overgegaan, daar het den overigen bezoekers zeer lastig werd gemaakt. Terwijl ouder die omstandig- heden het bal was geopend, kwamen er van de buitenzijde een 200tal studenten, die met kracht en geweld binnen wilden, waarschijnlijk om revanche te nemen. Daar men hun het binnenkomen wilde beletten, ontstond er een zdodanig gedrang van buiten, dat de straatdeur bezweek. Verscheidene studenten stormden daarop als wilden naar binnen, en daar de zaaldeur gesloten was, gingen zij naar de galerij, van waar zij door de inmiddels ter versterking ontboden politie—agenten met de sabel werden verdreven, terwijl het publiek door eene achterdeur de vlucht nam. De Haagsche gruweldaad. Een gruwelijke misdaad heeft Donderdag jl. in den Haag plaats gehad. Het 1 Sjarig zoontje van den beer v. d. Boogaardt aldaar werd des namiddags kort voor het einde van den schooltijd door een onbekend persoon afgehaald, onder voor- geven dat hij door den vader gezonden was, en per vigilante weggevoerd. Vrijdag ochtend werd bet lijk van den knaap in het duin teruggevonden De volgende bizonderheden worden omtrent deze gruweldaad gemeld Nadat het zoontje van den heer v. d. Boogaardt des middags uur nog niet te huis was gekoinen, informeerde men bij den onderwijzer, en vernam daar, dat de knaap reeds ten 3 ure door een heer, uit naam van den vader, per rijtuig was afgehaald. Slechts deze inlichting kon men geven, dat de bewuste persoon was iemand van middelbare lengte, met zwarte snor en fantasiehoed. De knaap had wel wat vreemd opgekeken dat hij op dit ongewone uur de school moest verlaten, maar ging vroolijk aan de hand van zijn geleider raede. De familie verkeerde natuurlijk in degrootsteonge- rustheid en aarzelde dan ook niet lang de politie te waarschuwen. Terwijl deze links en rechts nasporin- gen deed, ontving de heer v. d. B. tegen 6£ uur per post een uitvoerigen brief, waarin vermeld stond, dat de schrijver zijn zoon geroofd had en dat het kind alleen tegen een losprijs aan de ouders zou worden teruggegeven. De schrijver zou zorgen dat op een bepaalde plaats en uur een koerier op post zou staan om de f 75,000, welke hij eischte, van eene vrouwelijke dienstbode in ontvangst te nemen. Of zijn lasthebber zou worden aangehouden, deed niets ter zake, daar deze toch geen inlichtingen kon ver- schaifen. Verder behelsdedebrandbriefdebedreiging, dat aan het kind van nu af alle voedsel onthouden en dat het in een kelder opgesloten zou worden. Werd het geld verstrekt, dan zou het kind Zaterdag in de ouderlijke woning terug zijn. Mocht de schrijver bespeuren dat de justitie in de zaak gemengd was, dan zou de vader slechts het lijk van zijn kind terug- vinden. Het plan was rijpelijk doordacht en de schrijver zou voor niets terugdeinzen. De politie had inmiddels Donderdag wijd en zijd ge- telegrapbeerd en opsporing verzocht. In den volgen- den nacht werd een outdekkiugstocht in de duinen on- dernomen, maar geen spoor werd toen ontdekt. Vrijdag voormiddag echter werd in het duin nabij Loosduinen door een rijksveldwachter het lijk gcvonden, verbor- gen tusschen struikgewas, de handen en voeten ge- bonden en het hoofd rustende op de schooltasch. Sporen van buitengewoon geweld waren niet zicht- baar. Hoewel het te laat was, hoewel men het lijk reeds gevonden had, wilde men toch een proeve nemen, wat de zending van het geld zou uitwerken. Men vond een vrouw, die moeds genoeg had om de levensgevaarlijke zending te volbrengen. De vrouw van den koetsier van den heer Boogaardt, werd met 75 bankjes van f 1000, waarvan de bankier Scheurleer de nommers opgeteekend had, naar de aangeduide plaats gezonden. Nadat zij geruimen tijd, in angstige spanning gewacht had, naderde haar iemand in bruinen jas, met eeu zwart hoedje op, vroeg haar, of zij van den heer Boogaardt kwam, en zeide op de bevestigeiule beantwoording dier vraag: dan is het goed. 't Was een vermomd politiebeambte. Men beweert, dat bij de familie Boogaardt een tweede brief is gekomen, geteekend V. B., waarin zou medegedeeld zijn, dat de zending van het geld niet meer noodig was. Zelfs spreekt men van een derden brief met bedreigingen. De ecrste brief moet vergeleken zijn met een schrijven van ouderen datum, en men moet tusschen beide brieven, alsmede met een in het duin gevonden brief, eenige overeenkomst hebben ontdekt. Toch weet de heer Boogaardt niemand op te geven, op wien hij eenig vermoeden heeft. Een drietal personen zijn reeds aangehouden, en met de personen geconfronteerd, die met den ontvoerder in aanraking zijn geweest, doch zij herkenden hem in geen van de drie. De ijver, om den dader op te sporen is niet alleen verklaarbaar, maar het tegendeel zou onverant- woordelijk zijn; toch is het licht mogelijk, dat deze en gene daaraan onaangename ontmoetingen te danken heeft, zooals bijv. een vader met zijn zoontje overkwam, die een der kleinere Zuid-Holland- sche steden bezoekende, de aandacht der politie aldaar trok, omdat hij en zijn kind aan het opge- geven signalement op merkwaardige wijze beant- woordden; onmiddelijk werd van dit vermoeden mededeeling gedaan te 's Hage, waar het bericht ontvangen werd, waarschijnlijk nog voor dat het lijkje van het ongelukkige slachtoffer gevonden was. Het antwoordt luidde dan ook stellig: aanhouden. De niets vermoedende vader verliet Vrijdag morgen vroeg met zijn kind de bewuste stad met bestemming naar Botterdam en was natuurlijk niet weinig ver- baasd, toen hij aldaar bij aankomst aangehouden werd. Hem werd vergunning gegeven eerst nog zijn zoontje naar huis te brengen, waarna hij in bewaring genomen werd, hoewel het hem gemakke- lijk gevallen zal wezen zijne identiteit en zijn alibi te bewijzen. Intusschen moest voor zijne invrijheid- stelling bevel van hooger hand worden afgewacht, zoodat de onschuldig verdachte zich eenigen tijd het verblijf aan een der politie-bureau's heeft moeten laten welgevallen. Te Amsterdam heeft men een pak onbeheerde kleederen gevonden, waarvan men, in verband met andere omstandigheden, dacht, dat het aan den dader of eeu andere medeplichtige heeft toebehoord; want dat hij medeplichtigen had, leidt men o. a. af uit de omstandigheid, dat hij blijkbaar gewaar- schuwd schijnt te zijn, dat de politie hem op de hielen zathet schijnt echter gebleken te zijn, dat het gevonden pak kleeren, met den moord niet in verband stond. Misschien, als men vroeger begonnen was, dat men den knaap nog levend gevonden had. Men zegt althans, dat de dader van half vijf tot half zes met zijn slachtoffer op de Laan van Meerdervoort is gezien; het jongetje was toen opgeruimd en vroolijk, zoo verklareu twee aldaar woonachtige personen: Mooiman, bij wien later is „ingebroken, en Borsboom. Later werd hij met het kind spelende in de duinen gezien, in de buurt van Hout- rust." Laat in den avoud is hij alleen opgemerkt aan den kant van den Loosduinschen weg, komende van de Beeklaan, waar hij, naar men beweert, in een boerenwoning een glas melk gevraagd heeft, waarvoor hij f 1 betaalde. De veldwachter van Loosduilien heeft in den laten avond "nabij de Kerkhoflaan twee rijtuigen zien staan, die des nachts door't dorp zijn gereden. De burgemeester van Loosduinen is hierover ge- hoord, doch uit het onderzoek is gebleken, dat zulks niet in verband kan gebracht worden met den gepleegden moord. Vrijdagavond heeft de lijkschouwing plaats gehad door Dr. Coert en Chir. Becht. Het knaapje is door een zevental steken in de hartstreek vermoord. De moord moet naar de geneeskundige verklaringen te oordeelen te tsen uur in den nacht zijn gepleegd. De raoordenaar schijnt bij zijn slachtoffer verzet ontmoet te hebben. Een boer zag een schooljongen aan iemands hand langs het het duin sleepen,'tscheen een vader, zeide hij, die zijn zoon strafte. Eene vrouw is er getuige van geweest, dat de knaap tegen- sland bood om verder met zijn geleider mede te gaan. Volgens sommigen zouden de steken zijn toege- bracht met een wapen uit een degenstok, volgens anderen met een dolk, die de euveldader eenige dagen te voren had gekocht in een winkel in de Papestraat. Een degenstok zou hij in een ander magazijn hebben gekocht. Politie en justitie zetten natuurlijk vol ijver het onderzoek voort. Voor de aanhouding van den misdadiger is een premie van f 2000 uitgeloofd. De indruk van zijn schoeisel, in het zand waargenomen, bedraagt 26 centimeter. Volgens verklaring van een barbier in den Haag moet hij zicli den baard hebben laten afscheeren. Woensdagavond heeft deze ten minste een mans- persoon, wiens kleeding gelijkenis aanbiedt met die van den gesignaleerden vermoedelijken dader, den baard geschoren. Die persoon verkeerde in zeer opgewonden toestand, en vertrok, zonder zich het aangezicht te wasschen, haastig, zich niet bekom- merende over de hevige stortbui, die op dat oogenblik neerviel. Het meeste vermoeden was op een gewezen knecht van den heer Bogaardt, die bij zijn heengaan een brief moet hebben geschreven, waarin hij ver- klaarde zich te zullen wreken. De dienstmeid van den onderwijzer en de huurkoetsier, die den moorde- naar en zijn slachtoffer gereden heeft, zouden in het hun vertoonde portret van dien knecht den bewusten persoon hebben herkend. De naam van dien knecht is Henri Poulviquet en hij is te Amsterdam opgespoord en in hechtenis genomen. Genoemde Henri Poulviquet is, na confrontatie met de getuigen, weer vrijgelateu en het aanplak- biljet omtrent zijne aanhouding vervangen door een ander, waarbij een nieuw signalement wordt ge- publiceerd. De heer Gerard A. Heineken getuigt openlijk dat Henri Poulviquet de vroegere bediende van den heer Bogaardt, wiens opsporing de officier van justitie te 's Hage verzocht had bij hem sinds drie jaren trouw dient. Poulviquet is Donderdag den geheelen dag voor hem werkzaam geweest, en heeft dien dag Amsterdam niet verlaten. Ook te Antwerpen zijn twee personen gearresteerd als verdacht van den moord of medeplichtigheid daar aan. Een hunner is een bediende in een logement te 'a Hage, die Woensdag zijne betrekking heeft verlaten, zonder verder iets van zich te hebben laten hooren. De vermoedelijke moordenaar was ongeveer 30 jaar, met donkerblond glad haar, zeer mager en lang aangezicht, geelachtige kleur. Hij loopt eenigszins voorover gebogen. Hij heeft den knaap waarschijnlijk terstond ver moord na aankomst in het duin. Het spoor van den moordenaar is gevolgd door de duinen in de richting van het strand van Scheveningen, waar hij nog voor zonsondergang kan zijn aangekomen. Omtrent de eigenlijke beweegredenen van den moord verkeert men nog altijd in het onzekere. De heer J. A. de Bergh meldt aan de Amster- dammer: ,/t Schijnt zeker te zijn dat de gepleegde kindermoord louter uit wraakzucht of jaloezie is geschied; men verneemt dat door den heer Boogaardt een tweede brief is ontvangen, waarin gezegd wordt /Marie nu is mijne wraak ten einde, ik heb niets meer te wenschen." De begrafenis van den ongelukkigen knaap had gisteren onder toeloop van eene ontzettende me- nigte plaats. Algemeene deelneming en verontwaardiging werden kenbaar gemaakt en menige traan werd gestort. Verschrikkelijke verwenschingen tegen den moorde naar werden geuit. Zesentwintig bloemenkransen werden op de lijkkist nedergelegd. De school- makkers van den ongelukkigen jongeling liepen aan beide zijden van den lijkwagen, begeleid door den hoofdouderwijzer. Vrienden steunden den vader, terwijl Ds. Ter Haar Bomenie bij het geopend graf den algemeenen indruk van afschuw weergaf, die de gruweldaad had te weeg gebracht. Ge- voelvol sprak hij ouders en bloedverwanten toe. Een hoogst aandoenlijk oogenblik volgde, toen de hoofdonderwijzer Bouscholte een krans op het graf van zijn voorbeeldigen leerling legde. De leidsman der jeugd, door aandoening aangegrepen, stamelde eenige woorden, waaruit men kon opmaken, dat de jonge Boogaardt de beste onder de goede leerlingen was. vGod zoo eindigde hij, onder een tranenvloed heeft het gewild ik kon't niet verhoeden." Het tooneel, dat nu aanschouwd werd, is moeielijk te beschrijven. Velen barstten in tranen los, dames vielen bijna in zwijm, tot dat aan dit hartsversclieurend tooneel een einde werd ge maakt, toen een der vrienden namens de familie bedankte voor de eer, ,/den ongelukkigen Mart us" bewezen. Uit 's Gravenhage telegrafeert men ons: Op dit oogenblik is er niets bizonders te melden. Men schijnt echter den dader op het spoor te zijn.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1880 | | pagina 2