J No. 1513. Woensdag 19 November 1879. I9e Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad v o o r Zeeuwsch-Vlaanderen. BINNEN LAND. ABONNEMENT. Ter Neuzen, 18 November. TER NEEZENSEHE CIIERAM Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1,Door het geheele Rijk 1,10. Door geheel Belgie f 1,40. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdireo- teuren en Brievenbushoudera. ADVERTENTlfiN. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentien gelieve men aau den Uitgever in te zendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag nainlddag HRIE nren, Dlt bind Tersehljnt Dinsdag;- en Vrljdagavoud blj J. k. G. DHOAIT te Ter Neuzcu. folitieli Overzicht. Beaconsfields tafelrede geeft steeds stof tot vermoedens en gissingen, namelijk over hetgeen het orakel verzwegen heeft. Men had toch alge meen gedacht, dat er grond bestond, ora van de jongste bedreiging aan Turkije te gewagen. De Sultan, het troetelkind van lord Beaconsfield, had een paar dagen voor den lord-mayorsdag eene ernslige waarschuwing gekregen, om toch niet langer zoo traag te blijven zitten en zoo spoedig mogelijk met de hervorming van zijn rijk aan te vangen anders Nn, juist in de aanvulling van dezen zin zit de moeielijkheid. Wat zal Engeland anders doenp Oostenrijk, Duitschland, Frankrijk, Italie en niet het minst Rusland liggen op den loer, om te zien, wat Engeland zou doen, ingeval Turkije niet deed, wat Engeland wil. Zij alien zagen gaarne, dat Engeland zijne handen zou branden. En daartoe is John Bull te slim. Hij miauwt liefst op een afstand en laat eene andere kat de kastanjes uit het vuur halen. Daarom wellicht heeft Beaconsfield over het geheele geval maar gezwegen. En nu men van alle kanten hem toeroepthet is maar een loos alarm, wat hij blaast, heeft hij den toeter nog eens geblazen en aan den admiraal Hornby geseind, dat hij zich gereed moet maken, om binnen vier dagen naar de Turksche wateren te stevenen. Intusschen meldt de tele- graaf, dat de porte reeds eene van Engelands wenschen heeft bevredigd, door de benoeming van Bader- pacha tot hoofd der gendarmerie in Armenie. Zou zelfs dit niet waar zijn? De porte meent terecht, dat al dat dwingen de waardigheid van beide par- tijen maar in gevaar brengt. Daarom heeft ze op nieuw ophelderingen gevraagd omtrent het tweede bevel. De Sultan heeft beloofd, de toegezegde her- vormingen in te voeren. Wat wilt gij nn nog meer, zou hij tot den heer Layard hebben gezegd? De Turksche pers blijft Engeland steeds duchtig de les lezen en verheelt niet, dat zij liever op de openlijke vijandschap van Rusland, dan op de geveinsde vriendschap van Engeland gesteld is. Rusland komt met open vizier voor zijne be- doelingen uit. Hij stelt man tegenover man en bevecht eerlijk elk stuk gronds. Maar Engeland kaapt onder de liefelijkste vleierijen en de schoonste beloften, zonder een vinger te verroeren, Cyprus, om later het bestuur van het geheele Turksche grondgebied in handen te nemen. En dat met welk doel? Om te voorkomen, dat een ander er later wellicht mee strijken gaat. Het misgunt Rusland het bevochten gebied, dat't met opoffering van millioenen heeft verkregen en daarbij den haat van millioenen zich op den hals heeft gehaald. Maar Engeland hoopt, zonder een vinger te verroeren, honderd maal meer te erlangen en op den kood toe de zegeningen van gansch Europa deelachtig te worden den. Doch reeds lang genoeg verwijld bij het spel, dat de aandacht van Europa nog lang kan bezig houden. Rusland schijnt zijne politiek in dien geest te wijzigen, dat het al het mogelijke aanwendt, om zijne beide buren in het westen te vriend te houden. Al meer en meer openbaren zich ver- schijnselen in dien zin. Daartoe moeten gebracht worden het streng verbod aan de Petersburger bladen, om voortaan zich ongunstig jegens het buitenland uit te laten, vooral jegens Oostenrijk en Duitschland. Met Engeland behoeven zij het zoo nauw niet te nemen. Vervolgeus de beleefd- heid, om aan twee nieuwe regimenten de namen der Keizers te geven en eindelijk en niet het minst het bezoek van den Russischen troons- opvolger aan de beide hoven van Weenen en Berlijn. De Spaansche minister van buitenlandsche zaken antwoordde op eene interpellatie, of het huwelijk van Koning Alfons ook een aanstaand Spaansch- Oostenrijksch bondgenootschap kou doen verwachten, met de verklaring dat het Koninklijke huwelijk vol- strekt geen politieke beteekenis had. Verder deed hij uitkomen, dat Spanje's souvereini- teit over de Zoeloe-eilanden onbeperkt is en dat, wat Marocco belreft, Spanje aldaar het status quo zal handhaven. De oorlog ,in Zuid-Afrika. is voor de Engelschen nog evenmin afgeloopen, als in Afghanistan. Noch de Zoeloes, noch de Transvaalsche boeren zijn /be vredigd." Reuter ontvangt een telegram uit Kaap- stad van 28 Oct., waarin gemeld wordt, dat de boeren in Potchefstroom deuzelfden weg volgen, als onlangs die te Middelburg; zij weigeren, namelijk, de door Engelsche ambtenaren uitgeschrevene be- lasting te betalen, en daar zij zonder het bewijs te leveren, dat dit geschied is, ook geen kruit, etc. koopen kunnen (daar de Engelsche regeering hier- van het monopolie heeft), nemen zij dit zelfs met geweld, docb tegen gereede betaling, uit de maga- zijnen weg. Ook is de Engelsche opperbevelhebber Secoecoeni en de Basutos nog lang niet meester; de kraal van Moirosi, die weigert te capituleeren, moet thans een geregeld beleg doorstaan. Per telegraaf. In zijn antwoord op hoofdstuk 5 verklaart de Minister van Binnenlandsche Zaken, met de uit- voering van de school wet niet te zullen dralen. Voorstellen, hoe in de kosten te voorzien, zullen in den loop van dit zittingsjaar der kamer worden aangebodenhet streven van den minister is, om de onderwijswet met 1 Januari 1881 in werking te doen treden. In eene brochure, bij den boekhandelaar Engels te Leiden uitgegeven, verklaart Prins Alexan der zijne houding en handelingen nader tegen over de replieken door zijn artikcl, geplaatst in het dagblad //Het Vaderland," uitgelokt. Hij verklaart daarin te hopen, dat nimmer de beginselen der grondwet van 1848 verloren zullen gaan en het daarin voorkomende hoofdstuk over het onderwijs te beschouwen als een der hoek- steenen van ons staatsgebouw. De leuze //behoud door vooruitgang," zou zijns inziens, wellicht eenigen ingang kunnen vinden. Waar men beweerde, dat hij overhelde naar de zijde der meer vrijzinnigen in Nederland, sluit hij zich aan bij de lens, dat een grondwettig vorst de vriend van alien moet zijn. Het staan buiten en boven alle staatkundige partijen kan nimmer beteekenen, dat men op staat- kundig gebied geene overtuiging heeft. Het staan boven de partijen moet alleen in dier voege besciiouwd worden, dat men zijne beginselen niet openlijk uitspreekt. De Prins verklaart voortaan, door niets te ver- breken stilzwijgen te zullen bewaren, overtuigd, dat indien hij er in slaagt, door zijne daden de achting zijner landgenooten te verwerven, de aan- vallen zich hoogst waarschijnlijk niet zullen her- halcn. Door de jongste stormen is aan de dijken en zeeweringen langs de Schelde nog al schade aan- gericht, echter van geen verontrustenden aardop sommige punten leden de dijken door den aanval van den golfslsg nog al merkelijk. De berichten van de zeekusten en uit zee zijn daarentegen van treuriger aardtal van zeerampen hebben er plaats gevonden, daar onder anderen langs de Zeeuwsche, Hollandsche en Friesche kusten minstens een twaalftal zeeschepen en visschersvaar- tuigen zijn gestrand, waarvan de meesten totaal zijn verlorenvele menschenlevens zijn daarbij ook te betreuren. Eergisteren werd alhier door de Engelsche stoom- boot Londos, bestemd naar Antwerpen, in de haven gesleept eene maslelooze schooner, in de Noordzee drijvende gevonden en door het volk verlaten, zijnde de Noordsche schooner Catharina van Stavan- ger, in ballast, welke vermoedelijk door kapitein Hausen is gevoerd geweest, volgens aan boord ge vonden geschrift. Van de bemanning heeft men nog niets vernomen, hoogst waarschijnlijk heeft die het or.tredderde schip met de boot verlaten. Nog kwam eergisteren hier binnen de Deensche brik Emblem, kapitein Nielsen, van Lulia met hout naar Gent bestemd, met verlies van een man, in zee bij hevigen storm over boord geslagen, waarbij ook aan de verschansingen van het schip averij werd toegebracht. Z. M. heeft op verzoek eervol ontslag ver- leend aan W. C. Krol, als telegrafist 3e klas en aan C. H. Elout, als burgemeester van Domburg. Ilontenisse, 16 November. De heer G. L. Krol, predikant alhier, nam heden afscheid van zijne ge- meente naar aanleiding van het 24e hoofdstuk van het Evangel ie van Lucas, de laatste woorden van het 36e vers ^vrede zij ulieden," de eenvoudige groet der eerste christenen, docli welke groet in bizondere omstandigheden ook eene bizondere be teekenis heeft. De gemeenteraad van Zonnemaire heeft in zijne laatst gehoudene zitting benoemd tot hoofd- onderwijzer den heer C. van Loo te Groningen. Op de voordracht waren mede geplaatst de heeren L. H. Dormaar te Axel en J. Lijbaart te Krabbendijke. Wij vernemen, dat door het gemeentebestuur van Hoedekenskerke pogingen worden aangewend tot wijziging van de regeling van den stoomboot- dienst op de Wester-Schelde, in dien zin, dat de boot weder 's Maandags, dus 3 maal per week, aldaar zal aanleggen. In de meinorie van antwoord op het af- deelingsverslag der Tweede Kamer, betreffende de marine—begrooting, leest men o. a. het volgende //Dat er een stoomschip nabij Hansweert is gestrand is waar; doch het kan niet worden toe- gegeven dat dit ongeval een gevolg is geweest van

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1879 | | pagina 1