\o. 1450. Zaterdag 12 April 1879. 19e Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad v o o r Zeeuwsch-Vlaanderen. BINNENLAND. advebtentiEn. BIJ rfczc rourant bcboort een bijroegael. te houden. De adelijke dames weren zich even geducht, doch openlijk. Zoo hebben weder een paar Ter Neuzen, 11 April. De comm. stelt ten slotte voor, de verstrekte inlichtingen, onder dankbetuiging aan den minister, voor kennisgeving aan te nemen. TliR Ml ZKNSCIIK COURAIVT. ABONNEMENT. Per drie maanden binnen Ter Neuzen f 1,Door het geheele Rijk f 1,10. Door geheel Belgie f 1,40. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec- teuren eu Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels f 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentien gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag namlddag DRIE nren. Dlt blad rerachljnl Dlnadag- en Vrijdagavond bij J. H. G. I> il O T te Ter Nenzen. zonderlinge uitvallen door haar plaats gegrepen en wel op vrienden-partijen, waar ze met den revolver in de hand recht op den man afgingen en vuur gaven. F*olitieli Overzieht. Nu de paasch-vacantie der parlementen op han- den is, wordt het gewichtige politiek nieuws schaarsch. Hangende zaakjes, die niet veel om 't lijf hebben, worden nog afgedaan, doch de groote zaken tot na het reces verschoven. Intusschen wordt hier en daar nog een nootje gekraakt, een voorposten- gevecht geleverd en eene belofte gedaan. Wij hebben reeds gemeld, dat de minister van finantien in Engeland aan zijn parlement een blik in zijne begrooting heeft doen slaan. In weerwil er een niet onaanzienlijk te kort is, geeft hij toch de troostrijke hoop te kennen, dat //vooreerst" geen hoogere belastingen zullen worden geheven. Als de rekening over de loopende en nog te ver- wekken oorlogen /later" wordt opgemaakt, zullen de vrienden toch in hunne beurs moeten tasten. Doch, die dan leeft, die dan zorgt. Intusschen loopen er allerlei geruchten omtrent de oorlogs- terreinen. Zoo was het gerucht verspreid, dat de Zoeloe-koning nederig excuus zou hebben gevraagd en dat zijn broeder met een 300tal Zoeloe's zich zou hebben onderworpen. Het bleken later praat- jes te zijn of een van die listen en knepen, waarin de Kaffervorst voor zijne collega's in Europa niet onder doet. Het tegendeel scijhijnt waar: het laat zich aanzien, dat het aan de Kaap nog eens duch- tig tot kloppen zal komen. De versterkingen van Engelsche zijde zijn aangekomen en men zal nu den kolonel Pearson ait zijne klem bcvrijden. In den Transvaal moet het ook niet richtig zijn, al wordt het nog niet bevestigd, dat daar een opstand is uitgebroken. De bouwstoffeu zijn er anders genoegzaam voorhanden. De Fransche beeren zijn ook naar huis gegaan. Zij hebben nu nog eens gelegenheid, om over die vervelende verhuis-kwestie na te denken. In tusschen zijn do opene plaatsen weder met eenige republikeinen aangevuld. Het is te hopen, dat de nieuw gekozenen mannen van gematigder temperament zullen zijn, dan velen, die thans den kostbaren tijd met het doordrijven hunner dolzinnige denkbeelden verspillen. Dan weet de rijkskanselier van Duitschland de zaken beter en spoediger tot een einde te brengen, Hij heeft niet alleen zijne belastingplannen door de respectieve commissien doen aannemen, maar ook het meerendeel der leden van den rijksdag daarvoor gewonnen. Dezelfde leden, die eerst zoo geschreeuwd hebben over het schandelijke onrecht dat den handel wordt aangedaan, juichen, nu ze er zoo genadig afkomen en zullen dankbaar zijn, als zij hunne goedkeuring daaraan mogen hechten. Rusland zucht steeds onder de slagen, die het nihilisme daar dagelijks toebrengt. De spanning, die daar allerwege heerscht, en de gestrengheid, waarmede de regeering elke verdachte poging straft, maken het leven in de voornaamste steden daar hoogst onaangenaam. Vooral in de studentenwereld is het treurig gesteld, gansche gevangetiissen zijn met kweekelingen van de universiteiten gevuld. De academie voor de genees— en heelkunde te St. Petersburg zal in eene eenvoudige militaira geneeskundige school worden herschapen. Zoo wil men dit broeinest van nihilsme in toom tracbten Z. M. heeft benoemdtot ontvanger der kanaal- en havengelden te Ter Neuzen en belast met de ontvangst der kanaal- en haven gelden voor het kanaal van Ter Neuzen naar Gent, overeen- komstig de tarieven te Ter Neuzen geheven wordende, A. C. N. Grenu te Ter Neuzen; tot ontvanger der directe belastingen enz. te Valburg de heer W. II. G. van Santen, thans in diezelfde betrekking te Ter Neuzen. Hoek, 10 April. Met een bijzonder genoegen kunnen wij mededeelen, dat de heer W. Goossen te St. Annaland de voorwaarden van wege de ge- meente gesteld, om benoemd te worden als ge- neesheer alhier, heeft aangenomen, zooaat alleen de benoeming van den gemeenteraad behoeft te geschieden, opdat ook wij weder in het bezit van geneeskundige hulp worden gesteld. De commissie uit de Tweede Kamer, belast met het onderzoek van de regeerings-inlichtingen op het adres van Ged. Staten van Zeeland, betrek- kelijk de bestemming voor het onderhoud van de calamiteuse polders in die provincie, van de subsi dien der achter liggende polders, over 186471 gestort, heeft haar verslag uitgebracht. Zich gedragende aan den inhoud der door den minister overgelegde nota en bijlagen, heeft de comm. als haar gevoelen te kennen gegeven, dat er uit 't oogpunt van billijkheid en althans uit dat van recht geen termen bestaan, om ten gunste van het verzoek van Ged. Staten van Zeeland te adviseeren. Tegenover het polderbelang staat de polderplicht, eerst voor de directe, daarna voor de naaste indirect belanghebbenden. Eerst als de uit het dijkgeschot, de subsidien van de achter- liggende polder en de provinciale opcenten ver- kregen bijdragen voldoende waren, kwam aanvulling van rijkswege te pas. Het rijk heeft daarbij zelf uit te maken, wat het eene jaar of het andere voor de strikte onderhoudskosten noodig was, en het rijk was volkomen bevoegd, de later ingekomen subsidien van achterliggende polders voor zich aan te wenden, omdat, waren de bijdragen tijdig in gekomen, zij zoudeu hebben gestrekt in mindering van de rijksbijdrage. Een der leden van de comm. (zij bestaat uit de heeren Begram, de Jong, Froger, v. Eck, de Jonge, rapporteur) acht het daarentegen billijk, dat alsnog aan de in 's rijks schatkist gestorte bijdragen van de achterliggende polders hunne oor- spronkelijke bestemming worde gegeven, dat zij nl. bestemd worden tot uitgaven voor zeewering, en oeververdediging, die achterwege zijn gebleven ten gevolge van de tijdelijke staking van de bij dragen. Zoodoende, alleen meent dat lid, zal aan art. 19 der wet van 19 Juli 1870 naar waarheid voldaan worden. Uit Brussel wordt op de meest stellige wijzo aan la Gazette de Liege bericht, dat de onder- handelingen tusschen de Nederlandsche en Belgische j regeeringen over het kanaal van Ter Neuzen j geeindigd en met goeden afloop bekroond zijn. Wij geven bovenstaand bericht, ofschoon wij aan de waarheid twijfelen; immers noch door een Nederlandsch— noch door een ander Belgischblad wordt deze mededeeling bevestigd. Er is sprake van, dat de tegenwoordige minister van oorlog, in afwijking van zijn voor- gangers, er niet toe zal overgaan om, zoolang het incompleet van officieren in het leger blijft bestaan, buiten noodzakelijkheid hoofd- en mindere officieren tot pensioen voor te dragen. Wij vernemen dat de heer J. F. W. Con rad, hoofdingenieur van den Waterstaat, met nog eenige andere deskundigen naar Parijs zal vertrekken, teneinde een vergadering van ingenieurs uit ver- schillende landen van Europa en Amerika bij to wonen, waarin weder de plannen van de door- graving van de landengte van Panama, tusschen Noord- en Zuid-Amerika, zullen besproken worden. Dit denkbeeld, thans uitgaande van het Aardrijks- kundig Genootschap te Parijs, doch dat reeds vdor 50 jaren door koning Willem I geopperd werd, schijnt nu de doorgravingen van de landengte van Suez en van Holland op zijn smalst gelukkig en vrij voorspoedig geslaagd zijn, meer kans te hebben van verwezentlijk te worden dan ooit te voren, daar nu gebleken is dat vroeger onover- komelijk geachte bezwaren thans uit den weg zijn geruimd. Het geschil tusschen de Societe de remorquage a helice te Antwerpen en den gezagvoerder der Fransche bark Methusalem, thans liggende in beslag te Vlissingen, ten aanzien van het bedrag van het door laatstgemelden verschuldigd hulploon, werd de vorige week voor de rechtbank alhier bepleit. De rechtbank heeft, bij interlocutoir vonnis, een getuigenverhoor bevolen, hetwelk Zaterdag II. werd geliouden. Bij de gewezen uitspraak heeft de rechtbank het hulploon vastgesteld op twaalf honderd gulden, met veroordeeling van den gezagvoerder m de kosten van het beslag en compensate van kosten. Men leest in de ,/Haagsche kout" van de Prov. Gr. Ct. ,/Op den eersten April deelden de bladen o. a. het merkwaardig nieuws mede, dat drie ambtenaren aan het ministerie van ma rine en vier aan het departement van justitie hun vijf en twintig jarig jubilee gevierd hebben. Eene kwarteeuw lang heeft dit volhardend zevental in hetzelfde cirkeitje rondgedraaid, in den tredmolen rondgeloopen, zich niet bovenmate vermoeid of ingespannen, maar vermoedelijk onder het motto langzaam gaat zeker, zijn plicht betracht. Daar voor schijnt het nu den lof en dank van het gansche Nederlandsche volk te verdienen, en worden de namen bekend gemaakt. Wordt het 25— of 5Ojarig jubilee van een tuinman, een kruidenier of een apotheker ook zoo publiek herdacht? Gewoonlijk niet, doch zij werken hard, voor eigen rekening,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1879 | | pagina 1