ADVERTENTlEN.
BELANGES van ZEEPWSCH-VLAANDEREN.
Vaarsc fin wing.
)98sle 8 t a a t s I o t c r Ij.
HANDELSBERICHTEN.
18 Sept. 25 Sept.
PROGRAMMA
Bevallen van een fleisje J. M. VAN
DEN WILDENBERG—Schram.
Ter Neuzen, 26 September 1878.
VEREENIGING TOT BEVORDERING
en stak niij naast een mijner zusters aan haar halsdoek.
Daar zag ik, dat zij blijde het briefje las; daar hoorde
ik, dat zij het dienstmeisje de beleefde uitnoodiging
medegaf, of mijuheer Hols haar 'a middags met ten
bezoek zuu willen vereereu. Later vertelde my een
mijner vrienden, het pennemes van Hols, dat dieus
houfd en hart geheel in de war geraakt wareu bij deze
blijde boodschap. Hij dacht aan tijd nog postuur: hij
liet zijn brieven ongeschreven en onbeautwoord en liet
uit een leesbibliotheek een liefdesroman halen, dien
hij ging zitten bestudeeren, omdat hij goed beslageu
op het ijs wilde kornen. Zoodra hij genoeg verliefde
gezegdeu van buiten had geleerd, begon hij zijn toilet
te makea, waarbij hij voor het eerst bemerkte, hoe
ontzettend mager hij was. Uit gebrek verhielp hij
zoo goed mogelijk; hij trok een drietal wollen vesten
aan en vulde de plaatsen, waar zijn kuiten eigenlijk
moesten wezen, vrij kunstig op. Zoo uitgedust, ging
hij naar zijn hartsgodin, waar hij eerst nog meer
stamelde, dan toon hij de 3000 gulden ter leeu vroeg.
Maur Eliza wist hem spoedig moed in te boezemen;
zij kwam hem te gemoet en fluisterde: „0, mijnheer
Hols, uw briefje was mij zoo aangenaam, zelfs de speld,
waarmede gij het dicht gemaakt had, heb ik aan mijn
halsdoek gestuken." Nu smeekte de verrukte minnaar,
of hij deze speld mocht verruilen tegen een diamauteu
speld, dien hij met zijn lange, magere vingers uit den
zak haalde. Eerst weigerde Eliza, maar toen de diamau
teu in haar oogen tlikkerden, kon zij zijn verzoek niet
meer afslaan en weldra werd ik weer aan mijnheer
Hols overgeleverd. Uit ondeugd stak ik haar toen zoo
diep in haar wijsvinger, dat het bloed er uitstroomde.
Nauwelijks zag Hols dit, of hij dacht aan een tooueel
uit den romau. Hij rukte mij uit haar handen en stak
zich ook tot op het been toe in den vinger, wat hij
zeer gemukkelijk kan doeu, omdat hij zich maar door
de huid behoefde te steken. Daarua verzocht hij in
gebloemden rom.mstijl, of hij zijn bloed met het hare
zou mogen vermengen om daarua met dit purpereu
sap een trouwbelofte te schrijven. Uit werd toegestaan.
Een vel vlekkeloos papier en een reine pen kwamen
voor den dag en terwijl Hols nu schreef, liet hij mij
achteloos op den grond vallen. Toen vreesde ik reeds,
dat ik mijn leven op een vuilnishoop zou moeteu
eiudigen, maar de kleine Jacob, die, onder de tafel zat,
bemerkte mij, raapte mij op en stak mij, zoolang als
ik was, in des schrijvers kuit. Zijn pleegmoeder zag
dat te laat en ontstelde hevig, maar was weldra weer
gerust, toen zij zag, dat deze operatie haar minnaar
geen pijn, zelfs nog geen kitteling veroorzaakte. Zij
zal wel begrepen hebben, waarom dit kon wezen, maar
zij hield zich dom en de bruidegom, die met zijn
jawoord zeer gelukkig was, droeg mij op zijn kuit
weer naar huis.
W eldra werd de bruiloft gevierd en ook toen kwam
ik mijn eigeuaar goed te stade. De kleermaker, die
een fijn uieuw pak mbest makeu, had niet geweten,
dat mijnheer Hols zich op wilde vuilen en daaroin
de maat naar behooreu genoinen, zoodat alle kleeding-
stukken te nauw waren. Uit speet Hols en reeds
wilde hij een gedeelte van dat, wat zijn vleesch moest
verbeelden, afleggeu, toen men hem rnelde, dat hij
zieh moest spoeden omdat de bruid niet verkoos te
wachten. Nu was er geen oogeublik meer te ver-
liezeu en met iuspanuing van al zijn krachten schoot
Hols nu in zijn pak. Maar, helaasnu sprong daar
een knoop af, wier plaats slechts onvervuld kon blij-
ven. Ue dieustmaagd verkoos haar kunstrijke hand
met dienstvaardigheid te leenen en in zijn hoogen
nood moest Hols zijn toevlucht tot mij, zijn trouwe
dienares, nemen.
Hoe mevrouw Hols later mijn meesteres werd, kan
ik mij niet juist meer herinnereu, maar ik denk, dat
ik mijn principaal, over wien zij weldra onbeperkt
heerschte, moest volgen. Eigenlijk regeerde de kleine
Jakob alles, want zijn pleegmoeder vergoodde hem,
hoewel hij voor haar niet altijd een genadige god-
heid was. Alies, wat hem inviel, moest ook gebeuren
en als hij van zijn stiefvaders grootboeken een grooten
vlieger zou hebben willen maken, dan zou mevrouw
Hols hem stellig ook daarmede hebben geholpen Voor
Hols werd de huwelijke staat weldra een gruwelijke
staat, al voelde hij geen speld in zijn opgevulde kuit.
Hij begreep nu dat het veel beter was als Mozes het
beloofde land van verre te zien dan als Josua en
Guleb een druiveutros te stelen, waarbij huu vrijheid
gevaar liep of dat het beter was over de straat door
de vensters van een schoone buurvrouw te kijken dan
met haar te trouwen. Zijn dierbare wederhelft noemde
hem haar parlemeut, maar zij guude hem geen ander
reclit dan geld bezorgen. Overigeus mocht hij zich
met geen regeeringszaken bemoeieu. Zelfs zijn bereid-
willige en onbaatzuchtige raadgevingen werden niet
opgevolgd, al beoogde hij daarmede ook het welzijn
zijner echtgenoote. Zoo had zij ook de gevaarlijke
gewooute, dat zij my onder het kleeden meestal in
haar n ond nam en daarbij het spreken niet laten wilde.
Hols verhaalde haar aauhoudend hoeveel raenschen er
stierven, omdat zij spelden inslokteu, maar zij luisterde
niet naar hem en eindelijk werd ik daarover zoo boos,
dat ik besloot mij op haar te wreken. Weldra kreeg
ik daartoe gclegenheid. Mevrouw stond voor haar
spiegcl en had mij weer in den moud, toen de kleine
Jakob juist een gat in de canape sneed, omdat hij voor
de grap eens wilde weten, wat er in zat. Hols ver-
bood hem dat een paar keeren en nam hem eindelijk
de schaar af. De weetgierige bengel begon te huilen,
mevrouw werd boos en beweerde, dat Hols den knaap
verongelijkte, omdat hij diens weetlust aan boeien wilde
leggen. Hols gaf dit niet toe; mevrouw werd driftig
en begon zoo rad te spreken, dat zij buiten adem ge-
raakte. Zij snakte naar lucht eu toen gleed ik in haar
keel. Volgaarne was ik nog verder gegkden, maar
een stuipachtige trekking verhinderde mij daarin. Toch
deed ik mijn uiterste best om mij zoo vast mogelijk
te zetten, zoodat het mij mogelijk werd eenige uren
op mijn plaats te blijveu. Mevrouw Hols ging als
een bezetene te keer en moedig streed ik langdurig
tegen haar, wat haar veel bloed koste, maar eindelijk
moest ik het opgeven. Daarua kreeg zij de tering, die
haar in het graf sleepte, zoodat mijn wraak volledig
was. Toen ik weer voor den dag kwam eu toen mijn
heer Hols mij voor haar gebroken oogen hield, riep
hij uit: „Daar hebben wij het! Heb ik u niet ge
noeg gewaarschuwdMaar zij kon niet spreken
omdat haar luchlpijp gezwollen was; zij keek hem met
fonkeleude oogen aan en dacht: „Als ik weer beter
ben, doe ik het toch weer." Doch zij werd niet
meer gezond en toen zij haar oogen voor eeuwig
sloot, mompelde Hols nogmaals„Daar hebben wij
het!" Dat waren de eenige meewarige woorden,
die :k ooit van hem heb gehoord. Zeer bedaard
zorgde hij voor de begrafenis, die hij in een zwarten
mantel en met een opgetoomden hoed moest bij-
wonen. Hij wilde mij gebruiken om het floers rond
zijn hoad vast te makeu. Maar het vilt was zoo
hard, dat ik krom boog en toen mij Hols met
geweld aanzette, brak mij eensk'iaps den kep af eu
daarna wierp mij de oudaukbare weg; al had ik hem
zijn rijkdommen ook doen verwerven en al had ik
hem ook van de dwingelandij zijner wederhelft ver-
lost, toch verruilde hij mij voor een mijner zusters,
die er wat mooier en schitterender uitzag als ik. Nu
lag ik eenige dagen krom eu hoofdeloos op den grond,
tot een onbarmhartige bezem mij wegveegde. In den
vuilnishoop kwam ik terecht, waar mij een straatjongen
nog wel opraapte, maar hij wierp mij ook onmiddelijk
als geheel nutte'ioos weg. Siuds bleef ik stil liggen
zuchten en treuren over de onbestendigheid van het 1
geluk en over de ondankbaarheid der menscheu. Want
hadden zij wel reden om mij weg te werpen, nu ik
geen kop meer heb? Hoeveel menschen verliezen bij
verschillende ge'egenheden hun hoofd en toch worden
zij hooggeacht. Hoevelen worden er niet voorgetrokkeu,
juistomdat zij geen kop
hebbenOf moet ik
"eeuwigdurende baflingschap leven, omdat ik bij ongeluk
krom ben geworden? Maar een hulpvaardige hand
kan mij immers weer gauw rccht makeu en dan steek
ik nog even goed als de beste myner zusters. Heb gij,
wijsgeer, medelijden met mij. Breng mij weer tot
eere. Leen mij uw kop, dan zal ik u mijn punt
leenen tegen de recensenten; zoodoende zijn wij beiden
geholpen." De wijsgeer twistte nu met de arme ver-
latene nog een poos over het woord kop. Hij beweerde,
dat een speld maar van een knop mocht spreken, maar
nadat de speld groudig bewezen had, dat in veel ge-
vallen kop eu knop hetzelfde betetkenen, vervulde hij
haar wensch. Hij nam haar op, boog haar recht en
nam haar mede naar huis, waar hij haar tot een hoogen
trap van eer verhief, omdat hij elk zijner dagen,
verledene eu toekomende, aan haar bescherming overgaf,
of met andere woorden: Hij stak met haar zijn plak-
almanak aan den muur vast.
Prijzen van f 100 en daarboven.
late Klasse. Trekking van 24 September.
20000 no
1000
100
5438.
15207 19155.
1581 9601 11595
17114.
Trekking van 25 September.
1000 no. 1168 14742.
f 400 1188.
200 1056 6690 9997.
100 1736 2881 4570 6778 7066
16036.
Trekking van 26 September.
1000 no. 15917.
200 20164.
f 100 12393.
Beloie Ccrtificaten bij Rotachild 2*
Frankrijk. [nachrijvingen .3
RusLANn. Obligatieu 1798/1815 5 94*
dito Hope Co. 1855 6e aerie 5 74**
dito 1000 1864 5 90*
dito L. 100 1872 5 81
dito L. 100 1873 5 82^
Loten 1866. 5 141*
Oblig. Hope Co. Leaning 1860 4* 80
Certific. dito 4 61
luseript. Stieglitz Co. 2e a 4e L. 4
Obligation 1867—1869 4 72*
CertiCcateu 6
Aandeel apoorweg Gr. Maatach. 5 113*
Oblig. dito. 1* 85*
Aand. Haltiaebe apoorweg 3 46*
dito dito Jelez Orel 5
dito apoorweg PotiTittia 5 82*
dito dito Charkow Azow .5
Poles. Schatkist obligatien 4
I'rijzeii van Lonpotis
Amsterdam 26 September. Metall. f 21,37* dito silver
^2140; niv. fiug. per f 11,77*. Eng. Portugal per
f 11,77*; Spaauache piaaters f 47,55; Amerikaanache dollars
(in goud) f 2,46*.
Amsterdam, 25 September. Metall. J 21,37*; dito zilver
f 2137* i'iv. Eng. per f 11,77*; Eng. Ruaaen per
12 02*; Eng. l'ortngal per 1177*; Prana f 47,55.
belg. J 47,55; Pruia. y 58,70; Hamb Ruaaen y 1,20; Ruaaen
in Z. R. y 1,20*; Poolsche per 6 Poolscbe per Z. R. f
Spaansche piasters f 47.55; Spaauaehe biniienkyidsche f 2.31
Amerik. dollars f 2,46*; papier f 2 44
Dordrecht, 26 September.
De graanmarkt was heden niet zeer ruiin voorzien terwijl
de voorraad langzaam tot vorige prijzen opruimden.
Puike Zeeuwsche en Vlaamsche Terwe f 10,a 11,
mindere 8,10 a J 9,30. nieuwe 9 90 a 10,20 llogge
Zeeuwsche en Vlaainsehe f 6,10 a 6,60. Overmaassche f 6,
a 6,40 nieuwe 6,10 a 6,60. Gerst Zeeuwsche eu Vlaamsche
winter f 6,60 a 7,20 Overmaassche f 6,60 a 7,00 Zeeuwsche
en Vlaamsche zomer J 5 40 a 6,20 Overmaassche f 5,40
a 6,10. Haver dunne f 2,60 a 3,50. Dikke J' 4,a 4,50.
paardenboonen f a Duivenboonen f a
W itteboonen J 7,50 a 8,Bruinebooneu f a
Erwten f 8,25 a 9 75. Koolzaad j 12,20 a 13,Lijn-
zaad a at. Kanariezaad 7,50 a 9,00,
11617 13414
Tar we,
Rogge,
Gerst,
Haver,
Lokeren,
106
P-
1., fr.
p. zak
32,45
14 25
15.75
13 50
23,75
15,25
17,
15,25
22,— a 23 50
14,25
15,75
15,75
15,25
16,75
14,—
van het concert door de Harmouie St. Cecilia vai
Hontenisse te geven op de kiosk te
KLOOSTERZANDE,
op Xoiid.tg «leai 99 September 1SJS,
des namiddags 3* ure.
1.
La Croisade, marsch
Baudonck.
Eerste uitvoering.
•2.
Peestouverture
L. Couturier.
3.
Eleur des Boisfantaisie
Van Perck.
4.
L'Enclume Polka
Laube.
5.
Veuceslas, marsch
Guilbert.
6.
Tweede Potpourri populaire
Clement.
7.
Souvenir de Neuilly, polka
M. Krein.
DER
VERGADERING op l)i listing 1 October a. s.,
in het bovenlocaal van het u Hotel Rotterdam"
alhier, des avonds ten 8 ure.
Te be h an dele n onderwerpen:
1°. Meedeeling ingekotnen stukken.
2°. Adres aan den geineenteraad.
3°. Voorstel tot uitioving van premien voor de
aanstaande veemarkt alhier en voor de in 1879
te houden Landbouwtentoonstelling te Hulst.
Namens het Bestuur,
De Secretaris,
W. H. PIETER.
Prijzou <ler Hlfecten.
Amsterdam, 26 September.
Nederlakd. Certitic, Werkelijke achuld 2* pet. 82**
dito dito dito 3 74**
dito dito dito 4 98^j
Aandeel Handelmaatachappij. 5 105
dito exploitatie Ned. staatsapoorw. 108
Diegenen welke hunne gehocllte boomeu, aan
den dijk bij P. DE PUTTER te Zaamslag, dd.
7 December 1877, nog niet hebben geruimd, worden
verzocht, dit alsuog biimcii acht dagen te iloen,
daar ze anders ten beboeve van den vcrkooper
zullen zijn verbeurd.