Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
Zeeuwsc h-Vl aanderen.
No. 1841.
Zalerdag 6 Januari 1883.
23e Jaargang.
2) Ebba, de tlocbler van den Sclioolmecsler.
Hinnenlmid.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binuen Ter Neuzen f 1,Franco per post: Voor
Nederlancl 1,10. Voor Belgie 1,40. Voor Amerika /-1,82£.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirecteuren en Brieven-
bushouders.
ADVERT ENTlDN:
Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters
worden naar plaatsruimtc berekend.
Men kan zicb abonneeren tot bet plaatsen van 500 regels en meer per
jaar, tot veel verminderden prijs.
ECU b!:i«e vemiiijut ICiiotdng* eu VrSjdagavoMd btj dai iiit«evcr H. O. II K T te Ter Neuzeu.
JColitteDi tJverziclii.
Bij de gewone outvangst op nieuwjaarsdag heeft
de President der Fransche republiek, Grevy, aan
de voorzitters van den Senaat en van de Kamer
van afgevaardigden zijn diep leedwezen over den
dood van Gambetta betuigd. De Pauselijke afge-.
zant gaf hem namens de audere vreemde gezanten
de wenschen voor Frankrijk's welzijn te kennen,
met verzoek deze woorden als een eerbiedig bewijs
van achting aan te nemen. De heer Grdvy be-
tuigde zijn dank voor de uiting dezer gevoelens jegens
Frankrijk en diens president. Het aantal bezoekers
was zeer groot. De plechtigheid lieeft overigens
geen bizonder geval opgeleverd. Intussclien zijn
de republikeinsche staatslieden tegenwoordig in
geen gnnstige omstandiglieden. Jules Grevv is
reeds op Imogen leeftijd en kan lioe langer hoe
minder de voorlichting missen, die zijn schoonzoon,
de lieer Wilson, hem in mime mate geeft. Som-
mige der Ministers zijn zelfs wel eens van meening,
dat die voorlichting wat al te ruim is. Wilson,
opvolger van Gambetta, als voorzitter der begroo-
tings—commissie, is ecliter door zijn groote sclierp-
zinnigheid een kostbare hulp voor den reeds
hoogbejaarden president der republiek. Duclerc,
de Minister-voorzitter, is steeds voortdurend on-
gesteld en niet bij machte de afdeeling van
buitenlaiidsclie zaken te beheeren, gelijk bij zelf
dat wenschen zou op een zoo belangrijk oogenblik
als het tegenwoordige, zoodat de leiding grooten-
deels op ondergeschikten nederkomt. Beide voor
zitters zjjn dus niet in zeer goeden doen. Behalve
Brisson, de opvolger van Gambetta als voorzitter
der Kamer, is er slechts een man onder de repu
blikeinsche partij, die als het ware aangewezen
is om opnieuw aan het lioofd van het be wind te
komen. Die man is Jules Ferry, en het is
in geenen deele onwaarschijnlijk, dat hij in den
loop van dit jaar weder aan 't bestuur komen zal.
Jules Ferry zelf wenscht trouwens op dit oogenblik
den ambtstitel niet.
In Engeland zullen eerstdaags de gemachtigden
der groote mogendheden samenkomen om de regeling
der Donauvaart te bespreken. Ook Rumenie en
Tnrkije zijn daartoe uitgenoodigd.
Hit Turkije wordt bericht, dat het voorstel tot
aanneming van de uitnoodiging door den minister -
raad aan den Sultan onderworpen is. Voorts ver-
neemt men uit Koustantinopel, dat Fuad-pacha,
de minister die laatstelijk in zijn eer hersteld is
en zelfs van den Sultan een kostbare snnifdoos ten
geAchenke ontving, opnieuw weer in hechtenis ge-
nomen is. Men blijft echter op een spoedig en
gelukkig verloop der ontbindingsverschijnselen in
Turkije liopen.
Uit Egypte verneemt men, dat te Kairo een
besluit verwacht wordt tot het uitsclirijven eener
algemeene vergiffenis, met de bepaling, dat alle
FEUILLETON.
Nu zijn wij in den zomer na den dood van de
oude Saar. In de kerk was avonddiensthet was
Zondagmiddag. Andries zat met zijn kin in de
hand op een bank bij Saars grafheuvel, terwijl
hij naar de tonen van het orgel luisterde en naar
het marmeren kruis staarde. Nu en dan parelde
er een traan over zijn wangen. Thans zweeg het
orgel. De kerkdeuren werden geopend en het volk
stroomde uit den tempel. Twee oude, armoedig
gekleede vrouwen scheidden zich van de volksme-
nigte en naderde de bank, op welke Andries zat.
De jongste van de twee klopte Andries op den
schouder en sprak zachtGoeden avond nog
altijd zoo treurig?" „l)at kan u niet verwon-
deren, juffrouw, want gij hebt de doode immers
ook twintig jaar lang gekend," antwoordde Andries,
terwijl hij stil bleef zitten. „Och, was ik ook maar
daar, waar zij nu is." //Wij mogen nooit onge-
duldig wezen," antwoordde Cornelia, wij moeten
de beproevingen verdragen, die ons opgelegd worden.
Saar was een brave vrouw, die wij alien missen.
Maar zij zou uw hopelooze treurigheid ten hoogsten
afkeuren, als zij die kon bespeuren." //Och, als
gij haar lcven had gekend, zooals ik, dan zoudt gij
ook begrijpen, dat men haar betreuren moet, zooals
ik," sprak Andries. Zij was op de wereld om te
staatkundige inliechtenisnemingen zullen ophouden
en alle staatkundige overtreders vergiffenis erlangen.
De Noord-Amerikaansche republiek, de Yeree-
nigde Staten heeft haar Fransche zuster een bewijs
van vertrouwen gegeven, door van het haar toege-
kende reclit eener bizondere rechtspleging in Tunis
af te zien en het nieuwe door Frankrijk daar inge-
voerde rechtswezen als voldoende te erkennen voor
de besclierming van Amerikaansche onderdanen.
In het afschaffen der bizondere rechtbanken ligt
echter een feitelijke erkenning der Fransche opper-
heerschappij in Tunis en de Fransche hladen liopen,
dat de Europeesehe mogendheden weldra het voor-
beeld der Unie zullen volgen. Voorts wordt uit
New-York gemeld, dat de Yereenigde Staten wegeus
overvoortbrenging met een stilstand in de nijverheid
bedreigd worden. In de laatste drie jaren is de
bevolking slechts met 6 pet., de voortbrenging
daareutegen in alle groote takken van nijverheid
met 30 pet. toegenomen. Dit zou nog niet veel
te beteekenen hebben, zoo de uitvoer naar het
buitenland in evenredigheid toegenomen was. Maar
dat is niet het geval. Daardoor nu wordt, meent
men, ook Engeland met een stilstand in de nijver
heid bedreigd. De ervaring tocli heeft geleerd, dat
op een dergelijken stilstand in de Vereenigde
Staten er steeds een in Engeland volgt. Dan toch
vermindert de vraag naar Engelsche goederen in
de Vereenigde Staten aanmerkelijk.
Z. M. heeft machtiging verleend aan E. H.
Wortman, secretaris van Zaamslag, om de betrek-
king van sub-ontvanger der accijnsen aldaar waar
te nemen.
Gelijk men weet, heeft de Minister van
justitie aan de Tweede Kamer statistieke opgaven
toegezonden betreffende de uitvoeriug der drankwet
in de verschillende provincien van het Rijk.
Uit den verzamelstaat blijkt, dat het totaal
der verleeude verguuningen bedroeg: in Noord-
Brabant 5482, met een aanvankelijke opbrengst
van het vergunningsrecht ad f 113,904; Gelder-
land 3493 met f 89,446,50 Zuid-llolland 5367
met f 212,624,13; Noord-Holland 4622 met
f 145,248,15; Zeeland 1629 met f 33,103,75;
Utrecht 1461 met f 41,997,50 Friesland 2509
met f 68,296,50Overijsel 1786 met f 47,279,71
Groningen 2839 met f 61,464,12 JDrente 1040
met 18,618,50 en Limburg 2973 met f 35,021
aanvankelijke opbrengst van het vergunningsrecht.
Het aantal vergunningen in de gezameulijke
gemeenten van het koninkrijk bedroeg derhalve
33,021 met een opbrengst van 867,003,96|.
Ten einde te voldoen aan de eischen der
onderwijswet, zal het gemeentebestuur van Vlissin-
ontbereu en zich op te offeren en zoo is zij ook ge-
storven." „Zich opofferen is somtijds een genot,"
zeide Cornelia. //En Saar had altijd den troost,
dat zij in den zoon van haar zuster een trouw hart
vond." „Den zoon van haar zuster? Meent ge
mij Ik was haar knecht maar, een rechtschapen
knecht." ,/Dus geen familie van haar?"
,/Neen, niets geen familie. Neem hier plaats; dan
zal ik u haar geschredenis verhalen." Cornelia
kuikte haar zuster toe en de oudjes gingeu ook
op de bank zitten, waarop de knecht zat. Deze
liet ondertusschen zijn lioofd nog een poos op de
hand rusten, alsof hij dat, wat hij ging vertellen,
nog eens wilde overpeinzen. Eindelijk begon hij
z/In de gemeente Pryby woonde een schoolmeester,
die Gustaal Sten heette. Hij was ook koster en
organist en bizonder ijverig en flink. Hij was
zeer knap en in alle moeilijke zaken, iedereens hel
per en raadgever. Reeds lang was hij weduwnaar
en huisde met zijn eenige dochter, Ebba. Dichtbij
zijn woning lag Stenbronik, het eigendom van de
familie Schildkrona. De bezitter er van, baron
Schuldkrona, was een zeer hoogmoedig man, die
zich boven iedereen verheven waande. Zijn stam-
boom reikte zelfs tot den zondvloed. Mijn vader
was lijf knecht en mijn moeder huishoudster in het
slot, waar beider ouders reeds gedieud hadden. De
oude baron betaalde goed en stond er bizonder op,
dat hij goede boden had. Ik werd dus te Sten
bronik geboren en zou zoo groot gebracht worden,
gen op het einde dezer maand den bouw van drie
scholen aanbesteden, waarvoor de raming f 114,000
bedraagt, of f 38,000 per school.
De Min. van Financien heeft op eene vraag
daaromtrent te kennen gegeven, dat men op het
kwitantiezegel alleen den naamteekening behoeft
te schrijven, maar dat de dagteekening met een
stempel gezet mag worden, terwijl alle gebruikelijke
verkortingen van dag, maand en jaar gf;oorloofd
zijn. Volgens de Amst. Ct. heeft een der
grootste bankiersfirma's te Amsterdam eenige dagen
geleden den ontvanger der zegelrechten reeds doen
soinmeeren tot levering van plakzegels en hebben
eenige andere bankiers aldaar thans bij deur-
waarders-exploit op nieuw tegen den plakzegelnood
geprotesteerd en den Miuister aansprakelijk gesteld
voor alle door hen te lijden nadeelen.
De Minister van Waterstaat heeft beslist,
dat de kwitautienafgegeven voor aangeboden
telegrammen, die meer dan f 10 kosten, aan
het zegelrecht onderworpen zijn ten laste van de
afzenders.
Door de Provinciale Staten van Noord-Hol-
land, is gisteren tot lid van de Eerste Kamer
der Staten—Generaal met 34 stemmen gekozen,
Mr. D. Visser van Hazerswoude, in herstemmiug
met den heer A. C. Wertheim, die 28 stemmen
verkreeg.
Bij het departement van Kolonien is het na-
volgende telegram van den Gouvern.-Gen. van
Ned.-Indie vau 2 dezer ontvangen:
Op 29 Dec. werd in Atjeh een transport door
talrijke benden aangevallen. Van Atjehsche zijde
gewaarschuwd, had de militaire kommandant afdoende
maatregelen genomen. Met grooten moed tastten
onze troepen den overmachtigen vijand aan, die
op de vlucht sloeg, 18 doodeu in. onze handen
latende. Aan onze zijde sneuvelde 1 mindere
militair en werden 22 mindere militairen en 2
dwangarbeiders gewond. De vervolging wordt
voortgezet.
Een der rechtsgedingen betreffende goederen
van de zoogenaamde millioenen-juffrouw Jannetje
Struijk werd jl. Woensdag door de Eerste Kamer
der arrondissemeuts—rechtbank te Amsterdam beslist.
Het gold hier een door den heer Wamsteeker
onder den heer Werker, eigenaar van het Bijbel-
hotel gelegd beslag op onder zijn berusting zijnde
goederen van gemelde juffrouw.
Nadat het beslag van waarde was verklaard,
gelegd tot verzekering van een bedrag van f 1400,
zijnde een deel van een vordering van f 68000
op gemelde juffrouw, is de heer Werker thans
overeenkomstig de door hem afgelegde verklaring
veroordeeld tot afgifte dier goederen aan gemelde
heer Wamsteeker, iudien deze hem zijn kosten
vergoedt. Tot die goederen behooren ook een
dat ik eens den dienst van mijn vader zou
kunnen erven-
In mijn tiende jaar moest ik bij Sten naar school
om schrijven, rekenen en den catechismus te leeren,
dus alles, wat voor een aanstaanden lijf knecht noo-
dig geoordeeld werd. De baron wilde volstrekt
niet. dat ik meer zou leeren dan de genoemde
vakken. Hij ging van het beginsel uit, dat ver-
lichting de lagere vo ksklassen maar ongelukkig
ken maken. Sten was in zijn hoedanigheid van
schoolmeester den baron een onheilstichtend mensch
en menigmaal klangde de laatste over al het ongeluk,
dat de eerste door zijn school veroorzaakte. Toen
de tijd naderde, waarin mijn onderricht bij Sten
beginnen zou, werd deze bij den ouden baron ont-
boden, die hem bevelen wilde, hoe er te mijnen
opzichte gehandeld moest worden.
Ik zou streng-orthodox onderwijs krijgen maar
geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkennis en derge-
lijke zaken mochten mij niet onderwezen worden.
Rekenen en schrijven waren daarentegeu noodzakelijk.
Ik herinner mij den dag nog zeer goed, waarop
Sten bij den baron geroepen werd. Mijn vader
klaagde later tegen moeder over den meester. Sten
had niet diep genoeg voor den baron gebogen
hij was niet onderdanig genoeg geweest en dat was
een groote misdaad in de oogen mijner ouders.
De meester had den baron aldus geantwoord ,/Ik
zal mij zooveel mogelijk naar uw wenschen rich-
ten, baronmaar dat zal niet gemakkelijk gaan,
brandkast, een zijden kostuum, een horloge iu de
vorm van een bij en een paar handringen, waarvan
de bekende heer Anthony Hoetink eigenaar be-
weerde te zijn.
Den milicien-kannonier Stigt, die in de af-
geloopen zomer, door het ontijdig springen van een
granaat in het kamp bij Oldebroek, zoo deerlijk
aan de linkerhand werd gewoud, is thans een voort
durend pensioen toegekend ad 250 's jaars.
Te Moerdijk, gemeente Kluudert, is de kapitale
stoommeelfabriek van de heeren Merkelbach en Co.
geheel afgebrand. Van de gereedsckappen en koop-
mansgoederen is niets gered. Het geheel was ver-
zekerd bij de brandwaarborg-maatschappij te Rot
terdam voor f 97,000. Alleen aan granen, meel
en afval is voor ruim f 25,000 door't vuur ver-
nield. Men zoekt de oorzaak van den brand in
't warmloopen van eene as iu't bovengedeelte der
fabriek. De belendende gebouwen zijn met groote
krachtsinspanning gespaard.
Men schrijft uit Maastricht van 4 Jan.
De daling der rivier de Maas voor deze stad is
zeer langzaam, zoodat steeds een groot aantal
dorpen geheel of gedeeltelijk in het water liggen
men is beducht voor doorbraak van sommige
dijken; voorzorgsmaatregelen worden zoowel des
nachts als bij dag door den waterstaat met de
meeste nauwgezetheid genomen. De overvaart is
iu eenige gemeenten door den fellen stroom onder-
broken. Door de overstrooming der buurtwegen
moeten de postboden en landlieden groote omwegen
maken om stadwaarts te komen. De overstroomde
landen die met granen bezaaid zijn, kunnen totaal
als verloren beschouwd worden.
De Maas is sedert gisteren 2 cM. gewassen;
de peilschaal aan de Maasbrug teekende heden-
morgen 4-6,17 M. boven A. P. Treurig luiden
de berichten uit den omtrek. Te Bunde is het
halve dorp geinundeerddit is ook nog het
geval met de dorpen Limmel, Heugem, Borgharen,
Itbren enz. Te St. Pieter, de moestuin vau
Maastricht, staan ook de velden onder water en
richt het kwelwater daar veel nadeel aan. Te
Hocht dreigde een dijk van de Zuidwillemsvaart
door te breken, met veel moeite heeft men de
outstane scheuren kunnen aanvullen. In de stad
begint het water weder te wijkental van kelders
echter zijn nog volgeloopeu. Het nieuwe gedeelte
van het stadspark, dat nauwelijks aangelegd is,
staat blank en zal zeker een gedeelte der teelaarde,
die er nog niet te vast opzit, moeten inschieten.
Allerwege staan de fabrieken en molens, die door
het water van Maas of Jeker worden gedreven,
stil. Ook de soheepvaart ondervindt een vertraging
daar de stoombooten Luik niet kunnen bereiken
maar te Herstal moeten lossen.
Uit Boxtel meldt menIn deze omstreken is
het zeer treurig met het water gesteld. De dijk
als de jongen leergierig is." Mijn vader kon
echter onmogelijk begrijpen, dat ik leergierig zou
kunnen wezen, omdat de baron immers stellig be-
paald had, welke een mate van kennis ik zou moeten
verkrijgen. Hoe zinneloos dus om te veronderstel-
len, dat ik leergierig kon wezen en zoowel vader
als moeder spraken tegen mij over Sten als over
een mensch, dien men niet tot voorbeeld moest
nemen. Zij verboden mij ten strengste het verblijf
in de school, wanueer die vakken onderwezen zou-
den worden, welke ik niet mocht leeren. Overigens
had Sten voorgeslagen, dat ik maar op bepaalde
uren deel zou nemeu aan het onderwijs.
Daags voor mijn eerste schoolbezoek werd ik bij
den baron ontboden. Zulk een groote eer deed mij
sidderen en beven, toen ik voor den gestrengen heer
stond. Hij sprak mij ongeveer op de volgende wijze
toe //Ge zult nu lezen leeren. Dat hebt g' aan
mijn goedheid te danken, zoodat ge mij wel erken-
telijk moogt wezen. Wees vlijtig, opdat ge weldra
de kennis verwerft, die ik noodig voor u oordeel.
Iloud u op een afstand van de andere schoolkin-
deren en bekommer u over hen niet. Wat zij
leeren, gaat u ook niet aan, omdat ik zulks wil.
Leer uw catechismus, vrees God en leer mij, uw
heer, eeren. Dan kunt g* op mijn gunst rekenen."
Het opvolgen van des barons wil scheen mij
Gode welbehagelijk te moeten ziju eu ik daclit het
onmogelijk dat ik ooit iets tegen zijn wil zo1
kunnen ondernemen. Gedurende een jaar ging
TER AEIOTSCHE COHANT
IIKiJBlMPyi mMEKII