zaak
aan te geven of niet. Zoodra ik met mijn vrouw
alleen was, begon zij te snikken en te weenen en
mij met liefkozingen te overladen. Ik zei haar
slechts, dat ik een grooten vijand scheen te heb-
ben, maar dat ik niets vreesde, omdat ik een mij
beminnende vrouw en trouwe bedienden had. Daarna
liet ik haar alleen, opdat zij de zaak nog eens
goed zou kunnen overdenken. Zij wist Meri te
doen weten, dat zij hem niet meer zien wildehij
liet zich dat gezegd zijn en trouwde dra met iemand
anders." //Dat is een akelige geschiedenis en
Meri een booswicht! Nu begrijp ik, waarom uw
vrouw zoo erg tegen het voorgenomen huwelijk is.
Maar waarom haat en veracht gij Meri niet
z/Gelooft gij dan, dat hij u wilde vergiftigen."
z/Wie anders?" ,/Ik deed het zelf; ik schreef
den ongeteekenden brief en ik zond het vergif."
,/Gij, Aubertin?" ,/Zeker. Ik wasjaloersch
en goed ingelieht. Omdat Meri dacht, dat ik de
eenige hinderpaal voor zijn geluk was, omdat hij
mijn dood wenschte, gaf hij mij een denkbeeld aan
gen, hetwelk alles door 4 ruiters gesloten werd.
Onder het spelen der muziek kwam men Philippine
binnen onder het gelui der klokken en het los-
sen van eereschoten, begeleid door het gejuich en
gejubel der samengevloeide menigte, tot aan de
raadzaal. Hier trad de Burgemeester uit het rij
tuig en, in de raadzaal gekomen, werd hem uit
naam der ingezetenen de eerewijn aangeboden,
waarna hij plechtig werd gehuldigd, door den wet
houder met de insignes zijner waardigheid omhangen
en alzoo tot Burgemeester van Philippine ver-
klaard. Hierop nam nog het woord de heer T.
M. Minneboo, die uit naam der raadsleden geluk-
wenschte en tevens in zijne aanspraak wees op het
moeilijke tijdstip, waarop ZEd Achtb. het bestuur
aanvaardt, doch //eendracht maakt macht" maar
dat samenwerkende, alle zwarigheden spoedig uit
den weg geruimd zoudeu zijn.
Nu nam de Burgemeester het woord en sprak
alle aanwezigen aldus aan:
Mijne Heer en
z/Diep ontroerd over de eer die Gij mij op dezen
dag aandoet, wil ik tot U eenig woorden spreken
om U van ganscher harte te bedanken.
Ik heb gezien op den dag mijner benoeming, en
zie het nogmaals, hoe zeer Gij mij toegenegen zijt.
Nooit had ik gedacht, Mijne heeren, hier als Bur
gemeester optetredenmaar onze geeerbiedigde
Koning heeft het gewild, en ik heb mij onderworpen.
Ik bedank U dan nogmaals voor de eer, welke
Gij mij aandoet, en ik ben er van overtuigd, ja,
ik bedrieg -mij niet, of het volk is tevreden.
Mijne heeren, het is onnoodig, U te herinnereu
welke moeilijkheden men voorkomen kan als Burge
meester; ik zal U in korte woorden zeggen, dat
ik aan mijn eed getrouw blijven en trachten zal,
mijne taak zoo goed mogelijk te vervullen. Ik
neem dan ook mijne toevlucht tot U Heeren wet-
houders en leden van den Gemeenteraad, en ver-
trouw op Uwe medewerking tot vooruitgang der
gemeente en tot geluk der gemeentenaren.
Wij hebben reeds lang gewerkt en zullen trach
ten zooveel mogelijk de gemeente in bloei te doen
vooruitgaan.
Ik bedank ook al de leden der maatschappij en
die aan het feest deelnemen en verzeker U van
mijne medewerking tot vooruitgang."
Daarna voerde de maatschappij //de Burgerkring"
verschillende muziekstukken uit, waarna ZEd.Achtb.
de openbare school bezocht, waarin de kinderen
door het aanhelfen van een lied met toepasselijke
woorden hem gelukwenschten en het onderwijs in
zijne bescherming aanbevolen.
Na hartelijke dankbetuiging en belofte van een
feestelijk onthaal verliet hij de school om de
rondte in de gemeente te doen, terwijl op het
marktplein, op een daartoe opgerichte, fraai ver-
sierde muziektent verscheidene muziekstukken ten
gehoore werden gebracht.
Des avonds was de gemeente prachtig vcrlieht;
de eerebogen en de muziektent prijkten met honderde
lampions in verschillende kleuren. In de huizen
bleef men niet achter en vooral de Pastorie was
van onder tot boven verlicht door eene schitterende
ster en pyramide.
Te acht uur werd een vuurwerk ontstoken, dat
in zijn soort waarlijk schoon kon genoemd worden
en alle eer deed aan den vervaardiger, den heer
Van Laer te Gent, die dan ook als zoodanig alle
aanbeveling verdient.
Tot laat in den nacht duurde de feestviering
en vreugde was op ieders gelaat te lezen. Giste-
ren werd de feestviering nog voortgezet, waarbij de
wagen met de boot nog dienst deed en door de
gemeente reed.
Moge de heer J. B. Dhooge lang het bestuur
over deze gemeente in handen hebben en Philippine
onder zijne leiding in welvaart en bloei toenemen
tot heil van alien
de hand, waarvan de uitvoering mij van hem ont-
sloeg. Het hondje van mijn vrouw ging dood en
het kostte mij 2000 francs, maar ik had mijn ge-
moedsrust weer terug." //Maar gij lasterdet
een eerlijk man." //Ik? Heb ik dan iets van
hem gezegd? Heb ik hem beschuldigd
Maar uw vrouw verdenkt hem toch." ,/Dat
is zoo, maar moest ik niet handelen, zooals ik deed
z/Misschien, maar gelooft gij, dat Meri zoo
iets gedurfd zou hebben? Hij was toch braaf en
waarom moest de schijn van een misdaad op hem
rusten?" //Omdat ik door jaloerschheid verblind
was Heden schaam ik mij over dat geval,
omdat ik niet jaloersch meer ben. Maar ik kan
mijn vrouw niet op de hoogte brengen." //En
uw zoon wordt ongelukkig, want hij kan zijn
liefde niet volgen, omdat gij Meri voor twintig jaar
gelasterd hebt." //Dat was toch zoo erg niet.
ik lasterde maar een persoon en" juist ging de
deur open; me vrouw trad binnen. Aubertin riep
z/Gij hier mevrouw? Ik dacht dat gij naar het
bal waart//Neen, ik bleef liever thuis. Mijn
zoon is er met de dames heen, die heden avond
hier waren. Ik heb nog eens over zijn huwelijk
nagedacht en ben van zin veranderd. Ik geef
mijn toestemming." //Waarlijk, mevrouw?"
wJa, apropos, hier is een sleuteltje, dat ik onlangs
gevonden heb. Het is immers van u Auber
tin nam het sleuteltje, bekeek het en stak het
blozend weg. Marans zei: //Nu zijt gij in uw
eigen val gevangen." Aubertin keek voor zich
en antwoordde niet, maar drie weken later trouwde
zijn zoon met mejufl'rouw Meri.
's Gravenliage, 30 Maart. Z. M. de Koning
heeft heden de leeningswet bekrachtigd.
Volgens alhier loopende geruchten, houdt de
Oud—Minister Mr. J. Heemskerk Az., zich bezig
met de samenstelling van een geheel nieuw kabinet.
Kantongerecht te Hulst.
Zitting van 22 Maart 1883.
1. A. de M., te Clinge, beklaagd van het jagen
op eens anders grond zonder vergunning van den
eigenaarvrijgesproken.
2. L. v. d. H., te Clinge, ter zake van het
jagen zonder akte of althans liet pogen om wild
te bemachtigenveroordeeld in eene geldboete van
f 12, subsidiair 4 dagen gevangenisstraf en in
de kosten.
3. J. de K., P. de K., J. de W., P. de B.,
alien te Clinge, ter zake als voren; ieder in eene
geldb. van f 20, subs. 5 dagen gevang. en in
de kosten.
4. C. L. v. d. H., E. v. B., L. L., alien te
Clinge, ter zake als vorenieder in eene geldb.
van 12, subs. 4 dagen gevang. en in de kosten.
5. E. B., te Clinge, ter zake als vorenveroord.
in eene geldb. vau f 5, subs. 2 dagen gevang.
en in de kosten.
6. P. W., C. L. P., A. V., J. N., alien te
Clinge, beklaagd als voren; vrijgesproken.
7. A. te Clinge, ter zake van het niet
muilbanden zijner hondenbij verstek veroord. in
eene geldb. van f 3, subs. 1 dag gevang. en in
de kosten.
8. E. B., ter zake van het laten grazen van
vee op eens anders in oogst staanden grond,
veroord. in eene geldb. vau 8, subs. 1 dag ge
vang. en in de kosten.
9. 10-, 11, 12, 13. J. de N., A. B., J. E.,
L. B. B. en J. K., alien te Hontenisse, ter zake
van openbare dronkenschapveroord. ieder in eene
geldb. van f 3, subs. 1 dag gevang. en in de kosten.
14, 15, 16, 17. P. H., te Hontenisse, P. J. S.
en J. L., te Hulst en St. Jansteen, J. H., te
Clinge, J. H., C. de V., A. II., te Clinge en St. Jan
steen, ter zake vau het maken van nachtelijk buren-
gerucht; veroord. de drie eersten in eene boete
van f 5,50, subs. 2 dagen gevang., de overigen
in eene geldb. van f 7,50, subs. 3 dagen gevang.
en alien in de kosten.
18, 19. E. P., L. G, J. B., C. L. Z., alien
te Clinge, ter zake van overtreding van het reglement
op de herbergen aldaar, veroord. de eerste in eene
geldb. van f 3, de overigen in eene geldb. van
f 2, alien subs. 1 dag gevang. en in de kosten.
20, 21. G. D., A. v. J., J. v. J., J. de N.,
A. D., J. v. G., J. F. v. G., Th. V., J. F. v. J.,
C. K., J. V., Th. C., L. S., alien te Graauw,
C. M., te Hontenisse, alien ter zake van overtreding
van het reglement op de herbergen te Graauw;
veroord. ieder in eene geldb. van f 1, subs. 1
dag gevang. en in de kosten.
22. E. V., te Clinge, ter zake van het onbe-
heerd laten staan van eeu trekdier; veroord. in
eene geldb. van f 3, subs. 1 dag gevang. en in
de kosten.
23. J. W., te Hontenisse, ter zake van over
treding van het reglement van de verdeeling der
gemeente in wijken aldaar; veroord. in eene geldb.
van 3, subs. 1 dag gevang. en in de kosten.
24. P. J., te Zaamslag, ter zake van het her-
stellen van wildstrikkenveroord. in eene geldb.
van f 20, subs. 5 dagen gevang. en in de kosten.
25. 26, 27, 28, 29, 30. S. V., M. C., J. B.,
M. v. B., N. W., L. S., alien te St. Jansteen,
ter zake van enkele diefstal van gevallen bladeren
veroord. ieder in eene geldb. van 1, subs. 1
dag gevang. en in de kosten.
31, 32, 33, 34. C. L. de S., J. H. B., J. de B.,
A. M. d. B., alien te St. Jansteen, ter zake als
voren; veroord. ieder in eene geldb. van f 0,50,
subs. 1 dag gevang. en in de kosten.
85. C. L. de V., te St. Jansteen, beklaagd
als voren; vrijgesproken.
Bij Koninklijk besluit van 28 Februari jl. zijn
nadere bepalingen omtrent den vrijdom van accijns
voor zout, benoodigd voor vee en voor landbemes-
ting, vastgesteld.
Gedureude de verledene week was de midden-
prijs van het vette vee op de voornaamste markten
van Belgie als volgt:
Ossen 90 centimen tot fr. 1,08; stieren, koeien
en vaarzen 70 tot 94 centimen. Afslag 4 centi
men; kalveren 95 centimen tot fr. 1,50.
Yette varkens fr. 1,03 tot fr. 1,13; alles
berekend per kilo levend gewicht. De markten
waren goed bezet.
Yoor vlas werd per 3 kilo besteed te Aalst
fr. 2,80 tot fr. 3,80; Mechelen fr. 4,62; Ware-
gem fr. 3,50 tot fr. 5,40Thielt fr. 4,25Deinze
fr. 3,00 tot fr. 4,00; St. Nicolaas fr. 3,87 en te
Brugge fr. 4,83.
Men schrijft uit het land van Cadzand het
volgendeHoewel we maar een goede maaud meer
van Mei af zijn, dat is van de maand waarin in
ons district de landbouwers bezit nemen van de
nu verpachte hofsteden, zoo zijn er nog eenige
landbouwaffaires, die nog geen nieuwen pachter in
het verschiet hebben. In het begin'Tdezer maand
waren er minstens een dozijn landbouwhoeven nog
zonder pachters. Wei een Sewijs dus, dat door den
gedrukten toestand van den landbouw in de laatste
jaren de gegoede landbouwers, die anders hunne
zonen aan een bedrijf zouden helpen, ook beginnen
te //rekenen."
De werkzaamheden op den akker vordereu lang-
zaam. Yele boeren zijn nog niet afgewerkt met
het planten der paardenboonen. Gelukkig staat
hiertegenover, dat de landerijen in droger en ge-
zonder toestand verkeeren dan ze in dezen winter
konden geraken.
Verledeu jaar waren de meeste late aardappelen
op het einde van Maart al geplant; nu liggen de
vroege poters nog in den kelder of, met flinke be-
dekking tegen den vorst, op den zolder.
Het gemis aan gereed geld bij sommige land
bouwers, de natte weersgesteldheid van het verloopen
na- en van dit voorjaar, alles werkt de teelt van
suikerwortelen in de hand. De agenten en sub-
agenten hebben vele zaken gemaakt in een handel,
waarbij vele boeren nog van meet af moeten gaan
leeren. Misschien tot hunne schade. Wanneer
zullen de landbouwers het wijze voorschrift van
het bestuur der M. v. L. en Y. in Zeeland gaan
opvolgen? Enkelen zijn zoo verstandig geweest.
Het beslag runderen (69 stuks) van den
landbouwer Cuperus te Goutum, verdacht van
longziekte, is op hooger last afgemaakt.
De aanstaande tentoonstelling van bloemen in
het Casino te Gent zal eene der merkwaardigste
zijn, welke men ooit aldaar heeft gezien. In het
midden van den uitgestrekten tuin wordt een
kolossaal gebouw opgericht en met glas overdekt,
hetwelk de grootste planten kan bevatten. Naast
dit gebouw zijn nog een aantal kleinere voorloopige
serres opgericht. Men verwacht, onder andere,
eenen reusachtigen palmboom uit Buenos-Ayros,
die waarschijnlijk heden zal aankomen. Yooral
de zeldzame en de jongst ingevoerde planten zullen
er in groot getal aanwezig zijn.
Zooals men weet, zullen thans de gebroeders
Armand en Leon Peltzer hunne straf in de cellu-
laire gevangenis te Leuven ondergaan.
Met liet oog op hunne verstandelijke ontwikke-
ling zullen zij waarschijnlijk belast worden met
het afschrijven van de citaten der studenten aan
de Hoogeschool van Leuven, terwijl zij voor de
opbrengst hiervan zich des Zondags het genot
van een liter bier en wat tabak kunnen verschaffen.
In de spijzeu, die hun verstrekt zullen worden,
komt niet veel verandering. Het gewone voedsel
der gevangenen te Leuven bestaat in brood en
koffie zonder melk, 's middags een potje soep,
waarin driemaal per week een stuk Amerikaansch
spek of vleesch gekookt wordt.
De Peltzers zullen het grijs gewaad der ge
vangenen moeten aantrekken en, zoodra zij in de
gevangenis aankomen, zullen hun baard en knevels
afgeschoren, alsmede het haar zeer kort geknipt
wordeu.
Daarna zullen zij in verschillende cellen worden
opgesloten waarin hen een geheel leven van stand-
vastigen arbeid wacht, alleen omtrent 7 of 8 uur
door eenige rust afgewisseld.
Het zacht pluimen bed van vroeger zal nu
voortaau de harde //paljas" zijn, op den grond
uitgespreid.
Kapitien Carrey, die aan het hoofd stond
van de expeditie in het Zulu-land, waarbij de
ex—keizerlijke Prins den dood vondis op
35jarigen ouderdom overleden. Men herinnert zich
.dat er een onderzoek werd ingesteld betreflende
zijn gedrag bij die gelegenheid, dat tot zijn vrij-
spraak leidde.
Het reeds sinds vele jaren bestaande voor-
nemen, Londen van zeewater te voorzien, belooft
weldra in uitvoering te worden gebracht. Het
water zal laugs een kanaal van de kust van Sussex
naar Londen worden geleid, en zoowel verkrijgbaar
gesteld worden voor de Londeuaren als voor de
bewoners der plaatsen aan de leiding gelegen.
De prijs van het water zal niet meer bedragen
dan 6 per 4000 liter.
Een buitengewoon geval heeft dezer dagen
plaats gehad op het gehucht la Yacherie, in het
kanton ChabreuiJ.
De ouders eener vrouw, die reeds sedert eeni-
gen tijd ziek was, dachten dat hun kind overleden
was. De wettelijke lijkscliouwing en aangiften wa
ren gedaan, de afgestorvene in het doodslaken ge-
wikkeldde kist gemaakt en de klokken der
kerk kondigden aan, dat een inwoner van het dorp
tot een ander leven was overgegaan.
Op het oogenblik nochtans dat men het lijk in
de kist wilde leggen, zette de gewaande doode zich
recht in haar bed en vroeg te drinken.
Er had zich hier een geval vau schijndood
voorgedaan.
De opschudding door dit zonderling geval in
de omstreken te weeg gebracht, is nog niet tot
bedaren gekomen.
Tweehonderd Duitsche handelsreizigers, die
in Spanje gekomen waren, in de hoop dat het
handelstractaat met Duitschland nog van kracht
zou blijven, zijn, ten gevolge van het mislukken
der pogingen daartoe, naar hun vaderland terug-
gekeerd en worden in Spanje door Franschen
vervangea.