O AANTEEKENINGEK werd beantwoord. De muziek van St. Cecilia voerde harmoniestukken uit, en de aanschouwers hielden, in hunne geestdrift, niet op den vorst en zijnen vertegenwoordiger eenstemmige blijken van hunne blijdschap en dankbaarheid te geven. Het was te midden dezer bewijzen van vreugde dat Z. Ex. met de hem vergezelde antoriteiten aan wal stapte en door de regering der stad Gent, met den heer burgemeester aan het hoofd, ont- vangen werd. Deze magistraat geleidde hoogst- denzelven naar eene grootte en schoone tent, be- groette hem en bood hem, in naam der stad, den eerewijn aan; na welke plegtigheid Z. Ex., door den hurgemeester in eene opene kales, voorafge- gaan door detachementen infanterie en kavallerie, onderscheidene muziek genootschappen, confrerien of gilden der stad, en gevolgd door een groot aantal rijtuigen met de onderscheidene autorifeiten naar zijn hotel werd terug geleid. De straten waren bevallig versierden het gezigt dat zij opleverden was des te schooner, daar, buiten de menigte die dezelve doortrok, de ramen van alle de huizen, waar de stoet langs toog, met aanschouwers waren bezet, welke geenszins het Hiinste sieraad uitmaakte van het feest, hetwelk geeindigd is door een prachtigen maaltijd, op welken de voor de Nederlanders geliefde toasten zijn ge- dronken en door een schitterend bal waarop de keur der maatschappij was vereeuigd. Als eene opmerkelijke omstandigheid bij deze vaderlandsche plegtigheid, mag men ook rekenen, die vereeniging der voornaamste autoriteiten van de beide naburige provincien, eertijds misschien mededingsters, maar die nu, te oordeelen naar de volmaakste overeenstemming welke bij hare ver- tegenwoordigers heerschte, het bewijs opleveren dat er geen scheidsmuur tusschen het zuiden en het noorden des koningrijks meer bestaat Ten einde deze gebeurtenis te vereeuwigen, is er eene kleine medaille als strooipenning geslagen. Deze gedenkpenning door de Gedeputeerde staten geordonneerd en door den heer Braemt ge- graveerd en waarvan een klein getal gouden, doch een grootaantal zilveren en bronzen bestaan, stelt aan de eene zijde voor: in het midden vijf rijpe korenaren, en onderaan een mercurius-staf en het roer van een schip. Het omschrift is aldus: Landbouw en koophandel; op de andere zijde leest men KANAAL VAN NEUZEN OP GENT, DEN XVIII NOV: MDCCCXXVII. HET KANAAL VAN NEUZEN NAAR GENT. 1°. Op 11 April 1835, werd te Neuzen de eerste spade in den grond gestoken tot het graven van het kanaal. Op 6 Junij 1836, werd de eerste steen gelegd aan de grootste der sluizen (de Westsluis) te Neuzen, door Z. E. den heer Mr. H. J. van Doom, destijds Gouverneur van Zeeland. Op IP Februarij 1837, werd voor het eerst. het overtollige water op het kanaal tusschen Gent en Sas van Gent, te Neuzen afgetrokken. Op 17 October 1837, werd de groote sluis (Westsluis) te Neuzen, voor het eerst in gemeen- schap met de Sohelde gebragt. Op 18 November 1837, had de plechtige ope ning van het kanaal plaats door Z. E. den heer Staatsraad Mr. H. J. van Doorn, Gouverneur van Oost-Vlaanderenhij werd bij koninklijk be- sluit van 23 April 1827 benoemd als 's Konings Commissaris ten einde de generale directie te voeren over de nog in uitvoering zijnde werken en om die te bespoedigen. Bij de opening van het kanaal en bij den togt naar Gent was mede tegenwoordig Z. H. de prins van Saxen Weijmar. Het geheele werk werd aangevangen en ten uitvoer gebragt naar de plannen daarvoor door de heeren Hoofdingenieurs van Diggelen en Noel opgemaakt. De heeren Chenaije Meerbeke Comp., hebben, als concessionarissen daarvan, de werken uitgevoerd. 3°# Het kanaal is in twee panden verdeeld. Het bovenpand van Gent tot Sas van Gent, heeft, voor het Nederlandsch gedeelte, eene lengte van 2400 Meter, bodemsbreedte van 10 M., bodems- diepte 1,93, hellingen van 1| op 1, kanaalpeil 2,48 A. P. Het benedenpand van Sas van Gent naar Neuzen, heeft van het benedensluishoofd te Sas van Gent, tot het West-binnensluishoofd te Neuzen, eene lengte van 12849 Meter, eene bodemsbreedte van 1220 M., eene bodemsdiepte van 2,32 tot 3,72 en hellingen van 2| op 1. Het kanaalpeil is in werkelijkheid 1,88, over- eenkomende met den middelbaren vloed te Neuzen. Aan het normaalpeil van -f- 2,28, in 1843 bij conventie met Belgie bepaald, houdt men zich niet. Het kanaal dient, behalve voor de scheepvaart, voor de afwatering van in Belgie gelegen landen. Op het bovenpand lozen de volgende landerijen Bassin de la Haute Caelne 3600 H. A. u h Basse Caelne760 Lieve.2310 u de Fancien Canal du Sas 20 du Dambeek340 a du Ulsterbeek570 du Montjensbeek440 h Burggravenstroom9370 du Geuzenbeek240 du Gaverbeek460 Totaal 18110 H. A. Dit veroorzaakt 's winters bij veel watervervoer in het kanaal, eene suelheid die tot 1,20 Meter kan stijgen, waardoor de scheepvaart wordt ge- stremd. Er zijn plannen, gedeeltelijk in uitvoering en gedeeltelijk aanhangig, tot verbetering en verruiming van het kanaal boven Sas van Gent en van de sluizen aldaar. Het benedenpand kan steeds op peil gehouden worden door inlaten van water te Sas van Gent of door spuijing te Neuzen. Het politiereglement voor het kanaal is vast- gesteld. Een zoogenaamd havenreglement voor Neu zen, schijnt wel ontworpen te zijn maar, niettegen- staande de dringende behoefte daaraan, nog niet vastgesteld. Het Nederlandsch gedeelte van het kanaal is in onderhoud en beheer bij het rijk. 3°. Opgave van de vaart op het kanaal. Jaren. •Zeeschepen. Rhijnschepen, rivier- vaartuigen, ligters enz. Totaal. Waaronder stoomschepen. Getal. Getal. Getal. Tonnen. Getal. Tonnen. Ter Neuzen (opvaart.) 1855 ido 19299 1727 79127 1877 98426 57 4752 1860 346 43449 2893 126734 3239 170183 86 11237 1865 455 72687 2957 152814 3412 225501 313 29049 1870 396 69596 3585 19Q932 3981 269528 472 42027 1875 41:0 90943 4225 372612 4635 463555 295 71329 1876 494 118138 3868 444190 4372 562328 371 95936 Ter Neuzen (afvaart.) 1855 135 18820 1678 75711 1813 94531 58 4823 1860 295 44939 2755 117939 3050 162878 86 11237 1865 394 73194 2965 148970 3359 222164 307 28468 1870 335 70646 3484 196906 3819 267552 462 39633 1875 408 104441 3991 373535 4599 477976 288 69700 1876 478 110772 3877 450372 4355 561144 375 96419 In deze opgave zijn niet begrepen de zeil- en stoomschepen welke uit zee komende zijn ingeklaard met bestemming voor Neuzen, zoomede niet die welke, na aldaar gelost of geladen te hebben, zijn uitgeklaard naar zee of naar Antwerpen. S. SNELPERSDRUK VAN J. K. G. DHONT TE TER NEUZEN. GEOPEND BETREKKET.TJK Tonnen inhoud (zee tonnen.) Tonnen inhoud (binnen tonnen.) j

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1877 | | pagina 6