BE ffllLEM BARENTS.
BH1TENLAND.
Vnjdag jl. is door den directeur der registra-
tie en domeinen te Middelburg aanbesteed
lo. Het verlengen van den slijkvanger met
het onderhoud tot 1 Mei 1879 van dien slijk
vanger en van den dwarsdam, gelegen op de rijks-
buitengronden in de Mosselkreek voor den zeedijk
van den Joanna Mariapolder.
Minste inschrijver C. Bcot Wz., aannemer te
Ter Neuzen, voor 2380,
2°. Het leggen van krammat op de slijkvan-
gers r.abij den polder de Kleine Stelle yi den
Brakman, met het onderhoud dier sliikvaneers tot
1 Mei 1879.
Minste inschrijver C. Blok, aannemer te Hoek,
voor f 191,90.
De miliciens der lichting 1877 bij de bere-
den korpsen zullen voorzoover zij niet in dienst moe-
ten blijven tot aanvulling van het incompleet der
vrijwilligers, met 1 Oct. met groot verlof worden
gezonden. De overigen zullen minstens met 1
Mei 1879 naar hun haarsteden terugkeeren
Met den 1 September wordt de luitenant
ter zee le kl. H. A. Sirks, behoorende tot de rol
van het wachtschip te Willemsoord, geplaatst als
officier-instrukteur bij het Koninklijk instituut voor
de marine aldaar, en vervangen door den luit. ter
zee 2e kl. L. G. Krol.
Naar men verneerat, heeft Z. M. de koning
de petitien in zake de onderwijswet aan den rainister-
raad verzonden, ten einde de ministers in de ge
legenheid te stellen om Z. M. daaromtrent°te
dienen met advies.
De Tijd meldt, dat de adressen der Catholieken
aan den koning terstond na het bekend worden
van het besluit der eerste kamer naar Apeldoorn
zijn verzonden en op 't Loo afgegeven. Deze
adiessen zijn door 161,126 personen onderteekend.
Onder de bij de eerste kamer ingekoraen
adressen tegen het ontwerp op 't lager onderwijs
werd in de officieele handelingen vermeld een
adres van N. Konings c. s. te Gouda.
De heer N. Konings, inr. timmerman en rijks-
schatter aldaar, werd beschouwd als de eerste
onderteekenaar van dat adres. IIij kwam daar
evenwel tegen op, oindat hij niet op een dergelijk
adres had geteekend en omdat hij voorstander is
van het openbaar onderwijs.
Een onderzoek werd namens hem ingesteld bij
het bevolkingsregister te Gouda en daaruit is hem
gebleken, dat geen andere N. Konings aldaar be
kend is. Vervolgens heeft hij zich overtuigd, dat
zijne naamgenooten en familieleden H. Konings
en N. J. Konings evenmin hebben geteekend, en
dat ook zijne vrouw den naam niet onder het adres
heeft geplaatst.
Door den heer Deelman is een adres aan den
koning toegezonden, waarin zes personen van Stads-
kanaal verzoeken, dat hunne namen bij het petition-
nement buiten rekening blijven, aangezien ze niet
genoegzaam of verkeerd ingelicht waren, toen men
hun het petitionnemeut liet teekenen.
Naar men verneemt zullen de heeren inspec-
teurs van 't lager onderwijs-weldra door Z. E. den
minister van binnenlandsche zaken worden opge-
roepen, tencinde te Js Hage eene vergadering te
houden.
Z. M. de koning zal den 22 dezer op reis
gaan naar Berlijn, ter bijwoning van de voltrekking
van het huwelijk van prins Hendrik met prinses
Maria van Pruisen, en om teveus HDs. zuster,
H. K. H. de groot-hertogin van Saksen-Weimar-
Eisenach, te ontmoeten.
Naar men wil, zou dit laatste in verband staan
met bovengenoemd huwelijksplan.
Naar men verneemt, zal het geschenk, dat
door de Ncderlandsche marine aan Z. K. H. Prins
Hendrik zal worden aangeboden, bestaan in eene
schilderij, te vervaardigen door den heer van Heems-
kerk van Beest, oud-zeeofficier, en voorstellende
een voorval op een der schepen, waarop Z. K. II.
indertijd het bevel gevoerd heeft.
Naar uit Middelburg wordt geineld is de
oud-kapittin P. A. Janssen voornemens aan de
tweede kamer een adres te richten, waarin hij zich
beklaagt, dat aan het votum der kamer, indertijd
bij zijn ontslag uitgesproken, niet alleen geen gevolg
is gegeven, maar zelfs door ;,geheime inachinatien"
zijne bevordering is tegengewerkt.
De Arnh. Ct. schrijftNa volbrachten arbeid
is goed rusten. De heer Kuyper heeft ons laud
weder verlaten. Zijn gezondheid noopt hem daartoe.
Voor den heer Kuyper hopen wij, dat hij in
een andere luchtstreek baat moge vinden. Maar
is het klimaat van Nederland nadeelig voor den
heer Kuyper, hij zelf is nog nadeeliger voor het
geluk van ons land.
Wij roepen hem dan ook een oprecht gemeend
//Vaarwel" toe! maar geen „tot weerziens."
Er zijn tijdingen van de Willem Barents, die, voor
ruim drie maanden, in 't begin van Mei, uit het
vaderland vertrokken, na 6 dagen te Bergen binnen-
geloopen, weder na 6 dagen die haven verliet, om het
Noorden in te gaan.
Op den 12 Mei liep de VViliem Barents de schooue
haven van Birgen binnen en had het geluk daar het
Noordsche stoomschip de Voringen te vinden, dat reeds
twee weteuschnppelijke tochten naar de Noordelijke
IJszee gemaakt had, er in dit jaar andermaal naar toe
zoude gaan en waurvan de bevelhebber, J Grieg, hoogst
belangrijke bijzonderheden mededeelde omirent den
toestund van het ijs, het doen der weteuschnppelijke
waarnemi: gen enz.
Voor zoo ver men op den korten overtocht van
IJmuiden naar Bergen had kuunen waarnemen, had
de VY illem Barents in zee goede eigenschappen doen
keunen en de inrichting van het vaurtuig aan alle
ei chen voldaan. Als zeeschip is er geen beter te
vinden, schrijft de kommaudant. Onder alle omstan-
digheden een droog schip, uitstekend gemakkelijk in
e bewegingen, niet le rank en ook niet te stijf, nu
er wat viktualien uit zijn. Voor den wind en zelfs
den wind iets voorlijker dan dwars, loopen wij zonder
veel moeite 6 en 7 mijl. Ons tuig is handig en flink.
De keuze der bemanning had ^ok niet gelukkiger
kunnen wezen. De harmonie onder de opvarendeu,
waaronder de hond Sailor" en een kanarievogel, kon
niet beter zijn. Vol hoop, vol moed, vol vertrouwen
op het welslagen der onderneming, had de bemanning
vast besloten, elkander trouw bij te staan, om het
devies „klein maar dapper," aan hun scheepje bij den
doop toegedacht, met beleid en voorzichtigheid tot
waarheid te maken. „lk zeide u reeds, schrijft de
heer de Bruyne, hoe goed de bemauuing voldoet. Zij
bestaat uit goede, stevige kerels, en we hebben alien
schik in onze beide Marker visscherlieden. Zij doen
mij vaak denken aan ons zeevolk uit de 17e eeuw.
Dezelfde groote eigenschappen bezielen ook hen. Ze
zijn bedaard, schrander, ijverig, eeuvoudig en zeer
geestig gevat. Beiden zijn verbazend sterkiets wat,
zooals gij begrijpen zult, nog al vaak te pas komt'
De jongste, die nooit te moe is om te halen en te
trekken, heeft dan ook den bijnaam gekregen van het
handstoomliertje. Altijd klaar om te werken en steeds
vol goed humeur. VVat staat de bemanningsoms ver-
baasd over alles wat zij ziet! Verbeeld u b. v haar
verwondering, toen ik haar, midden in het ijs, op een
eilaudje bracht, waar duizeuden ganzen hun broei-
plaatsen hadden en voor hunne voeteu opviogen. In
enkele minuten verzamelden wij zoovele versche eieren,
als wij maar bergeu kouden. Zakken, tasschen, zee-
laarzen, hoeden, alles was vol eieren."
Op 18 Mei werd het vriendelijk Bergen verlaten
en de reis naar het Noorden voortgezet. De sterre-
kers die men aan boord gezaaid had, kwam toen reeds
prachtig op.
Na Jan-Mayen-eilaud bezocht, maar niet aaugedaan
te hebben, werd de reis langs den rmd van het YVestijs
om de Noord vervolgd tot op 80 gr. Noorder Breedte
slechts 20 mijlen minder Noordelijk dan waarop de
Alert overwinterde.
Den 12 Juui ontmoetten wij het eerste drijfijs en
bereikten op den 17 daaraanvolgende Amsterdam-
eiland ten westen van Spitsbergen. Ilier hadden wij
slecht weer, maar toch werd de reis voortgezet tot
op 80° 15' noorderbreedte, waarna wij naar Arnster-
dam-eiland terug keerden, dat wij op 27 Juni weder
bereikten Op een afstand van een uur gaans van
daar wordt de begraafplaafs gevonden, die wij insge-
lijks bezochten. Ook daar was de toesiand niet beter.
De grond, die tot begraafplaats heeft gestrekt, was
op vele plaatsen verzakt, zoodat de 'ijken hier en daar
te voorschijn waren gekomen, waaraan wij andermaal
«de laatste eer hebben bewezen, door ze opnieuw te
ruste te leggen.
Het plaatsen van den grafsteen op het graf der
Holl. zeelieden was indrukwekkend. „Ik heb zelden
zulk een ernstigen, aangenamen piicht te vervullen
gehad. Het was een eigenaardig schouwspel, die 14
gezonde levenslustige zeelieden op dien doodschen graf-
heuvel aan lang gestorven vaderlandsche zeelieden
hulde te zien brengen."
Enkele kruisen en grafschriften, werden zorgvuldisr
opgespykerd en gerestaureerd. De medegenomen steen
werd er geplaatst, daarbij een cairn gebouwd, waarin
behalve een relaas van onzen tocht en verdere plannen
nog geborgen werden een flesch met visitekaartjes, ons
door de militaire studenten tijdens onzen uittocht uit
Amsterdam mede gegeven. De fondamenten der oude
traankokeryen werden ook spoedig gevonden, alien
staande in een groot moeras en ondergeloopen land
met ijs en sneeuwwater gevuld, ter gelegenheid waar-
van Grant, de photograaf, een Engelschman, de zeer
juiste maar curieuse opmerking maakte, dat onze voor-
vaders de eemge plaats in Spitsbergen tot hun ver-
J hebben gekozen, welke vooral met Holland veel
overeenkomst had, door voor drie vierden uit moeras
en ondergeloopen laud te bestaan. Eens 's nachts om
twaaif uur was het een gunstige gelegenheid om en
corps naar de begraafplaats te gaantoen sloeg de
kapitein een krachtige speech en nam Grant een pho-
tografie, welke echter door de dikke lucht en het
daardoor veroorzaakt minder helder weer niet zoed
gelukt is. 6
Op 1 Juli vertrokken wij van daar om naar de
itobbenbaai te zeilen, ten einde aldaar water in te
,'ei!'e."- ,UiJ name" daarbij den weg dwars door het
dnjfijs, hetwelk ons reeds vroeger veel last had ver
oorzaakt. Drie dagen later verlieten wij de Robben-
baai, om naar het Beeren-eiland te zeilen, op ongeveer
74u Noorderbreedte gelegen.
Van den 21 Juli wordt gemeld, dat de laatste dagen
druk geweest waren: Bezoek op Beeren-eiland, waar
we onze brieven vonden, door de zorg van de Noord-
sche-expeditie aldaar ingegraven; bezoek aan de groote
loomenj op dat eiland en sedert ons vertrek van daar
kruisen in de Barents-zee, en elke 5 mijl looden en
temperatuur-waarnemingen doen in de diepte.
VVe zijn nu zoo zuidelijk, dat we onze correspon
dence even te Vardo in Lapland zullen afgeven en
hebben op het oogenblik zeer vele walvisschcn om en
by het schip, werkelijk een aangenaam en prettig gezicht.
Het plan is om van 15 Juli tot 15 Augustus in
de Barentszee te blijven kruisen, en dan naar Nova-
Zembla den steven te wenden."
Linidbouwberichten.
Uit Inesland meldt men ons, dat het ver
bazend groot aantal Hect. land dit jaar met aardap-
pelen bepoot, uitermate goede vruclit belooft. De
landbouwers hebben dan hoop op een rijken oogst
en de aardappelmeel-fabrikanten verwachten tenge-
volge van den overvloed, goedkooper grondstof te
zullen bekomen. De handel bij vooruitbedongen
koop staat dan ook geheel stil; hoewel de land
bouwers gaarne de omzetting legen den ouden prijs
van f 1,25 per hectoliter zouden wenschen.
Jl. Zaterdag ties avonds waren de wandelaars
van den dierentuin te Gent ooggetuigen van een
akelig schouwspel, daar alstoen de jonge beerin
door den grooten beer Martin werd verscheurd.
Een stuk brood, door eene dame tusschen ge-
noemde wildc dieren geworpen, werd door de beerin
gretig gegrepen, doch haar door den beer betwist,
die op haar sprong, haar neder sloeg, en haar
onder zijne wreede drukking versinachtte en ver-
scheurde.
Al de pogingen om de jonge beerin te verlossen
waren vruchteloos; de beer liet zijn slachtoffer niet
los en het gelukte slechts, na anderhalf uur,
het lijk, dat geneel van een was gescheurd, den
beer te ontweldigen.
In alle steden zoekt men zooveel mogelijk de
bedriegerijen van de melkverkoopers tegen te gaan,
die water voor melk blijven verkoopen. Hoe groot
het aantal bekeuringen ook zij, niets helpt. De
melkverkoopers schijnen te gelooven, dat zij niet
voor die overtrading gestraft worden, maar wel dat
hun patent niet in orde is. Het volgende feit
had te Antwerpen plaats. Een melverkoopster
werd tot 50 fr. veroordeeld. Met kalmte hoorde
zij het vonuis aan, en vroeg aan den president:
//Mijnheer, zou ik geen patent kunnen nemen,
om water in mijn melk te doen De president
zweeg, daar hij zekerlijk zulk een vraag niet ver-
wacht had.
Eeuige maanden geleden staakten de sigaren-
makers van de labriek der gebroeders Pelgriins,
te St.-Joos-ten-Noode, het werk. De patroons
hadden andere werklieden aangenomen, en de werk-
stakers verbitterd, lieten geene gelegenheid voorbij-
gaati, om diegenen te mishandelen welke hen