BINNENLAND. ,\o. 1439. Woensdag 5 Maart 1879. 19e Jaargang. AIge m ee n Nieuws- en Advertentieblad v o o r Zeeuwsch-Vlaanderen. ABONNEMENT. Ter Neuzen, 4 Maart. TKIt IMELZBNSCHE COI IiWT. l)oor het Per drie maanden binnen Ter Neuzen 1, ateheele Rijk 1,10. Door geheel Belgie 1,40. Men abonnecrt zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec- teuren en Brievenbushouders. Dit bind ADVERTENTIEN. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elke regel meer f 0,10. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentien gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag nainlddag BRIE uren. TCMtlilJnt Plnwdag- en Vrljd.-igavoud bij J(. K. G. DHODIT te Tee Kenzeur P'olitieli Overzicht. De vergadering van Bulgaarsche notabelen te lirnova houdt thans de aandacht van Europa ge- spannen. Zooals de verwachting was, gaat het daar niet zoo eendrachtig toe. Er zijn twee groote partijen: de eene, die zich trouw aan de beginselen van het Berlijnsche verdrag wil houden, de andere, die aandringt op vereeniging met de oostelijke broeders. Terwijl daarover gehaspeld wordt, en Turkije en Rusland daardoor in 't nauw worden ge- bracht, is Oostenrijk bezig, in troebel water te visschen en steekt het vuur in Macedonie aan, teneinde daardoor de Porte te noodzaken, hare toe- stemming te geven tot de bezetting van Novi-Bazar. ttusland heeft zijnerzijds geheime agenten daarheen gezonden, om ten eigen profijte werkzaam te zijn. Ter wijl zijne troepen in allerijl Adrianopel ontruiraen, hebben de Bulgaren den Griekschen bisschop deer- lijk mishandeld. Zij sleurden hem uit de kerk, sleepten hem langs de straat, trapten en sloegen hem, zoodat de eerwaarde grijsaard halfdood naar zijne woning is vervoerd, waar hij den adem uit- blies. De Grieken, daarover verontwaardigd, zijn met de Bulgaren slaags geraakt. De Russische opperbevelhebber moest er bij tepaskoinen, om de ergste belhamels te straffen. Maar de rust is daar- mede niet hersteld. Integendeel, de stroom van Bulgaarsche vluchtelingen, die het land overstelpt, heeft daaraan nieuw voedsel gegeven. En nu zit de Sultan zoo verlegen met de zaak, dat hij verzocht aan zijn vijand, om nog wat troepen acliter te laten, teneinde de rust weder te herstellen. 't Laat zich echter aanzien, dat dit niet spoedig zal geschieden, want van alle kanten liggen brandstoli'en gereed voor een hevigen brand. Te midden van den hoogen ernst van het oogenblik komt de jonge heer Lodewijk Bonaparta aan de wereld verklaren, dat hij besloten heeft, dienst te nemen in het Engelsch-Indische leger. Hij doet daarvan kond aan den gewezen minister Rouher in een brief, waarin hij verklaart, zich voor te bereiden voor de groote taak, die eenmaal in Frankrijk van hem geeischt zal worden. Dat jonge mensch schijut door de ervaring van wijlen zijn vader niet veel wijzer te zijn geworden en gelooft waarlijk, dat de wereld iets meer doet, dan om zijn pochen te lachen. 't Is maar te hopen, dat hij in Engelschen dienst iets meer geleerd zal hebben, dan enkel kogelrapeu en op eene andere manier den vuurdoop zal ondergaan, dan te Saar- briicken. Bismarck is nog altijd aan het onderhandeleu over zijne hervormingsplanneu. Hij schijnt tegen wil en dank zijne lievelingsdenkbeelden te willen doordrijven. Hij heeft zich nu eens in 't hoofd gezet, dat dure waar de welvaart van zijn land zal verhoogen. Wetenschap noch ervaring kunnen hem van zijn stuk brengen. Hij houdt stok stijf staaude, dat hij en niemand anders het weet. Hij ziet evenwel in, dat hij bij dezen rijksdag niet volkomen zijn zin zal krijgen. Daarom zint hij reeds op middelen, om die heeren aan kant te zetten, in de hoop, mannen van zijn slag in hunne plaats te zullen krijgen. 't Is te vreezen, dat hij zich zal vergissen. Intusscheu wordt er bittere ellende in zijn land geledende nood is in som- mige groote steden, en niet het minst in Pruissens hoofdstad, zeer hoog gestegen. Toch denkt men het volgende jaar eene groote tentoonstelling te houden, ter vergoeding van afwezigheid op de jongste Parijsche. In Erankrijk gaat men steeds voort met benoemen en ontslaan. Nu weder is de broeder van den president der republiek tot gouverneur van Algerie benoemd; alzoo twee zwartrokken in de plaats van de generaals-uniforinen. Het is liier niet: het kleed maakt den man. De jongste onthullingen van de Parijsche politie hebben geleid tot het ontslag van den prefect van politie. De minister van binnenlandsche zaken, die in die zaak betrokken schijnt, staat op een zeer wankelbaar standpunt. Het geval zal weer nieuwe stof geven aan de uiterste partijen, om met dien staatsman een nootje te kraken. Van eene terechtstelling der mannen van 16 Mei schijnt niets te zullen komen. A1 de hooge staatsambtenaren hebben met ontslag gedreigd, indien men het zoover dreef. 't Is goed ook, dat er niet meer gelegenheid tot woelingen wordt ge geven. De heeren ex-communards zullen heet genoeg in 't land worden gehaald, en dan?.... Rusland verkeert nog in T grootste gevaar zede- lijke en lichamelijke pest dingen daar om den voorrang. Het nihilisme heeft dezer dagen nieuwe offers gemaakt. De pest, tijdelijk tot staan gebracht in de besmette streek, steekt nu en dan het hoofd op in eene van de hoofdsteden. Nu weer is in een gasthuis te Petersburg een geval daarvan ontdekt. Wat de aanstaande lente zal baren, is niet te voorzien. Per telegraaf. In de heden gehoudene zitting van de Tweede Kamer is het wetsontwerp betreffende de procureurs met wijziging alleen van art. 5 aangenomen met 51 tegen 14 stemmen. Daarna is de discussie aangevangen over het ontwerp tot aanvulling van de wet op het raiddel- baar onderwijs, waarvan de algemeene beraad- slagingen zijn afgeloopen; artikelen 1 tot 3 zijn goedgekeurd. Morgen voortzetting. Vermeenden wij, afgaande op het aantal aange- gevene lijders aan mazelen in de vorige week, dat deze ziekte aan het afnemen was, onze profetie schijnt niet bewaarheid te zijn; althans in de af- geloopene week zijn weder 39 personen aangegeven als lijdende aan de mazelen. Sedert het begin dezer ziekte zijn nu aangege ven 168; hiervan zijn hersteld 64 en overleden 2 personen. Door het postkantoor alhier is een brief ver- zonden aan Smaggehage, vlashandelaar te Monir (Belgie), welk adres onbekend is. Onze lezers hebben waarschijnlijk reeds gehoord van de Engelsche 9toomboot Ralph Creyke", dienst- doende tusschen Goole en Gent, welke op de reis van Goole is vergaan. Een verhaal van een der sohipbreukelingen luidt als volgt Toeu men gewaar werd, dat de boot begon te zin- ken, sprongen de 2e machinist, 2 stokers, 2 matrozen en de kok in eene der booten; in do andere boot namen later plaats 1 stoker, 3 matrozen, de bootsman, de le stuurnian, de le machinist en kapiteiu Ellwood,' die het laatst zijn schip verliet. Deze booten bleven in de nabijheid van het zinkende schip tot het te 7 uur 15 minuten geheel in de diepte verdween, waarna zij zich in de richting van het eiland Lundy, hetwelk ongeveer 6 mijlen oostelijk van de plaat* des onheils was gelegen, verwijderden, en alwaar waar- schijnlijlc de eerste boot is aangekomen. De tweede was niet zoo gelukkig; deze werd ten half 10 uur door eene ontzachlijk hooge zee omge- slagen, waarbij de machinist en een matroos verdwenen. De zes overige manschappen klampten zich aan de kiel vast, welken het gelukte de boot weder vlot te krijgen en in dezelve plaats te nemen, doch de riemen waren verdwenen en het was den scheepbreukelingen niet mogelijk het inslaande water uit te hoozen. De eerste boot, die alstoen nog nabij was, wilde de ongelukkigen noch in- noch op sleeptouw nemen; zij lieten, naar het eiland Lundy hunne richting nemende, hunne lotgenooten in dezen verschrikkelijken toestand achter. Omstreeks 10 uur sloeg de boot ten tweede male om en zij hadden het geluk dezelve andermaal op te richten, ondanks de felle koude en de onstuimiir- heid der golven. Geen half uur later had ten derden male het om- slaan van de boot plaats en nogmaals gelukte het den ongelukkigen het kleine vaartuig weder vlot te krijgen. De golven spoelden echter aanhoiidend over de boot waardoor een der matrozen en de le stuurman bezweken,' wier lijken met eene hoogere golf in zee verdwenen welken door het lijk van den anderen matroos, die mede kort daarop was omgekomen, werden gevolgd. Voor kapitein Ellwood was des namiddags 1 uur het laatste uur gestagen. De bootsman George Cannon en de stoker Edward Bonnel, de twee eenige over- geblevenen, moesten zich van zijn lijk ontdoen. Te 2 uur 's namiddags werden de schipbreukelingen door de //Cambronne" opgenomen. Kapitein Ellwood, die vroeger de John Bladworth van dezelfde stoomvaartmaatschappij voerde, deed met de Ralph Creyke zijne eerste reis. Westdorpe, 2 Maart. Gisteren had aan den Zwarten hoek in deze gemeente het volgende treu- rig voorval plaatsEen der bewcners dezer buurt schoot zijn geweer af op eenig schadelijk gevogelte, met het ongelukkig gevolg dat de loop in stukken sprong en hij daardoor zoodanig aan de linkerhand werd getroffen, dat de afzetting van de geheele hand noodzakelijk was, welke operatie dan ook kort daarop door de geneesheeren de Fouw te Axel en Muijshond te Selsaete werd verricht. Tot dusverre is de toestand van den ongelukkiwe bevredigend. Moge dit ongeval velen eene les zijn in het vaak te onvoorzichtig gebruik van verouderde vuur- wapens, daar later toch is gebleken, dat in den loop van het geweer van binnen eene oude scheur aan- wezig was. In de Staatscourant is het koninklijk besluit opgenomen, waarbij de lichting der nationale militie van het jaar 1879 wordt vastgesteld. Het contingent van 11,000 man is over de verschillende provincien als volgt verdeeld: Noordbrabant 1214, Gelder- land 1395, Zuid-Holland 2084, Noord-Holland 1733, Zeeland 527, Utrecht 531, Friesland 912, Overijsel 837, Groningen 676, Drenthe 373, Lim- burg 698 man. In T volgende kwartaal zullen van het 3e reg. infanterie weder 2 sergeant-majoors, 8 sergeanten 1 fourier en 1 korporaal hunne aanspraken op

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1879 | | pagina 1