olieman aan boord van gemeld stoomschip, met een maamdelijksch inkomen van f 45 benevens vrijen kost, houdt men voor den persoon, die in den nacht weinig begrip scheen te hebben van mijn en dijn. Reeds vroeger heeft bij gevangeni^str&f onder- gaan wegens hetzelfde gemis aan juist begrip van eigendomsrecht. De stoomboot wRhein en Sclielde IV," kapitein K. Storm, komende van Antwerpen en bestemd naar den Rijn, geladen met 540,000 kilo tarwe en rogge, bekwam Zondag, bij bet in de sluis halen te Hansweert, een zwaar lek nan stuurboordzij, door- dien zij tegen een dukdalf aandrong. Er kwam water in de machinekamer, doch aangezien bet schip is voorzien van waterdiciite schotten, is de lading nog droog gebleven. Men is druk bezig de steen- kolen te lossen en men denkt ook de lading te zullen moeten overladen. De Haagsche gruweldaad. De Zondag is zeer vruchtbaar geweest voor bet onderzoek van justitie en politie in zake den berucbten moord te 's Hage. De onderofficier bij bet regiment grenadiers en jagers, E. Musketier, vervoegde zicb Zaterdag aan 't politie-bureau met overlegging van een brief van een zijner vroegere kameraads, Willem Marinus de Jongb, vroeger onderofficier in bet Indiscbe leger, thans gepasporteerd en scbrijver aan het departement van kolonien Het was den beer M. opgevallen, dat de brief in zijn bezit, opvallend veel gelijkt op bet scbrift van den gesignaleerden brandbrief. Ook de experts op bet bureau van den boofdcommissaris deelden deze meening. Onmiddellijk werd de inspecteur van politie naar de Nieuwe Scboolstraat gezonden, waar de persoon van W. M. de Jongb met zijne moeder, een weduwe, woont. Om bem naar het bureau van politie te lokken, werd een gefingeerde naam genoemd van iemand, die als getuige ook den naam van De Jongb bad genoemd, zoodat de politie gemeend bad ook van bem eenige inlichtingen te kunnen bekomen. De Jongh hield zicb zeer be- daard en rustig, was onmiddellijk bereid den inspecteur van politie te volgen en werd, voor den officier van justitie gebracbt, onverwijld in verlioor genomen. Aanvankelijk waren alle pogingen vruckte- loos om bem eenige bekentenis te ontlokken. Dit duurde tot gisterochtend, toen het eindelijk der justitie gelukte den jongen man tot de bekentenis te brengen, dat hij de schrijver is van den brief aan den beer Boogaardt. Of hij ook de moordenaar is, zal uit bet onder zoek, dat met de meeste nauwkeurigbeid wordt voortgezet, moeten blijken. Willem Marinus de Jongh, te Rotterdam geboren den 8 Februari 1856, dus ruim 24 jaren oud, is de zoon van wijlen een geacht ambtenaar aan het departement van Kolonien. Op 16iarigen leeftijd trad hij in dienst bij het instructie-bataljon te Kampen, en vertrok eenige jaren later als onderofficier naar Indie; van waar bij in Juli 11. gepasporteerd wegens liehaamsgebreken terugkeerde en als scbrijver aan het Dep. van Kolonien werd geplaatst. Als treffende bizonderheden verdient nog ver- melding dat de bekentenis van- De J. juist samenviel met de verjaardag van den beer Boogaardt, die gisteren onder zoo treurige Qinstandigheden herdacht werd; ep dat op den dag van den moord de afwezigiieid van De J. aan den disci! zijner moeder zeer de aandacht trok, omdat de beklagenswaardige vrouw dien dag haar verjaardag vierde. De iieer J. A. de Bergh geeft de volgende mededeeling, die tot aanvulling van bet boven- staande kan strekken: De sergeant Musketier, van de grenadiers en jagers, (b elt mij inede, dat bij Zaterdagavond, van verlof terugkomende, de moordgeschiedenis vernam. Toen bij Zondag bet facsimile van den brief zag, ontstelde hij hevig, omdat hij dadelijk de hand erkende van De Jongb, een bekende van hem. Musketier begaf zicb daarop om half een naar De Jongh, die t'huis was. Toen Musketier over deu mould begon te spreken, zeide de diep beklagens waardige moeder van De Jongh ,/Laten we daar niet over spreken." Musketier keek De Jongb aan, die eerst bleek werd en daarna vuurroocl. De Jongb wilde niet met Musketier uitgaan. Deze begaf zich, na tbuis brieven, die hij van De Jongh uit Indie ontving, geconfronteerd te hebben, om half zeven naar de politie. Dcskundigen stemden toe, ovCreenstemming in het schrift te zien. De Jongh werd onraiddelijk opgezocht en gearresteerd om 4 uur in den nacht. Gisteren ochtend bekende hij den schrijver te zijn en werd geboeid naar de gevangenis overgebracbt. Het koppelteeken op het adres kwam op alle brieven van De Jongh voor in 's Gravenhage. De Jongb zei zoo even op T politie-bureau boos- aardig tot Musketier: „G verddat is ook een rnooi grapje." De belangstelling, die Z. M. in deze zaak ge- toond heeft, doet het gerucht versproiden, dat Musketier, een kundig onder-officier, tot officier zou bevorderd worden. De aangeboudeue ontkent alsnog den knaap ontvoerd en vermoord te hebben; de getuigen hebben hem ook niet als den pntvoerder herkend. Opmerkelijk is het intusschen dat De J. naar men ons mededeslt des daags na den moord in bet duiu is gezien door den hoofdcommissaris van politie, die hem bet arresteeren, tot niet ge- ringe verwondering van De J., die zeide,/iiog niets van den moord gehoord te hebben, maar eenvoudig een waiuleling door de duinen te willen maken." Na de aauhouding, door de dienstbode van den beer Bouscholte niet herkend als de man, die Marius B. had ontvoerd, werd bij weder losgelatcn. De justitie hield bem echter steeds in het oog. De J. heeft zicli na den moord steeds onder het publiek begevenzoo was bij meermalcn in het koffiehuis bet Goudan Hoofd op de Groenmarkt, vlak bij het poiitiebureau op den uitkijk gaan zitten om de menigte, die zicb voor het eommis- sariaat verzamelde, gade te slaan; hij had dan het hoogste woord over de afgrijsselijke mi'sdaad, die net ondervverp van het gesprek der aanwezigen was. Wij vernemen nog de volgende bizonderheden Eenige dagen voor den moord heeft De J. een degenstok in de Vlamingstraat aan een zijner ken- nissen getoond. Hij ontkent ook niet, dat de stok in zijn bezit is geweest. De behanger M., bij wien bij inwoonde, bad koord in voorraad als dat, waarmede de ongelukkige knaap was gebonden, zoodat bet vermoeden voor de hand ligt, dat De Jeen stuk van dat koord uit den voorraad heeft weggenomen. Waar de brief gescbreven is, kan nog niet met zekerheid worden gezegd. Het gerucht, dat dit in een winkel in de Zeestraat zou hebben plaats gehadis bij onderzoek gebleken volkomen ongegrond te zijn. De eigeuaardigbeden in bet handschrift van De J. blijken duidelijk in den brief niet gebeel vermeden te zijn. De draaiende krullen aan sommige letters, maar vooral ook bet liggend streepje tot verbinding van de's met 's Gravenhage behoorden tot de opmerkelijke punten van overeenkomst tusschen den bedreigenden brief en de andere handschriften van De J. Wij kunnen bij het bovenstaande nog voegen, dat de persoon van De J. bij den beer Boogaardt en diens familie volkomen onbekend was, zoodat alle vermoedens en geruchten van wraak thans gebeel op den achtergrond treden. De schijn van chantage, blijkt al meer en meer de treurige werkelijkheid te zijn. De justitie hecht nog steeds zeer veel gewiclit aan de inlichtingen, die zij kunnen verkrijgen van bet meisje, dat bij den beer Ubbens geweest is. Yoor |het geval, dat zij zich vrijwillig aan meld I, wordt haar door den vader van den verinoorden knaap vijfhonderd gulden belopfd. Degene, die Tiet meisje aanwijst zal een gedeeltelijke belooning ontvangen. Hoewel de schrijver van den brief aan den beer Boogaardt nu bekend is, vermeenen wij onze lezers geen ondienst te doen nog het volgende mede te deelen Oniler de verklaringen, die dezer dagen voor de justitie zijn afgelegd en betrekking hebben op den moord, komt ook voor eene van een te Ssheve- ningen logeerende dame. Deze maakte op den avond van den moord tegen zes uur of half zeven een wandeling langs bet strand en heeft toen een haar onbekend beer gejaagd en met vervvilderde blikken uit bet duin zien komen. De vreemde- ling wist blijkbaar eerst niet, welken weg bij zou uitgaan, althans na de dame voorbij te zijn gegaau, keerde hij op zijn schreden terug, ging haar weder voorbij en zette toen ziju loop langs bet strand voort. In hoeverre deze out meeting in verband staat met den moord, zal wellicht later kunnen blijken. Van de vergissingen, die bij't arresteeren plaats hebben, zullen wij niet veel mer.r zeggen. Een Amsterdammer, die met de R itterdamsche boot naar Londen wilde gaan, hid veel van de argwa- nende politie te lijden. Op weg werd hij te Amster dam verzocht in 't bureau van politie zijn identi- teit te bewijzen; toen werd hij vrijgelaten. Te Rotterdam werd hij weder aangehouden; ten slotte in het logement aldaar bij L^ygraaff voor de derde maal; zoo kwam hij driemaal in handen der politie, en toen bij vrij was, was de boot naar Londen vertrokken De persoon, die te Roosendaal in hechtenis werd genomen, was bij den moord op geenerlei wijze betrakken. Onder de bswoners der Hoefkade, te's Graven hage, is een verhaal in omloop, volgens 't welk de vermoedelijke moordenaar zicb daar des Vrijdags van de vorige week zou hebben opgebonden, op het uur, dat de dienstbode van den heer B igaardt het geld zou brengen. Tusschen 8 en 4 uur zou een manspersoon over de heining geklommen zijn van eene woning, gelegen aan het einde van een der straten, uitkomende op de Hoefkade. Toen de verraste bewoners bem die vrijpostigheid onder het oog bracbten, zou bij gevraagd hebben, of men dan nog niets van een moord veruouien had, verder voorgevende te behooren tot de politie, die op don uitkijk stond. De lieden, geen kwaad ver- moedende, stelden den man in de gelegenlieid zijne taak nog beter te vervullen, en wezen hem een zolderkamertje aan, vanwaar bij een ruim uitzicht over de Hoefkade en achtergelegen landerijen had. Van uit dit observatorium schijnt da man alles te hebben gadegeslagen, ook dat de politie zich in den omtrek bswoog. Na het vertrek van de vrouw, die door den heer Boogaardt gezouden was, kwam hij naar benede.n en vertrok in draf door de Jacob-Catsstraat Later most gebleken zijn, dat niemand van de politie last had ontvangen zich daar te posteeren. Vandaar de gedachte, dat de voorgewende politieman wellicht de moordenaar kon zijn, in wiens kleeding en uiterlijk men nu ook overeenkomst met het later bekend gemaakte signale- ment meent te ontdekken. De belangstelling, die Z. M. de Koning in deze zaak stelt, bleek Vrijdag jl. weder, toen Z M. met deri procurenr-generaal van bet bof te's Hage, die mede het onderzoek leidt, een onderhoud had, dat een uur duurde, en dezen bij herhiling zijn wenscb te kennen gaf, dat de misdadiger ontdekt moge worden. Het geeerbiedigde hoofd van den staat is hierin de tolk geweest van het geheele volk, dat vurig boopt, dat dsze. schandelijke misdaad niet ongestraft blijve. Aan de Arnh. Ct. wordt geschreven: ,/Naar ik verneem heeft men den koetsier reeds in een heerenpak gestoken, en wordt hij in alle koffiehuizen binnengeleid, in alle societeiten geriitroduceerd, om te trachten onder de gelagmakers en leden den misdadiger te ontdekken. D.iar men, om elke ver- deuking te werer,, den man wel verteringen zal moeten laten maken op al deze heel of half open- bare plaatsen, vrees ik voor zijne moraliteitwie weet hoeveel werk hij nog aan dsn Haagschen kantonreehter geven zal! Tot nog toe echter schijnt bet bezoek aan de societeiten op den man eer afschrikkend dan verleidend te hebben gewerkt, indien het waar is althans wat men van bem ver- telt, dat hij den eersten dag van zijn bezoek aan #de Witte" tegen 5 uur de handen van ontzetting ineen geslagen heeft, met de woorden: //ik wist niet, dat fatsoenlijke heeren zooveel jevenerdronken!" Staat de man vast in zijn schoenen, dan zeker kan deze kennisinaking met de drankgebruiken der /heeren" niet dan goed werken en met name de tot stand koming der „drankwet" gemakkelijker maken. Alle bepalingen tegen 't jeneververbruik wekten tot nog toe bij den minderen man onte- vredenlieid, omdat ze alleeu hem betroffen en de. wijnrhinkcnde hcercn ongestoord listen. De koetsier kan nu aan zijne gelijken getuigen, dat doeltref- fende en billijke bepalingen, die bij voorbeeld in de socfieteit even goed gelden als in de kroeg, de heeren gelijkelijk zullen treffen als de lagere klasse."

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1880 | | pagina 2