Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 1856.
Woensdag 28 Februari 1883.
23e Jaargang.
AAHTBESTEDIHT6.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden biunen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Yoor
Nederland f 1,10. Yoor Belgie f 1,40. Yoor Amerika f 1,82|.
Men abonneert zich bij alle Boekbandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERTENTIlN:
Yanltot 4 regels 0,40. Yoor elke regel meer /0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kar. zicb abonneercn tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
&M1 bind vei'scliijnt iiinsiliu. cu Vriblitgarond blj den uifgcvcr H. G. (MI U SI T te Tei* Xciizen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
IlENGSTDIJK zullen op Dinsriag den Maart
e. K., des middags ten 12 uren, ten gemeenteliuize
aldaar, traehten
A A N TE BESTEDEN;
Het bouwen eener School met
Onderwijzerswoning.
Het gedrukte bestek met teekening ligt van
lieden ter visie in genoemd geineenteliuis te Hengst-
dijk, elken werkdag des voormiddags van 912
uren en is op franco aanvrage tegen betaling van
f 1,50 verkrijgbaar bij het betrokken bestuur, en
bij den architect J. H. Hannink te Goes.
He aanwijzing in loco zal gescliieden op den
dag der besteding, des voormiddags om 11 uren,
de besteding voorafgaandeverdere inlichtingen
worden gegeven door voornoemde architect.
Hengstdijk, den 8 Februari 1883.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. VAN TRAPPEN, Burgemeester.
Ch. F. HERMANS, Secretaris.
JPolltiek: Overzicht.
Met het Fransche Kabinet, zooals het thans is
samengesteld, herleeft met dat Kabinet de staat-
kunde van Gambetta. Zij bestaat bijna uitsluitend
uit volbloed republikeinen, die van geen plooien
of schipperen willen weten en waarvan dus der
republiek vijandige partijen niets te verwachten
en alles te vreezen hebben. Ferry, die Gambetta
op het staatkundig tooneel zal vervangen, heeft
reeds herhaaldelijk blijken gegeven, iemand te ziju
van een doortastend en beginselvast karakter, met
veel eerzucht en ijver. Hij is de man der gerucht-
makende besluiten van de uitdrijving der niet
erkende geestelijke orden en de verpersoonlijking
van het onzijdig openbaar onderwijs, waarover hij
thans het toezicht zal voeren. Ckallemel is een
volbloed republikein, die men reeds kent uit zijn
verdediging der verbanningswet op de Prinseu in
den Senaat en waarvan men een zeer krachtige
houding mag verwachten tegenover debuitenlandsche
vraagstukken, die thans nog hangende zijn. Als
gezant was hij in de hoogere staatkundige kringen
niet de gewenschte persoon wegens zijne burger-
lijke denkbeelden over staatkunde, waar het be-
hartiging van volksbelangen betreft. Thibaudin is
reeds vermaard als fel tegenstander der Prinsen,
die hij zich sterk maakt ook zonder uitzonderings-
wet wel buiten het leger te zullen sluiten. De
hoofden der regeering vertegenwoordigen dus wel
de vooruitstrevende richting der republiek en
FEUILLETON.
5) In den grrijzen ezel.
Maar ik wil geen borg er voor blijven, dat hij
al zijn hooge colleges uit Duitschland kentdoch
wel kent hij alle boeren uit zijn land en die lioudt
hij in eere. Kort en goed, hij is een vorst, die
ziju wereld kent, wanthij verzocht mij altijd
op zijn groote drijfjachten en is dan zulk een voor-
komende gastheer, dat men uiterst zelden een schot
kan doen, als men per geluk dicht bij hem staat.
Maar Van der Grove, zijt gij ook een'minnaar van
de jacht „Ja, generaal, een hartstochtelijk
minnaar „Nu, weet gij wat, nu is er goede
gelegenheid voor u om met den vorst kennis te
maken. Als mij die lamme jiclit zoo niet plaagde,
ging ik zeli naar hem toemaar nu moogt gij het
in mijn plaats doen. Ga naar denGrijzen
Ezel, verontschuldig mij en vraagt beleefdheidshalve
naar zijn bevelen, dan moet gij maar zien, hoe gij
bij den vorst in een goed blaadje komt, want, naar
ik hoor, zijt gij daarvoor slim genoeg en achter
den mouw hebt gij z'ook." He jonge officier,
die een aartslief hebber was van alles, wat jacht
heette, was in zijn schik met deze aangename en
vereerende taak en wilde onmiddelijk heengaan. De
generaal riep hem nog na I loor eens, wees niet
zoo dum, dat ge bij ziju doorluchtige hoogheid als
fijn hoveling of nuffig jonkertjen optreedt, of dat
gij hem soetsappig vleit. Dat verdraagt de vorst
zullen optreden met het regeeritgs—program, dat
door den voorzitter Ferry in de Kamer werd
medegedeeld. De regeering vraagt daarin het
vertrouwen der Kamer. Zij zal de wet van 1834
toepassen en de Prinsen, die in 't leger dienen,
op wachtgeld stellen. De republiek moet gewapend
zijn tegen overrompelingen welke ook, en om daar
voor te zorgen zal de republiek gebruik weten te
maken van haar hoogere rechten. De vraagstukken,
die de gemoederen in beweging brengen, moeten
uit den weg geruirnd worden. Daarvoor moet aan
de regeering het voorgaan gelaten worden, dat haar
van rechtswege toekomt. De dringende hervormin-
gen zijnde wet op de rechterlijke iurichting,
de legerwetten, een wet op de misdadigers met
meer dan een veroordeeling en een wet op de
arbeiders-vereenigingen. De regeering zal onder-
handelingen openen met de spoorweg-maatschappijen
en de bescherming over Tunis regelen. De bui-
tenlandsche staatkunde zal vredelievend zijn, maar
met handhaving van den rang, die aan Frankrijk
toekomt. Om der regeering haar taak gemakkelijk
te maken, moet zij Europa kunnen toonen dat de
republiek zeker is van een toekomst, en dat zij
de republiek wil vestigen op drie bij uitnemend-
lieid Fransche grondslagen op het gezond verstand,
op den arbeid en op den vooruitgang. De beoor-
deeling, die de nieuwe regeering in de jiers vindt,
is natuurlijk zeer verschillend, doch over 't alge
meen niet ongunstig.
In Engelaud is door een der Iersche leden bij
de voortgezette behandeling van het adres van
antwoord op de troonrede het woord gevoerd over
de toestanden in zijn geboorteland. Het was het
nieuw gekozen lid O'Brien voor Mallow. Hij
verklaarde, dat de regeering het volk tot geheime
genootschappen gedreven had door het Landverbond
te onderdrukkendat op de samenstelling der ge-
zworenen bij de rechtbanken invloed was uitgeoefend
en de rechters partijdig waren. Hetgeen men als
het werk der regeering hierin mocht beschouwen,
was niet, dat zij de misdaden had ontdekt, maar
dat zij ze had uitgelokt. De redevoering veroor-
zaakte groote beweging, hetgeen bij de tegenwoordige
opgewondenheid der gemoederen zeer goed te be-
grijpen is. De onthullingen van den als kroongetuige
(verklikker) opgetreden Carey in het moordenaars-
komplot, waarvan de leden weldra te Dublin zullen
terechtstaan, maken allerwege diepen indruk, te
meer omdat hij verklaard heeft, dat de wapens en
de gelden door het Landverbond verstrekt zijn.
In de laatste zitting kwamen de Iersche aangelegen-
heden opnieuw aan de orde. De vroegere Minister
voor Ierland, Forster, verklaarde in den loop der be-
raadslaging, dat hij uit de regeering was getreden,
wijl zij hem meer uitgebreide macht tot bedwang
der ongeregeldheden weigerde. Hij wierp het Land
verbond de beschuldiging voor de voeten, dat het
niet, omdat het hem verveelt. Wees tegenover
hem, zooals hij is openhartig en eerlijk, weeg en
wik uw woorden niet angstig en laat vooral niet
blijken, dat gij een doo-luchtige hoogheid voor u
hebt. Dan zult gij wel goed bij hem varen. Een
vriend van de jacht te zijn is bij hem de beste
aanbeveling. Ten slotte zal het nu uw eigen schuld
zijn, als gij niet verzocht wordt op de aanstaande
herfstjachten." „Gij kunt er op rekenen, gene
raal, dat ik geen moeite zal sparen, zoodat ik als
uw plaatsvervanger eer zal behalen en tevens voor
mijn eigen rekening zal werken," antwoordde de
officier lachend, waarna hij vroolijk heenging.
Toen hij aan de deur van den Grijzen Ezel kwam,
trof hij den kastelein, die juist het bestelde ontbijt
voor zijn hoogen gast had binnengebracht. De
jonge officier vroeg//Is zijn doorluchtige hoog
heid de vorst van Biickeburg bij u afgestegen,
kastelein?" „Ja, mijn Grijze Ezel heeft die eer."
z/In welke kamer is de vorst ,/In de
herbergskamer." ,/Is hijalleen?" - „Moeder-
ziel alleen." ,/De commandant heeft mij gelast
dat ik den vorst namens hem moest begroeten.
Wees zoo goed mij aan te melden." „0ch, ga
zoo maar naar binnen, luitenant," zei de waard
lachend. //Dat zal nog beter zijn dan aanmeldeu.
Zijn doorluchtige hoogheid houdt van geen compli-
menten. Noem hem vooral geen vorst, of door
luchtige hoogheid, of Seren isz Mus, want daarvoor
heb ik al een duchtig standje gehad. Ziet ge, hij
rechtstreeks verantwoordelijk was voor de misdaden
iii Ierland. Paruell, het hoofd van het Landver
bond, kon hij niet beschuldigen van het beramen
van moorden, doch hij gaf niet onduidelijk te
kennen, dat hij hem wel degelijk, althans zijdelings
in de zaak betrokken aclitte.
In Pruisen heeft in het huis der afgevaardigden
een zeer vinuige beraadslaging plaats gehad tusschen
de regeering en eenige Roomsche afgevaardigden,
bij de behandeling der begrooting van eeredienst.
De verwachting, dat de vrede tusschen Berlijn en
Rome nog ver is, in weerwil van de briefwisseling
tusschen den Keizer en den Paus, werd daardoor
bevestigd. Bismarck was ook niet gelukkig met
zijn belasting—ontwerpen. De verhooging van de
patent—belasting voor den verkoop van sterken
drank en tabak werd zonder beraadslaging met
groote meerderheid verworpen.
In Italie houdt de Kamer zich tegenwoordig
bezig met de begrooting, doch vordert daarmede
niet bizonder vlug, daar de besprekingen telkens
worden afgebroken om verschillende vragen der
ambtenaren te behandelen.
Z. M. heeft benoemd tot Rentmeester van
het kroondomein, rentambt Tholen, W. H. baron
Taets van Amerongen, thans 2e rentmeesfer van
het kroondomein te Oosterhout.
Bij Koninklijk besluit van 23 Februari is
aan Jhr. Mr. W. M. de Brauw, op zijn verzoek,
eer vol on blag verleend als Minister van Kolonien,
met dankbetuiging voor de gewichtige diensten
door hem aan zijne Z. M. en aan den lande be-
wezen; en zijn aan den Minister van Marine W.
F. van Erp Taalman Kip tijdelijk de functien
van Minister van Kolonien opgedragen.
De commissie, die in de algemeene verga-
dering van den Yolksbond van 26 Augustus jl.
belast werd met een onderzoek naar de vraag:
//Hoe het gebruik van bier als volksdrank het
best kan worden bevorderd," deelt in een circu-
laire mede, dat zij zich voorstelt het beoogde doel
te bereiken, wanneer de Bond het patronaat op
zich neemt van bieren, die aan vooraf vastgestelde
eischen voldoen. Zij zal traehten de door haar
goedgekeurde biersoorten tijdens de internationale
tentoonstelling, gedurende dezen zomer te Amster
dam te liouden, voor hare rekening op of in de
nabijlieid van het tentoonstellingsterrein te koop
te stellen, ten einde er de algemeene aandacht op
te vestigen en door tusschenkomst van de afdee-
lingen van den Bond het gebruik er van in alle
oorden des lands aan te bevelen en te bevorderen.
De vereischten, die de commissie aan de door
is bier in den Grijzen Ezel een inconito, zooals men
pleegt te zeggen en wil de jager van Biickeburg
genoemd wezen. //Zoo Is zijn doorluchtige
hoogheid incognito hier als jager vroeg de officier,
die niet zeer verwonderd was na alles, wat hij van
den commandant had gehoord en zich reeds ver-
heugde, omdat hij nu een nieuwe zonderlinge gril
van den vorst aan zijn generaal zou kunnen verhafen.
//Dus wil hij den jager van Biickeburg heeten."
z/Juist zoo is het, antwoordde de kastelein. Hij
is een inconito oi incogito en ik raad u aan, dat
gij den vorst en de doorluchtige hoogheid en den
Eeren isz Mus gelieel achterwege laat, iiidien gij
vriendelijk ontvangen wilt worden." Hooge
heeren mogen vreemde luimen hebben," sprak de
officier lachend, die nog in beraad stond, of hij
het werkelijk zoo maar zonder eigen verlof van
den vorst zou mogen wagen op de mededeeling
van den kastelein alleen zijn doorluchtige hoogheid
als jager aan te sprekenmaar hij besloot, dat hij
zichzell maar zou voorstellen, dat hij dan zijn
zending zou volvoeren en wachten op een wenk
ot een woord van den vorst, waaruit kon blijken,
of deze incognito wilde blijven. Dus ging hij
naar binnen en stapte stram en stijf naar Lippolt,
die zich zijn ontbijt goed liet smaken met de
woordeneroorloof mij, dat ik mij mag voor
stellen als luitenant an der Groven, adjudant van
den vesting-commandant." Lippolt scheen niet
biister verheugd over die onverwachte stoornis in,
haar aan te bevelen biersoorten meent te moeten
stellen, zijn de navolgende: dat het bier uitslui
tend gebrouwen zij uit mout, hop, gist en water,
zonder latere bijvoeging van andere zelfstandighe-
den; voorts, dat het zij helder en doorschijnend,
met een alcoholgehalte van niet hooger dan 3 pCt.
en niet lager dan 1 pCt.dat het zij aangenaam
van smaakverfrissend en opwekkend werkegeen
schadelijke werking te weeg brenge en bij het
schenken een fijn en dicht schuim (geen kunst-
schuim) ontwikkele, terwijl eindelijk de prijs niet
meer dan 10 centen per liter mag bedragen.
Brouwers, die hun bier door den Bond aanbe-
volen en verspreid willen zien, worden verzocht,
zoo mogelijk voor den 15 Maart en andersuiter-
lijk 1 April, franco zes proefflesschen te zenden
aan den voorzitter der commissie, den heer L. P.
Smidt, arts, Weteringschans 16, naast de cellulaire
gevangenis te Amsterdam, en desverkiezende zich
om nadere iulichtingen te wenden tot den secretaris
Mr. L. Stevens, wonende aldaar in de Nieuwe
Spiegelstraat no. 7Het onderzoek zal geschieden
door of namens de commissie, terwijl professor
Dr. J. W. Gunning zich welwillend bereid heeft
verklaard, haar als scheikundig adviseur ter zijde
te staan. De flesschen moeten voorzien zijn van
etiquette of een vastgehecht kaartje, vermeldende
den naam en den woonplaats van den brouwer,
den naam van het bier, zoo mogelijk het alcohol
gehalte en de soort en aard van het water waar-
mede het bier is gebrouwen.
Daar de vorm der tegenwoordige muntbil-
jetten tot vele bedenkingen aanleiding geeft, zullen
deze worden ingetrokken zoodra het mag gelukken,
voor nieuw uit te geven biljetten een meer geschikt
model te vinden. In verband hiermede bevelen
wij ter overweging aan, of tegen een veel kleiner
model, op de capaciteit der meeste portemonnaies
berekend, bezwaar zou bestaan.
De vraag of muntbiljetten van 5 zullen wor
den vervaardigd, is bij den Minister van Financien
in nader onderzoek.
De anti—revolutionaire gemeenteraadsleden iu
Friesland zullen 1 Maart e. k. te Dokkum sameu
komen tot bespreking van1. De armenverzorging
in Friesland vereischt dringende verandering. 2.
De hooge uitgaven door onze gemeenteradeu ver-
eischen dringend inkrimping. 3. De verhoudiug
van gemeenteraden en Gedeputeerde Staten. 4. De
verhoudiug van burgemeesters tot gemeenteraads
leden. 5. Wat te denken over het verwijt dat
gemeenteraadsleden, ijveraars voor het bizonder
onderwijs, daardoor meineedig zouden worden? 6.
Kan een orthodox predikant of gemeentelid, die
de bizondere school als de nationale school be-
schouwt, met vrij geweten zitting nemen in het
plaatselijk schoolbestuur.
zijn ontbijt; maar hij stond toch op, maakte een
buiging en sprak forsch: ,/En ik ben de jager
van Biickeburg. Wat is er van uw dienst?"
//De commandant laat u door mij zijn leedwezen
betuigen, dat ziekte hem verhiudert persoonlijk
zijn opwachting te komen maken. Tevens moest
ik u verzoeken, mij te zeggen, wat gij misschien
te bevelen zoudt hebben," antwoordde de adjudant.
//O, al te goed, waarlijk al te goed," zei de jager,
die waarlijk verrast en overbluft was, door de zeer
ongewone voorkomendheid en goedheid van den
generaal, die hij toeschreef aan den vertrouwelijken
omgang, dien beiden op de vorstelijke jachten
hadden aangeknoopt. ,/Ik geloof waarlijk, 'dat de
generaal mij, een ouden jager, verlegeu wil maken.
llij is dus tot mijn spijt onpasselijk." vIIij
lijdt weer aan de jiclit." //Nu, dat zal wel
weer overgaan," sprak Lippolt, ,/want wij zouden
ongaarne hebben, dat wij zulk een goed schutter
en zulk een prettig mensch als gast zouden moeten
missen op de naderende herfstjachten." De
jonge officier was zeer blijde, dat het gesprek zoo
ongedwongen op de jacht kwam, omdat hij nu
in zijn vaarwater was en antwoordde levendig„0,
wat dat aangaat, daar zou hij zelf het meest over
klagen, indien hij geen gevolg kon geven aan het
waarlijk benijdenswaardig aanzoek van deelgenoot
te ziju aan die jachten, welke, naar men mij heeft
verhaald, buitengewoon goed geleid en wildrijk
moeten wezen. Ten minste zou ik in zijn plaats
TER VEI m,S( HE (OIRWT.