Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 184?.
Zaterdag 27 Januari 1883.
28e Jaargang.
ItEkEND.MAKING.
Binnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. "Voor Belgie 1,40. Yoor Amerika 1,82$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Po9tdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYERTENTlfiN:
Yan 1 tot 4 regels 0,40. Yoor elke regel meer 0,10. Grootere letters
wordeu naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
Kit bl:id verschijut l)in*>din eu Vri.Mliigiivoud hij dcu uitscvcr J. K. G. B II O SI T te Tcr Kcuzcu,
In den loop der maand Februari a. s. moeten,
ter voldoening aan art. 8 der betrekkelijke ver-
ordeniug, alle mannelijke ingezetenen, wonende in
de kom der gemeente, geboren in het jaar 1852,
en ook die van ouderen leeftijd, voor zoover zij
him 50e jaar nog niet zijn ingetreden, die in het
vorige jaar zich in de gemeente hebben gevestigd,
ter gemeente-secretarie aangifte doen om voor de
dienst bij de brandweer te worden ingeschreven.
Die deze aangifte verzuimeu wordenonver-
minderd de daartegen bedreigde boete, ambtshalve
ingeschreven, of, wanueer het verzuim eerst na de
loting wordt ontdekt, zonder loting in dienst gesteld.
Ter Neuzen, 24 Januari 1888.
Burgemeester en Wethouders aldaar,
J. A. VAN BOVEN, Burgemeester.
J. DIELEMAN, Secretaris.
Opnieuw is het Egyptische vraagstuk het onder-
werp geweest van openbare redevoeringen op
kiezersvergaderingen in Engeland. Zoowel te Man
chester als te Blackburn heeft de Staats-secretaris
van Oorlog, Lord Ilartiugton, in een daar gehouden
rede betoogd, dat de tocht naar Egypte een on-
vermijdelijke noodzakelijkhcid was geweest. Blijk-
ba ir was hetgeen de Lord zeide niet zoozeer tot
zijn hoorders gericht als wel tot Frankrijk en zijn
bewind. Terwijl hij verzekerde, dat de regeering
besloten had Egypte te verlaten, zoodra daar een
naar Engeland's inzichten vaste regeering zal zijn
gevestigd, deelde hij ter loops rnede, dat Enge-
lands liandelingen in Egypte bij voortduring in-
stemming vinden bij schier alle mogendheden,
behalve Frankrijk, dat een overdreven beteekenis
hecht aan het afgeschafte twceledir geldelijke toe-
zicht en een slecht denkbeeld koestert van Enge-
land's oogmerkeu. Hij geloofde echter dat die
miskenning zou ophouden zoodra men den Engel-
scheu geldelijken raadsman aan het werk zou
zien. Uit de taal der Fransche dagbladen blijkt
echter, dat het zeer te betwijfelen is, dat Frankrijk
zich maar ook goedschiks in dien nieuwen toestaud
zal schikken.
In Frankrijk zijn thans behalve de Egyptische
kwestie eu het gedrag van Pnns Krapotkin met
ziju gezellen, de voorstellen aanhangig, die de
regeering bij de Kamer heeft ingediend om de
noodige macht in handen te hebben tegenover
hen, die aanslagan mochten willen maken tegen
de republiek. Enkele afgevaardigden hebben, met
het oog op de woelingen der Koningsgezinden en
de geruchten eener samenzwering, die op het punt
van uitbarsting zou zijn, tegeu-voorstellen van
meer ingrijpendeu aard gedaan, doch verscheidene
Ministers hebben verklaard te zullen aftreden indien
die voorstellen werden aangenomen. Het Journal
des Debats en de Temps leverden belangrijke
artikelen tegen het aannemen van uitzonderings-
wetten. In naam der vrijheid, die ten bate van
alien veroverd is, bidden zij de afgevaardigden
zich niet te begeven op die noodlottige hellng,
welke tot den ondergang der republiek moet voeren.
Eugenie, de vroegere Keizerin der Frauscheu, is
te Parijs aangekomen. In de Kamer is de beraad-
slaging over de hervorming der rechterlijke inrich-
ting geopend. De Minister ontwikkelde zijn ont-
werp en bestreed het stelsel van verkiezing der
rechters. Op verschillende banken heerschte rumoer.
In Duitschland is bij den Eijksdag een voorstel
ingediend tot het invoeren van een beursbelasting,
dat ten doel heeft een hoogere opbrengst der
Eijkszegelbelasting te verkrijgen. Door verschil
lende sprekers werd het voorstel als ondoelmatig
bestreden.
In Oost—Rumelie blijft de toestand steeds zeer
gespannen. Er is reeds gewezen op de moeielijke
positie van Aleko Pacha, tusschen den Russischen
Consul-Generaal, die de zaken des lands wil be-
sturen en de Porte die den Gouverneur in het
ongelijk stelt.
Voorts rees het conflict tusschen de Nationale
V ergadering en de Suzereine macht over de ver-
mindering van de jaarlijksche schatting eu thans
spreekt men weder van vijandelijkheden tusschen
de Christen en de Mahomedaansche bevolkmg.
Daaromtrent wordt nl. uit Sofia bericht, dat de
Muzelmansche bevolking een opstand voorbereidt.
Het comite te Konstantinnpel zou wapenen ge-
von ien hebben, die ovengens door het gouverue
ment der proviucie in beslag genomen zijn. Tevens
meldt men, dat in stilte troepen langs de grenzen zijn
georganiseerd en de Christenen maatregelen nemeu.
Te Montenegro heeft de Oostenrijksche invloed
twee malen een belangrijk echec veleden. De Pre
sident van het Montenegrijnsch Kabinet Macha
Vrbitza, die een vriend was van den Oostenrijkschen
Consul-Generaal en aan wien men het te danken
had, dat Montenegro een schijnbare neutraliteit be-
waarde tijdens den opstand in Rumenie, is sedert
eenige dagen vervangen door Bojo Petrovics, een
hevig vijand van Oostenrijk-Hongarije. Het tweede
echter zal waarschijnlijk de vervanging van den
Minister van Finantiiin teweeg brengen. De nieuwe
Minister Maternovics is een in de politieke wereld
weinig bekend persoon, doch zijn post als aide de
camp van den Vorst, doet veronderstellen dat hij
Rusland is toegedaan, zooals nagenoeg de geheele
militaire partij in Montenegro.
Terwijl het moordcomplot in Ierland voornamelijk
de aandacht bezig houdt en men uitziet naar de
bevestiging van het gerucht, dat de moordenaars
van Lord Cavendish en Burke terecht zullen worden
gesteld, zijn drie van de onstuimigste volksredenaars
der nationale partij, Davitt, het parlementslid Healy
en Quin door den rechter veroordeeld tot het stellen
van een borgtocht voor bun beter gedrag in de
toekomst, of zoo zij dit weigeren, tot een gevan-
genisstraf van zes maanden.
In de Rijks-Postspaarbank is van II tot 20
dezer meer ingelegd dan terugbetaald f 40,208,24.
In het geheel is meer ingelegd f 2,076,078,28.
Bij de jl. Dinsdag gehouden herstemming
voor een lid van den gemeenteraad te Goes, is
gekozen de heer II. de Wilde met 163 stemmen.
De heer D. Hildernisse bekwam er 132.
De gemeenteraad van Ylissingen heeft de
directie vau den stoomtram voor den tijd van een
jaar uitstel verleend van het leggen van spoorstaven
naar de buitenhaven en naar het badhuis. Door
den burgemeester werd toezegging gedaan, dat door
een deskundige een ouderzoek zal worden ingesteld,
of de gebreken in den dienst aan de wijze van
exploitatie of aan force majeur moeten worden
toegeschreven.
Naar een bericht uit Amsterdam wordt de
lijn van daar op New-York van de „Koninklijke
Stoomboot-Maatschappij" met 1 Februari a. s. opge-
heven wegens een overeenkomst, gesloten met de
directie der „Ned. Am. Stoomvaart-Maatschappij,"
die voortaan deze lijn geheel zal exploiteeren en
daaftoe de stoomschepen Jason en Stella vau de
//Kon. Stoomboot-Maatschappij," onder hanr vloot
zal opnemen.
In de jl. Woensdag gehouden zitting der
Eerste Kamer is na uitvoerige verdediging door
den Minister van Waterstaat, die dichting van de
Ileerewaedsche overlaten als nimmer schadelijk
kenschetste, daar ze ook niet baten tenzij de Maas-
dijken zijn door.rebroken, die misrekenining on-
mogelijk achtte en het financieel bezwaar bestreed
met de opmerking, dat de spoorweguitgaven binnen
eenige jaren ophouden, het ontwei-p tot verlegring
van de uitmonding van de Maas nog breedvoerig
bestreden door de heeren Borsius, Iluijdecoper en
Van Naamen en ten slotte aangenomen met 21
te en 18 stemmen.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen ee>i
ontwerp tot bekrachtiging van den onderhandschen
verkoop aan de gemeente Yenlo van voormaLge
vestinggronden aldaar.
De heer J. Dirks, die den elfden dezer als
eerstaanwezend ingenieur van de kanaalmaatsehappij
zijn betrekking heeft neergelegd, heeft zich verbon-
den om in het voorjaar, na eerst de droogdokken
van Marseille en Toulon te hebben bezocht, naar
Chili te reizen met eeue opdrucht van het Chileen-
sche gouveniement betrekkelijk den aanleg van
droogdokken daar te lande. Den 17 Maart vertrekt
de heer Dirks van Bordeaux naar Valparaiso.
Wij herinneren belanghebbenden, dat alle
kennisgevingen of declaration van verschuldigd
schoolgeld of quitantien vrij van zegel zijn, m ts
op deze stukken gesteld worde: vrij van zegel in-
gevolsre Koninklijk besluit van den 14 April 1871
no. 11.
Het aantal invalieden, dat thans te Bronbeek
de welverdiende rust geniet en in de voorrechten
deelt aan die uitnemende instelling verbonden,
bedraagt 192. Hiervan ziju 117 Nederlanders,
34 Belgen, 22 Duitschers, 2 Zwitsers, 5 Frauscheu,
1 Oostenrijker en 1 Zweed.
Onder die 192 personen is er een 91, een van
86 en een van 81 jaar, 21 zijn tusschen de 70
en 80, 60 tusschen de 60 en 70, 54 tusschen de
50 en 60, 28 tusschen de 40 en 50, 21 tusschen
de 30 en 40 en 5 tusschen de 20 en 30 jaar.
Het gezamenlijk aantal jaren bedraagt 10,702, dus
de gemiddelde leeftijd is 56 jaar.
Dinsdag had te Muiden de teraardebestelling
van't overschotder slacht,offers plaats. Den geheelen
dag luidden de kerkklokken. Met tusschenpoozen
werden de lijken weggebracht. Ten negen ure trok
de eerste stoet door de straten naar het kerkhof,
even buiten de Amster lamsche poort, waardeweg
rechts naar de fabriek en de ander links naar den
doodenakker leidt. 't Was de 19jarige J Yis.
Zijn vader volgde het lijk met twee kleme broertjes
van den overledene. Ten 10 uur volgde dat van
Jongkind, een 35jarig man. Bij het graf sprak
de predikant Den Boer. Hij zeide o. a. dat deze
Jongkind geen lust had gehad om op de fabriek te
werken en er eerst, op aansporiug van zijne vrouw,
's morgens toe overgegaan was. Om 12 uur had de
begrafenis plaats van den kruitbaas, die aan de
gevolgen van schrik is overle en. Aan het graf
werd het woord gevoerd door den predikant Den
Boer en den heer Bredius, directeur der fabriek,
die den begravene roemde om zijn ijver, plichtsbe-
trachting en godsdienstigheid. In den namiddng
was nog de beurt aan wijlen Klok en Van der
Sluisnog werd een kist met onherkenbare over-
blijfselen grafwaarts gedragen, en toen eerst was de
doodenakker voor lieden voldaan.
De vijf gewonden die te Muiden wordeu ver-
pleegd zijn gelukkig beterende, en ook de vrouw
van den kruitbaas is herstellende.
Zondag jl. was de weg van Muiden naar Weesp
steeds vol menschen en was bijna niet begaanbaar
te Weesp werd bepaald gevochten om in den trein
te komen en van Amsterdam kwamen gedurig
led ge treinen aan om de menschen te vervoeren.
Wie een plaats was machtig weten te worden gaf
die niet op, al zat hij 1 e klasse met een 3e klasse
biljet. De conducteurs konden er uiets aan doen.
Terwijl men op de treinen van den Oosterspoorweg
in bagagewagens was gepakt en zelfs eenigen op
de buffers der wagens stonden, waren er op den
stoomtram die zich aan de wagens lieten hangen.
Op den stoomtram werden soms geregelde gevech-
ten gelever 1Men berekent dat door den spoor-
weg bij de 20,000 menschen naar en van Weesp
zijn vervoerd, terwijl de Gooische stoomtram te
Amsterdam 10,467 kaartjes afgaf. Hoeveel per
sonen bovendien per gewoon rijtuig of te voet zijn
gegaan, is met geen mogelijkheid te ramen.
Er heeft zich eene commissie gevormd met den
burgemeester aan het hoofd tot leniging van de
ellende, die door de ramp aldaar is ontstaan.
T«r Neuzen, 26 Januari.
Jhr. Mr. R. A. Klcrck heeft in de eerste aflevering
van De Militaire Gids een zeer degelijke en be-
laugwekkende beschouwing gcleverd over een onder-
werp, dat de ernstigste overwegiug verdiend, vooral
ook ter wille van de ingrijpende vraagstukken van
internationaal recht, welke er mee in verband staan.
Hij wijde namelijk zijn aandacht aan de kwestie
der verplichtmg van Nederland tot handhaving
van zijn neutraliteit op de Wester-Schelde.
Eerst stelt de schr. in het licht, hoe vraag
stukken van internationale politiek doorgaans den
Nederlander geheel koud latenalleen wat men
noemt handelspolitiek acht men een zaak van ge-
wicht. Toch behoort de Regeering van een kleinen
Staat zich op internationaal terrein nog aan iets
anders dan enkel aan handelsstaatkunde te laten
gelegen liggen.
Het onderwerp, hetwelk in 1874 practisch aan
de orde kwam door het voorstel van den heer De
Roo van Alderwerelt, die de vestingen Ter Neuzen
en Ellewoutsdijk, welke in de vestingwet-Weitzel
nog behouden bleven, wilde doen vervallen. De
meerderheid der Kamer oordeelde met de Regeering,
dat de genoemde sterkten niet moesten worden
geslecht, omdat haar behoud ons alleen in staat kon
stellen den doortocht door de Wester-Schelde met
goed gevolg te beletten.
Voordat de schr. den loop en de uitkomst der
toenmalige discussie resumeert, geeft hij, in korte
trekken, de algemeene betrinselen aan, door het
volkenrecht gehuldigd omtrent de rechten en plich-
ten der neutralen ten opzichte der oorlogvoerende
partijen, met betrekking tot 't vvrblijf en den door
tocht der vijandelijke strijdkrachten over het onzijdig
grondgebied.
De schr. komt te dien aanzien tot het resultaat,
dat de Staat kan, en tevens, volgens de overgroote
meerderheid der schrijvers en de algemeen aange
nomen begrippen omtrent volkenrecht, den doortocht
over zijn waterwegen evenals over zijn landwegen
in oorlogstijd ten strengste moet verbieden.
In Maart 1874 was er ook dan geen enkel
Kamerlid, die 't gevoelen verdedigde, dat wij den
doortocht over de Wester-Schelde, in tijd van krijg,
niet als een schending van onze onzijdiglieid be-
hooren te beschouwen. Iiet debat liep vooral
over de vraaghoe wij onze neutraliteit behooren
te handhaven.
De schr. releveert ook nog hetgeen, zoowel door
den Minister Weitzel als den heer Cremers, tegen
de stellingen van de heeren De Roo, Van Lynden
en Van Zuvlen werd aangevoerd, om dan het gunstig
resultaat van die bestrijding te constateerenhet
voorstel-De Roo werd met 35 tegen 30 stemmen
verworpen.
Nadat de heer Klerck nog het laatste nood-
argument, dat de Schelde niet is een rivier, maar
een zeearm, te hebben ontzenuwd, komt hij tot het.
feit, hoe de voorstanders der slooping van de
vestingwerken van Ter Neuzen en Ellewoutsdijk
een krachtigen bondgenoot vinden in de tegen-
woordige Regeering, die, bij de herzieuing van
de Vestingwet, voorstelt, de bewuste vestingen te
doen vervallen. De Regeering is van meeuing,
dat wij onze neutraliteit op de Schelde behooren
te handhaven, doch zij wil dit overlaten aan de
vloot. In de kamer vond dit denkbeeld reeds
weerftand. Vele leden meenden, dat de Regeering
geh el over het hoofd heeft gezien, lioe in 1874 dit
vraagpunt buitengewoon uitvoerig was behandeld,
en de kwestie van internationale politiek daarbij
op den voorgrond was gesteld. Het was dan ook
niet uitsluitend de vraag, of die werken voldoende
waren om aldaar onze neutraliteit te verdedigen,
al stond het ook naar'het gevoelen dier leden
vast, dat zij in verband met een deel onzer vloot
een niet te versm den geheel zouden vormen,
maar, zoo werd zeer terecht opgemerkt wij
zouden ons, werden de vestingw rken Ter N -uzen
en Ellewoutsdijk geslecht, bij mogelijke verwikke-
lingen tusschen vreemde Mogendheden aan het
verwijt van onwil blootstellen, door ons uit vrije
beweging van de middelen te hebben ontbloot,
die ons krachtiger konden maken bij het beletten
van den doortocht an oorlogsschepen, welke tot
ber.iking van oorlogsdoeleinden de Schelde zouden
willen opvaren. Niet het aanwenden van pogingen
om onze neutraliteit te handhaven, maar juist het
verzuimen daarvan, zou ons in de onaangenaam-
he ien kunnen brengen, waarop door sommige leden
de aandacht was gevestigd. Ten slotte werd nog
gewezen op het belang, om een vast punt in
Staats-Ylaanderen te bezitten, met het oog op
sommige denkbare politieke verwikkelingen.
De Regeering volhardde bij haar gevoelen, zich
daarbij groudende op 't motief, dat Ter Neuzen eu
Ellewoutsdijk voor het doel, met het behoud dier
sterkten beoogd, onvoldoen le zijn. Zij beroept
zich voorts op Maastricht, ook als vesting opge-
heven, ondanks de voorleelen, welke zij aan onze
defensie schonk. De schr. daarentegen gaat uit van
't standpunt, dat die laatste vergelijkiug niet op-
gaat, terwijl hij in elk geval, zelfs toegevende,
dat de beide sterkten niet zoo sterk meer zijn,
gelooft, dat het aan de oorlogsschepen, die even-
tueel op de Schelde zullen worden gestationeerd,
om den doortocht door die rivier te beletten, ge-
TER \El'ZE\iS(llE (0WIA\T
i'olioek t v«*rzi«;ln.