Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 1845.
Znterdag 20 Januari 1883,
28e Jaargaog,
Hinnenland.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Franco per post: Voor
Nederland 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika f 1,32$.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADYERTENTIEN:
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer /0,10. G root ere letter*
worden naar plaatsruimte berekend.
Men kan zich abonneeren tot het plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prrjs.
iMt bind verwcbljnt Uiiiwdns- cn Vrljttngavoud bij den ultcever J. 14. G. D H O SI T te Ter Neuzen.
t»olit Ov.Tzinlit.
Prins Napoleon heeft begrepen, dat het hoog
tijd was, om voor het bonapartisme een eclatante re
clame te maken en hij heeft een mooi en kras manifest
geschreven, waarmede de Parijzenaars op den ver-
jaardag van den dood van den Keizerlijken Prins zijn
verrast geworden. Aan alle muren was het aan-
geplakt en bovendien in de Figaro opgenomen.
Ilet handelt over de ongeschiktheid der regeering,
de oneenigheid der Kamers, het verval van het
leger, de verdorvenheid van de rechterlijke macht,
den achteruitgang van den handel, de verkwisting
der finantien, het aangroeien van de staatsschuld.
De godsdienst, door de goddeloosheid vervolgd,
wordt niet beschermd. En toch zegt het mani
fest is dit groote belang van elke beschaafde
maatschappij gemakkelijker in beschermiug te nemen
dan elk ander, door de eerlijke toepassing van het
Concordaat, dat ons alleen den godsdienstvrede
vermag te geven. De sociale vraagstukken eischen
een emstige studie, welke het manifest belooft.
Het veroordeelt verder de buitenlandsche staatkunde
en wijst de overeenstemming af met de aanhangers
van het Huis van Bourbon. De Napoleons
zegt het ten slotte vertegenwoordigen de recht-
streeksche souvereiniteit van het volk.
Wat een plebisciet tot stand gebracht heeft, kan
alleen door een nieuw plebisciet vervangen worden.
Ik vertegenwoordig niet eene partij, maar eene
zaak en een beginsel.
Deze zaak is die van alien, veel meer dan van mij.
Dit beginsel is het recht, dat het volk heeft
om zijn Hoofd te kiezen. Eene looehening van
dat recht is eene aanrandiug van de nationale
souvereiniteit.
De regeering zakt ineenmaar eene groote
democratic als de onze kan zich niet lang ont-
trekken aan de noodzakelijkheid om het gezag
te vestigen. Het volk heeft er het bewustziju
van. Het heeft dit getoond bij de acht plebiscieten
van 1800, 1802, 1804, 1815, 1848, 1851, 1852
en 1870.
Fransclien, gedenkt de woorden van Napoleon I
,/Al wat er gedaan wordt zonder het volk is
onwettig."
De politie heeft de plakkaten afgescheurd en den
Prins gearresteerd, maar aan de radicalen zal het
niet Kgyen, zoo de pretendent zijn doel niet bereikt.
In de Kamer verklaarde de Minister van Justitie,
dat de Prins was gearresteerd, evenals ieder ander,
die, zich aan opruiing schuldig maakte, zonder dat
de regeering daartoe biz mdere bevelen had gege-
ven, ofschoon zij de verantwoordelijkheid er voor
op zich nam. Met 417 tegen 89 stemmen werd
de houding der regeering goedgekeurd.
F KU I LL KTQ N.
6) Ebba, de dochter van den Scboolnieester.
(Slot.)
Ik verliet Ebba niet, maar werd haar helper en
haar knecht. Iedereen geloofde dat wij bloedver-
wauten waren. De zaak ging goed en navijfjaar
kou Ebba het huisje van mijn tante koopen, hoewel
zij de kosten voor de opvoeding van haar kinderen
ook betaalde. Omstreeks di :n tijd kwaamt gij bij
ons inwonen, dames. In die vijf jaar had zij haar
kinderen niet meer gezien maar ik bezocht z' elken
Zondag en bracht haar dan tijding over haar lie-
velingen. Eerst nu, na vijfjarige scheiding, durfde
zij ze weer bezoeken en ging zij op een Zondag
met mij mede. De kinderen kenden haar niet meer.
Ik zei dat zij de trouwe dienstbode van hun ouders
en de verpleegster van hun eerste jeugd was geweest.
De gouverneur voegde er bij, dat zij eigenlijk de
persoon was, die voor hun opvoeding zorgde. Sinds
ging Ebba elken Zondag mede naar haar kinderen.
Wij hadden samen zes jaar gewerkt, toen ik op
zekeren dag een brie) van mijn vader ontving waarin
hij mij schreef dat mijn moeder ziek was en mij
wilde spreken. Ebba liet mij gaan en zei wee-
nend #Ga maar naar onze geboorteplaats. Dan
hoor ik ook nog iets van mijn vader, die reeds
zoolang zijn dood genoemde dochter heeft beweend.
Groet hem van de doode Ebba.'" Ik reisde af
en toen ik te Stenbronik kwam, was mijn moeder
al aan de beterhand. 's Morgens na mijn aankomst
vroeg mij mijn vader of ik mede op bezoek wilde
Maar nu kwam het lid der Kamer Floquet met
een voorstel, om aan alle leden der over Frankrijk
geregeerd hebbende familien het verblijf op Fransch
grondgebied te ontzeggen. Dit zou de officieele
erkenning zijn van de positie van pretendent, die
Prins Napoleon zich aanmatigt en er meer dan
zijn manifest toe bijdragen, hem het prestige te
schenken, dat hem tot nog toe geheel heeft outbroken.
Ook de Prinsen van Orleans zouden worden ge-
troffen, die zich wel hebben gewacht de wetten des
lands te overtreden en zelfs de republiek hebben
gediend. Zoo zij werden gebannen, zou het zeker
den indruk maken, dat de republiek zich minder
sterk gevoelde, dan toen zij, de onrechtvaardigheid
des Keizers gedeeltelijk goed makende, hun hunne
verbeurd verklaarde goederen teruggaf; en voor
haar kan niets gevaarlijker zijn, dan de overtuiging
te wekken, dat zij zich zwak gevoelt en in haar
angst onrechtvaardig handelt.
Desniettemin heeft de Kamer, door hartstocht
verblind, met overgroote meerderheid besloten, het
voorstel van Floquet urgent te verklaren.
Aanvankelijk heeft derhalve Prins Napoleon suc-
ces gehad op zijn manifest.
In de hoofdstad van Ierland is de politie's nachts
weder aangerand. Vier der aanvallers zijn in hau-
deu der justitie. Men zegt, dat het studenten zijn.
Uit Rusland komt het zeer verrassende bericht,
dat in weerwil aan de laatste roeringen der nihi-
listen, de Keizer met zijn gezin het paleis Amitchkoff
te St. Petersburg heeft betrokken om voortaan
weder voor goed in zijn hoofdstad te wonen. Alge
meen heeft dit moedig besluit een gunstigen indruk
gemaakt. Er wordt wel wat met luchthartigen
overmoed bijgevoegd, dat de nihilisten afgedaan
hebben en niet meer te vreezen zijn. Deze mede-
deeling heeft echter een in het oog vallend ver-
band met het gunstige overzicht van Ruslands
geldmiddelen, dat tevens openbaar is gemaakt, zoodat
zelfs een leening in 1883 niet noodig zal blijken
te zijn. Dit laatste is vooral opmerkelijk, omdat
„qui s' excuse, accuse" liier toepasselijk kan zijn.
Eerst geld, dan oorlog.
Z. Exc. graaf Van Lijnden van Sandenburg,
Minisier van Financien, is door den Shah van
Perzie benoemd tot ridder le kl. der orde van den
Leeuw en de Zon.
Z. II. Paus Leo XIII heeft tot kanunnik van
het kathedraal kapittel van het bisdom 's Bosch
benoemd den heer P. P. Fleijssen, pastoor te Grave,
deken van het district Cuijck.
gaan bij schoolmeester Sten. Dit nam ik gaarne
aan, omdat ik er toch been wilde. Wij gingen.
Ik geloof dat ik nog niet gezegd heb, dat de school-
meesterswoning bestond uit een groote kamer, een
woonkamer en een keuken gelijkvloers en twee
bovenkamers. Het was juist zomervacantie en
schoolmeester Sten zat op de bank voor zijn deur
een pijpje te rooken. Hij zag er nog sterk uit
de tand van den tijd scheen hem te sparen en zijn
haren toonde nog maar enkele grijze lokken. Hij
kende mij niet, voor mijn vader hem zeide, wie
ik wasmaar toen werd hij blijde. Hij schudde
mij de hand en bedankte mij, omdat ik voor zijn
dochter zulk een trouw vriend was geweest. Hij
vroeg mij of zij een goede echtgenoot en moeder
geweest was. Ik verzekerde hem, dat hij aangaande
zijn dochter in alle opzichten tevreden en gerust
kon wezen. Wij spraken nog eenigen tijd over
Ebba en over het treurige lot van den ouden
baron. Ook over Gustaafs zuster, over de gravin,
spraken wijwaarna Sten opstond en mij met een
veelbeteekenden blik op mijn vader vroeg wZoudt
gij eens niet op de bovenkamers willen gaan kijken,
naar een oude kennis Ik dacht aan een
kameraad uit mijn jeugd, die misschien ondermees-
ter bij Sten was geworden en wij gingen naar boven.
Mijn vader bleef beneden. Wij kwamen in de
eerste kamer, die juist gemeubileerd was als de
kamer van den ouden baron op Stenbronik. De
portretten van den baron, van de barones, van
Gustaaf en van Marianne hingen aan den wand.
Ik stond verbaasd en keek naar den ouden familie-
bijbel met zilveren beslag, dien ik als kind zoo
De kapt. J. J. de Vos, van het 3e je-
gement infanterie te Bergen op Zoom, heeft pensioen
aangevraagd.
Uit De venter schrijft men: Nog slechts 70
gezinnen hebben hun woningen weder betrokken; de
overigen, nog ruim 80, zullen dat voorbeeld echter
weldra volgen. Dinsdag jl. liet de commissie voor
den waterstaat nog voor ruim 400 personen kokeu.
Woensdag wordt niet meergekookt. De 70 nood-
lijdende gezinnen hebben alien met opgeruimdge-
moed hun tijdelijk verblijf in de stad verlaten en
zijn weder naar buiten de stad verhuisdalien zonder
onderscheid roemden zeer de behandeling der com
missie en waren er haar zeer dankbaar voor.
Uit den boedel van wijlen den notaris J.
Schuijten Hz., in Februari 18^1 te Dortrecht over-
leden, kan aan de crediteuren 17"/ioo pet- uitge-
keerd worden. Het passief bedraagt f 630,975,91$,
het actief f 127,546,80$, waarvan voor preferente
schulden en diverse uitgaven f 14,917,60$ afgaat.
HH. MM. de Koning en de Koningin hebben,
naar men meldt, HDr. bezoek aan de hoofdstad
bepaald op 39 April. Van Amsterdam zouden
zij dan naar Engeland vertrekken, om aldaar, op
een Theems-villa bij Richmond, tot 23 April te
vertoeven.
Woensdag jl. heeft de rechtbank te Hee-
renveen een belangrijke beslissing gegeven ten
aanzien der vraag of de door den vroegeren
notaris De Haan in zijn proces-verbalen van
publieke verkoop van onroerende goederen opge
nomen voorwaarde „betaling ten kantore van mij,
notaris", alleen bevat de aanduiding van de plaats
der betaling, dan wel of daarin ook de machtiging
tot ontvangst der kooppenningen ligt opgesloten.
De rechtbank besliste in eerstgemelden zin, en
daarna, dat de koopers, die aan den vroegeren
notaris De Haan betaalden, daardoor niet deugdelijk
gekweten waren tegenover de verkoopers. Op dit
punt werd de kooper-gedaagde derhalve in het
ongelijk gesteld, doeli tevens besliste de rechtbank,
dat door hem het bewijs was geleverd, dat de ver-
kooper dodr de betaling werkelijk gebaat was
geworden, weshalve aan den eischer zijn vordering
werd ontzegd.
Omtrent het ongeluk, dat Dinsdagmorgen
met den ten 6,25 van's Hage vertrokken trein even
voorbij Voorburg heeft plaats gehad, meldt men
nog het volgende De brug over den Vliet aldaar
was opgelaten en van een trein, die door het stop-
pen te Voorburg gelukkig nog slechts geringe
snelheid had, stortte de locomotief tusschen de brug-
gehoofden omlaag, maar bleef tusschen de hoofden
dikwijls had bewonuerd en die nu op een tatel
voor de canapd lag. Een geruisch in de aangren-
zende kamer deed mij daarheen kijken. De deur
ging open en een oude man verscheen op den drem-
pel. Zijn haar was sneeuwwit, zijn houding gekromd,
zijn voorhoofd gerimpeld. Langzaam staple hij naar
den leuniugstoel tegenover den schoorsteen. Het
was de stoel, waarin de baron placht te zitten,
toen hij nog heer was van Stenbronik. De oude
man sprak „Goeden morgen Sten Wie is dat
jonge mensch, dat hij daar mede gebracht hebt
h Dat is Andries Greenland, baron," zei Sten, terwijl
hij dezen naderde. De baron stond zoo goed mo-
gelijk op en staarde mij aan. „Andries," herhaalde
hij met een diepen zucht. Andries," zeide hij
nogmaals outroerd, „gij waart immers bij mijn zoon,
toen hij stierf. Dat is al lang, zeer lang geleden,"
mompelde hij, terwijl hij weer ging zitten en de
handen voor zijn gelaat sloeg. Nadat zijn ontroe-
ring eenigszins bedaard was, begon hij mij te onder-
vragen over het huwelijk van zijn zoon, over diens
ziekte en dood. Daarna sprak hij treurig ,/Een
van mijn kinderen ontroofde mij de dood en het
andere heeft zijn vader vergeten. Hoe gelukkig
zou ik wezen, als ik op mijn ouden dag ten miuste
mijn kleinkinderen bij mij kon hebben. Mochtik
ze maar eens zien en omhelzen maar die vreugd
zal mij wel nooit meer ten deele vallen." Ik
zal maar niet stilstaan bij mijn bezoek aan den
baron en er nog maar alleen bijvoegen, hoe het
kwam, dat hij bij Sten wooude. Toen hij door
de schuld van zijn schoonzoon, have en goed verloren
had en toen zijn adellijk goed in vreemde handen
hangen, zoodat de machine niet in 't water kwam.
De machinist Geurts werd door den schok in't
water geworpen, doch redde zichzelf. De stoker
viel achterover op de kolen en bezeerde zich aan hoofd
en arm, gelukkig niet emstig. De zeven passagiers
kwamen met den schrik vrij. De waggons bleven
op het spoor, de bagagewagen, die op den tender
volgde, werd echter geheel veruield. Ook twee
coupes van een personenwagen, die leeg waren?
werden zwaar beschadigd.
De oorzaak van dit ongeval is, naar men zegt,
te wijten aan de achteloosheid van den brugwachter,
die zat te slapen.
De locomotief is door buitengewone krachtsin-
spanning reeds diezelfden avond weder op de rails
gebracht. De scheepvaart naar Leiden is weder
openWoensdagochtend was de weg voor de
treinen weder bruikbaar. Het gerechtelijk onder-
zoek is aangevangen.
De conducteur W., een beambte, die bij het
spoorwegongeval te Woerden uit een bagagewagen
is gezaagd, was ook hierbij tegenwoordig en werd
mede lichtelijk gekwetst.
In 1873 werden op 1 inwoner in Engeland
geschreven 35 brieven, in Zwitserland 25, in Ne
derland, Frankrijk en Duitschland 15, in Belgie 14,
Denemarken 11, Oostenrijk 10, Italie en Zweden
6, Noorwegen 5, Spanje en Hongarije 4, Portugal
3, Rusland 1. Het totaal aantal brieven in dat
jaar bedroeg in Engeland meer dan een milliard.
Het tarief voor de vergoedingen wegens reis-
en verblijfkosten, toe te kennen aan burgerlijke
ambtenaren, officieren en mindere militairen en mili-
taire beambten, vastgesteld bij Koninklijk besluit
van 15 Dec. 1849 (Staatsbl. No. 62), zal, naar
wij vememen, worden vervangen door een ander
tarie-', dat met ingang van 1 Mei 1883 in werking
zal treden. Daardoor zal zijn te gemoetgekomen
aan den aandrang tot herziening van het verouderd
tarief, van de Tweede Kamer der Staten—Generaal
uitgegaan.
Bij de directie van het Amstel-hotel, te
Amsterdam, is een schrijven ontvangen namens
H. M. de Koningin van Zweden, waarin wordt
medegedeeld, dat de Koningin met den Kroonprins
einde Maart e. k. weder te Amsterdam zullen
komen en tot half Mei in bet Amstel-hotel zullen
verblijven.
J. van den Bergh, de directeur van liet
generaal correspondentie-kantoor te Amsterdam,
waartegen door den officier van justitie in het
Politieblad werd gewaarschuwd, is door de recht
bank aldaar tot f 100 boete of 14 dagen ge-
was overgegaan, was de baron door dien slag ern-
stig ziek geworden, zoodat men hem slechts met
levensgevaar uit zijn geboorteplaats verwijderen en
naar Stens woning brengen kon. Sten had zelf
verzocht, of hij den baron mocht opnemen. Mijn
vader, die nog meer van zijn ouden heer dan van
zijn vrouw en kinderen hield, trad bij den nieuwen
bezitter van Stenbronik op diens aanzoek in dienst,
omdat hij de goederen in eigendom wilde krijgen,
die steeds op Stenbronik in de woonkamer van den
baron gestaan hadden. Eenige meubels, de familie-
bijbel en de vier portretten waren nu alles, wat de
baron het zijne mocht noemen. Aanhoudend had
den Sten en mijn vader trouw voor den ouden
baron gezorgd. De schoonvader van zijn zoon, de
schoolmeester en zijn gewezen trouwen knecht, mijn
vader. Na eenige dagen verblijf op Stenbronik
keerde ik naar Stockholm terug. Ebba weende van
blijdschap, toen zij hoorde, hoe haar en mijn vader
geliandeld haddenzij weende uit medelijden met
haar ouden schoonvader. Den volgenden Zondag
ging zij naar den gouverneur, met wien zij nu afsprak,
dat hij niet meer als vroeger met de kinderen, den
zomer zou gaan doorbrengen bij zijn zuster in
Sudermannland, maar dat hij met hen in den omtrek
van Stenbronik zou vertoeven, waar men bij een
predikant huisvesting kon vinden, zoodat dan de
oude schoonvader, als bij toeval, den troost kon
smaken, waarna hij zoo vurig verlangde, dat alsdan
namelijk zijn kleinkinderen een deel van het jaar
bij hem waren. Nu heb ik niet veel meertever-
halen. Ebba leefde geheel en al voor haar koop-
handel, verdiende veel en legde jaarlijks veel geld
TER lEllZEISCHE («IRA\T