BUTTENLAN D. Overstrooming van den polder werd voorkomen door den achter de genoemde inlaagkade bestaanden inlaagdijk. Naar wij nader vernemen, heeft dezen morgen aan genoemden polder, en wel bij de zooge- naamde verkorting, weder eene oeverafschuiving plaats gehad van ointrent 130 meters lang en 40 meters breedde kortste afstand uit den teen van den zeedijk is evenwel zoo groot, dat daardoor geen dadelijk gevaar voor den polder bestaat. Sas van Gent, 30 Januari. In den afgeloopen nacht, ten half een ure, werden de ingezetenen bij trommelslag bekend gemaakt, dat er brand ontstaan was in de woning van E. van den Heuvel, petten- maker en herbergier alhier; de vlammen baande zich een uitweg langs de pannen van het dak naar buitende brandweer was spoedig op de plaats des onheils aanwezig, terwijl de brandspnit defect was, dus niet kon gebruikt worden, werd men den brand spoedig meester door het werpen van water met emmers op het brandende gedeelte. Naar wij vernemen is het huis en inboedel rerzekerd; de schade is niet zeer groot. Brcskeus, 1 Februari. De storm, die in den nacht van 30 op 31 Januari alhier gewoed heeft en het buitengewoon hooge water hebben hier nog al veel sehade teweeg gebracht. Van dekade<aam de zeezijde zijn ongeveer 400 meters bijna geheel weggeslagen; de plaats, waar men voornemens is nieuwe gebouwen te stichten, benevens de aldaar geplaatste loodsen, liepen geheel onder water en bedierf oinstreeks 50 hectoliter kalk; een aantal petroleumvaten dreef, weeg; doch deze zijn gelukkig den anderen dag weer opgevischt. Omstreeks drie uur had het water zulk eene hoogte bereikt, dat het 't dorp zou binnengestroomd zijn, zoo het niet door een opgeworpen dam weerhouden wasver- scheidene huizeu aan de spuikom en de kade stonden onder water en een vreemdeiing, die dien nacht in het zoogenaainde koffiehuis of de prison zat, begon reeds om hulp te roepen, daar het water ook daar was binnengedrongen. Voorts werd aan onderscheidene gqbouwen, door den hevigen storm, schade toegebracht. Tot predikant bij de hervormde geineente te Breskens is beroepen de heer Daubanton Vader, candidaat te Leiden. Men schrijft uit BathJl. Woensdag morgen circa 4 uur werd men uit den slaap gewekt door het geroep, dat alles onder water liep. Spoedig bleek, dat het water dan ook tot eene verbazende hoogte gekomen was. Yan de herberg van C. Gnep af, tot zoo wijd het oog kon zien, liep het water over den zeedijk, die naar den Engel- schen polder leidt, vvaardoor al wat zich aan de biiinenzijde langs de hqfstede van A. Blok Cz. tot aan den grindweg bevond, onder water stond. Gelukkig was het water omstreeks 4£ uur gevallen, doch door het afzakken liep het op sommige plaatsen over den grindweg in de vest tot aan den ingang van het dorp. Ruim 30 gemeten schoon staand koolzaad, behalve ander bezaaid land van den ge- melden A. Blok, staan onder water. Niettegenstaahde den N. W. wind, was in ver- gelijk van 12 Maart 1876 het water kalm. Zoover bekend is zijn er geece ongelukken voorgevallen. Men leest in een Belgisch blad,/Hetgeen wij onlangs zeiden ointrent het verband dat er be staat tusschen de conventie-Terneuzen en den aan- koop van den Grand Central Beige wordt meer en meer bevestigd. De Nederlandsche gezant te Brussel is belast om de onderhandelingen te leiden, niet met den Grand Central maar met den Belgischen staat. Nederlarid zou het bod van 7 millioen gulden, in 1873 aan de maatschappij voor de lijnen RozendsalBreda en RozendaalMoerdijk gedaan, linndhaven, Zoodra de overeenkomst tus schen beide regeeringen tot stand gekomen is, zou de Belgische staat met den Grand Central onder- handelen over den aankoop van 't geheel zijner1 lijnen en 't materieel, tegen eene rentevergoeding, berekend naar 't gemiddelde der behaalde voordeelen,1 venneerderd met een zeker aantal percenten. Del zeven millioen gulden, die de Belgische regeering koniant van Nedcriand zouden ontvangen voor den afstand van bovengenoemde lijnen, zou worden aan- gewend tot het oprichten en vergrooten van som mige stations, o. n. dat van Ottignies, tot het leggen van een tweede stel rails over een gedeelte van den weg en verder om de begonnen werken van den spoorweg AntwerpenGladbach te betalen." De examens voor het verkrijgen van akten van bekwaamheid tot het geven van lager school- en huisonderwijs zullen voor de eerste maal in het loopende jaar gehouden worden op Woensdag 4 April en volgende dagen. Zij, die een dezer examens wepschen af te leggen, behooren zich uiterlijk voor 14 Maart bevorens aan te melden bij den schoolopziener van het district, waarin zij wonen, of v^ii buitenslands komende, voornemens zijn zich te vesffgeh, met opgave van de akte, die zij verlangen, en overlegging van een of meer getuigschriften van hun goed zedelijk gedrag en van hunne geboorteacte, terwijl de dag en plaats van het examen hun door den schoolopziener zullen worden bekend gemaakt. Het is gebleken, dat aan lustgevirmen van den minister van binnenl. zaken tot nfmaking van wegens longziekte verdacht vee, niet zeiden zeer laat jevolg wordt gegeven. Vermits, indien die atinaking niet met den meesten spoed geschiedt, deze kostbare maatregel veel van zijn waarde verliest, zijn de burgemeesters der gemeenten namens den minister verzocht, na ontvangst van lastgeving ter voorz. zake, geen oogenblik te laten verloren gaan. Uit een particulier schrijven, met de laatste mail uit Atchin ontvangen, zijn wij in staat ge- steld het volgende mede te deelen: Een der gewapende sloepen van Zr. Ms. stoom- schip Aart van Nes werd onder bevel van den luit. ter zee Lamie afgezonden, om op een uur afstands van Gighen een Atchinesche prauw het binhen- of uitvaren eener kwala te beletten, De 3 prauw, dit ziende, trachtte door snel pagaaien te komen, doch dit gelukte niet. Then de sloep vlak bij de prauw was ging een der Atchi- nezen met een eindje klaar staan om de sloep aan te halen en door'geen hunner werd eenig vijandelijk vertoon gemaakt. De sloep ging langzaam vooruit, voor- en achterin een paar man met geweren gewapend; op het oogen blik dat zij langs de prauw zwaaiden, sprongen eenige Atchinezen over en begopnen met hun klewangs op de matrozen in te liakken. Daar zij op de doften stonden en de matrozen meerendeels zaten, zag het er lang niet t'risch uit. Het hoofd der prauw sprong op Lamie toe, die geen tijd hebbende zijn revolver te grijpen, welke ach'ter hem lag, hem op een stevigen vuistslag zoodanig onthaalde, dat hij naar beneden tuimelde, maar onmiddelijk stond hij weder overeind en juist toen hij Lamie een klewanghouw wilde toebrengen, schoot de onderofficier hem een kogel door de keel. Lamie gaf toen bevel, dat al het volk met de geweren buiten boord zou springen, latende de sloep tijdelijk in de handen der Atchinezen. Nu begonpen de onzen yan pit het water op de Atchinezen te yuren met het gevqlg, dat er weldra een zestal dood en verscheidenen aangeschoten waren. Wel beproefden sommigen hunner de matrozen, die hunne geweren afgeschoten hadden, met hun kiewang te naderen, maar daar zij achter- iaders hadden, werd hun dit door het snelle vuren belet. De weinigen, die van hen overbleven, zochfen zich toen door een snelle vlucht te redden, waarop de onzen weder bezit van den sloep namen. Lamie had drie wejnig belangrijke wonden be- komen, die binnen eenige dagen hersteld waren. Vier matrozen werden zwaar gewond, sommigen hadden zeven klewanghouwen. Een van hen over- leed den volgenden dag. A Is een bewijs der kracht van door storm- wind opgezweepte golven moge het volgende dienen. Het is bekend, dat langs de buitenzijden der steenen havenhoofden in zee van het Noord-zeekanaal, bij wijze van golfbreker, zware blokken van beton worden gestort. Beton is een kunststeen, bestaande in het algemeeu uit Jralk en tras of portland-cement, met grint, en stukken baksteen vermengd, die in de Jucht of onder water spoedig versteent. Deze blokken, van langwerpig vierhoekigen vorm, zijn van tweeerlei afmeting, namelijk van 5 en 10 kub. meter iidioud. Zij wegen respectievelijk elk tien duizend en twintig duizend kilogram. Aan het vooreinde van het zuider hayenhqofd zijn uitslui- tend blokken van laatstgenoemde soort gestort. Welnu, bij den storm van den jongsten nieuwjaars- dag is een dezer 20,000 kilogram zware blokken gelicht, en, na over het 8 meter breede hoofd ge- schoven en gekanteld te zijn, aan de binnenzijde in de haven terecht gekomen. Opmerkelijk ook is het te zien, hoe de blokken, door den storm- vloed in beweging gebracht, op elkander hebben ingewerkt, zoodat sommigen met een der kanten tot diep in andere blokken zijn ingedrongen. De beproeving van den staatsspoorweg over de Maas en door Rotterdam had jl. Dinsdag plaats onder een hevigen regen, vergezeld van storm uit het noord-westen. De uitslag was in alle opzichten gunstig; de doorbuiging der kolossale spanningen over de pijlers der Maasbrug bedroeg gemiddeld slechts 22 millimeters (streep). De beproeving ging toe als volgt: Tien loco- motieven met hare tenders bewogen zich over de baan, in twee gelederen geschaard en voor de overbrugging van Koningshaven en Maasbrug nog versjerkt met zes goederenwagens, over de twee rijen locomotieven verdeeld, elk met 10,000 kilo spoorstaven bevracht. Langzaam, nauw merkbaar, rolde deze dubbele trein (400,000 a 500,000 kilo zwaar) een kleinen afstand voort, om telkens vijf, tien of vijftien minuten halt te houden, en ten slotte langs de geheele baan een terugrit te wagen met eene snelheid van tien meters in de seconde. Blijkens een bij het dep. van kolonien ontvangen telegram van den gouv.-gen. van Ned.-Indie is den 27 uit Kotta Radja bericht, dat den 22 het tot dekking van den officier van gezondheid Wolff dienende geleide bij Silang overvallen werd, waarbij die officier en vijf mindere militairen sneuvelden en drie minderen gekwetst werden. Den 25 vertrok de civiele en militare bevel- hebber, generaal-majoor Diemont. met het 2e, lOe en 12e bataillon, benevens drie sectien artillerie, per stoomschepen over zee naar Koerong-Raja om de kust van daar tot Kadjoe te bezetten. De gezondheids- toestand in Groot-Atchin was gunstig. Lundbouwberichten. Men schrijft ons Met het oog op het toenemend gebrek aan opgaande houtsoorten is het te betreuren, dat zoo menige weg en andere plek, die voor beplanting zeer geschikt zou zijn, in verschillende streken van ons land door gemeentebesturen en particn- lieren ongebruikt wordt gelaten. Is dit uit een utiliteitsbeginsel reeds te be treuren, meer nog wanneer men nevens het nut- tige het schoone op den voorgrond stelt. Wat kon men menig dorp, dat nu door zijn naakte ligging een treurigen indruk maakt, een schilderachtig aanzien geven, wanneer ieder plekje werd opgezocht, al hood het slechts ruimte om er een boom te planten. 't Geboomte is het aantrekkelijke van het platte landeen breedgekruinde boom siert een dorp meer dan de prachtigste woning; is er sprake van een mooi dorp, houderd tegen een, dat het niet is wegens zijn sierlijke huizen, maar wegens het lominer, waaronder het verscholen licht. Wat bestaat er niet eene verscheidenheid van houtsoorten, die voor het beoogde doel in aan- inerking kunnen komen; is er reden te vermoe- den dat eiken, beuken, linden, populieren niet willen tieren, men kieze opgaande berken, acacia's enz., die op de onvruchtbaarste gronden zelfs welig groeien. De tijd van poten en planten is aanstaande; misschien dat het zijn nut kan hebben juist nu de aandacht op dit onderwerp te vestigen. Asseneile, 1 Eebruari. Als een waarschuwend voorbeeld dient het uavolgende: Gisteren avond kwam een onbekend persoon naclitverblijf verzoeken op de hofstede van Dominicus Daelman, landbou- wer, wonende aan de grenzen of zoogenaamde vrij- weg alhier; nadat de landbouwer deze persoon nauw- keurig had opgenomen, kreeg hij kwaad vermoeden en gaf er kennis van aan de brigade gendarmerie j te dezer plaatse, deze begaf zich onmiddelijk daar- heen en bevond, dat in eene sloot nabij de hof-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1877 | | pagina 2