BUITENLAND.
prijzen ontvangen, wist hij niet aan wie ze uit
te reiken en verkocht hij ze nu onderhands om
dan percentsgewijze te restitueeren hetgeen naar
zijn berekening 6 a 7 percent zou zijn geweest.
In de inaand Maart 1877 zal te 't Graven-
hage een vergelijkend ouderzoek plaats liebben van
hen, die wenschen te dingen naar de betrekking
van klerk bij den rijksteJegraaf.
De minister van oorlog heeft zich met de
wijze van verbetering, voorgesteld in het rapport
der indertijd benoemde commissie, voor het vraag-
stuk der voeding van den soldaat, niet kunnen
vereenigen, orndat zij moeielijk in de uitvoering
en schadelijk voor de schatkist zou zijn. Volgens
zijne inzichten kan het thans bestaande stelsel
met eene verbetering der hoedanigheid gepaard
gaan.
Voor rekening van onze marine worden te
Londen gebouwd twee vischtorpedo's, vaartuigen van
ongeveer a 5 voet lengte, die, onder water door, een
aamnerkelijken weg afleggen en onder een vijaude-
lijke vloot ontzettende verwoesting kunnen aanrich-
ten. Het is een Engelsche uitvinding en de details
er van worden natuurlijk zooveel mogelijk geheim
gehouden.
De proeven met den misthoorn-scheepsroeper,
aan het Scheveningsche strand en op den kust-
licht-toren aldaar gedaan, hebben plaats gevonden
onder de volgende natuur-toestanden wind W.N. W.
en N. W.; koelte flauw; lucht bedekt. Bij de ge-
luidrichting van af den lichttoren recht in zee,
geschiedde dit stijf in den wind en nogtans kon
het signaal door een aldaar op dat oogenblik op
een ongeveer 1000 meters afstand passeerende
stoomboot waargenomen worden. Bij de proef om
het geluid langs het strand voort te werpen, alzoo
bij den wind, was het voortplantingsvermogen ruim
1200 meter, terwijl eindelijk het geluid, voor den
wind voortgeplant, op verschillende plaatsen van
de buitenstad van den Haag is gehoord, zooals op
het Alexandersveld, in 't Willemspark enz., zijnde
een afstand van circa 4000 meter of ruim drie
vierde uur gaans.
Het geluid van dezen draagbaren misthoorn is
een diepklinkende sonore toon het effect daarvan
vooral in den ijzeren toren was frappant.
De proeven met dien hoorn als scheepsroeper
hebben mede de bijzondere eapaciteit van den toe-
stel bewezen. Een groot aantal belangstellenden
woonden deze belangrijke waarnemingen bij.
Inbraken en diefstallen zijn te Amsterdam
nog steeds aan de orde. Van een zoo brutalen
diefstal als in den nacht van 22 dezer werd ge-
pleegd heeft men echter nog zelden gehoord. In
dien nacht hebben dieven toegang weten te ver-
krijgen tot het kantoor van gebrs. de Jong, han-
delaars in huiden en vellen, in de Joden Ilout-
tuinen. Waarschijnlijk waren zij vdor het sluiten
der voordeur binuengeslopen en hadden ze zich in
een kolen- of turfhok verborgen. De kantoor-
deur werd den anderen ochtend verbrijzeld gevon
den en de brandkast (zegge de geheele brandkast)
was verdwenen. Uit een ingesteld onderzoek blijkt,
dat de dieven de brandkast uit het kantoor over
de straat hebben gedragen naar een erf, waarvan
zij de sluiting eerst moesten verbreken. Daar
werd een poging beproefd om het slot door middel
van buskruit te doen springen, want de buren en
de nachtwacht hoorden omstreeks half vijf een
ontploffing. De nachtwacht maakte daarvan drie
kwartier later rapport aan zijn politiebureau.
Hoewel een stuk van het bovendeel der kast op
het erf werd gevonden, schijnen de brutale inbre-
kers er niet in geslaagd te zijn haar open te krijgen.
Ten minste zij namen de brandkast op een hand-
kar van de heeren de Jong mede, nadat zij, gelijk
uit de verbreking van een afsluiting aan de zijde
der Markengracht blijkt, te vergeefs naar een
schuitje hadden omgezien. In de kast bevond
zich 65 gulden aan vreemd geld, benevens 40
gulden aan Hollandsch geld en een Keurhessisch
lot. De daders zijn nog niet gevonden.
Uit een particulier schrijven uit Atchin, gedag-
teekend Kotto Radja 6 Oct. 11., wordt 't volgende
medegedeeldEindelijk zit ik weer thuis en kan u
gelukkig melden, dat ik het er gezond heb afgebracht
D, laattte dagen hebben we veel ellende uitgestaau
tengi volge van de ouophoudelijke ttortregens; den I
October begonnen die en den 4 kwamen we eerst thuis.
Het laagste gedeelte van ons bivak, ongeveer de helft,
stoml blank; daarbij hadden de soldaten geen, en wij
weinig dak boven het hoofd, zoodat van slapen weinig
kwamaltijd nat, geen stuk droog goed meer en dan
voor de variatie van tijd tot tijd beschoten door den
vijand, zoo'n toestand is niet benijdenswaard. "Voor
ons officieren was het nog niet zoo erg als voor de
soldaten; het was goed, dat we naar huis gingen,
want iedereen was afgematgelukkig dat de regen
niet eerder begonnen is en onze N. O. linie gereed
was. De tegfenstaud was soms vreesselijk; vooral den
26 September, ouzen moeielijksten dag. Onze kolonne
had het geluk dien dag de voorhoede te zijn en achter-
eenvolgens negeu bentings en een dertigtal stukken
geschut te nemen; het gevecht was prachtig, dikwijls
man tegen man op het zwaar begroeide terrein. Ver-
beeld u een bosch, verdeeld in vierkanten door dijken
waarop bamboe doerie (bijna als onze doornhagen)
geplant is; de vijand, die uit een benting is ver-
dreven, vlucht over dat terrein door kleine openingen
in die heggen, doch houdt achter elke heg stand,
zoodat iedere heg afzonderlijk moest genomen worden
het was een gruwelijk gevecht, maar we kwamen er
goddank. In «ene benting vonden we 18 dooden en
daarvoor nog zes, iets wat hier zelden gebeurd, daar
ze de gewonden en dooden steeds medenemen; wel
een bewijs dat ze veel verliezen leden. Het onaan-
genaamste van die tochten is echter geweest, dat we
in twee bivakken te Lampjong en te Kadjoe steeds
zoo hevig beschoten zijn en het gevoel hadden van
uiets te kunnen doen, terwijl de kameraden als het
ware in kunnen slaap werden doodgeschotenwe ruk-
ten wel telkens uit en veijoegen den vijand, maar
nauwelijks waren we weder in het bivak, of er zaten
in de boschranden overal vijanden verspreid, die op
ons 9choten. Die lui graven zich dan in den grond,
zoodat zij door ons niet geraakt kunnen wordennu
is het waar, dat men gewent aan de gedachte dat
men geraakt kan worden, maar aangenaam is het niet
als men zit te eten en er wordt eene pan naast u
stuk geschoten of men hoort 's nachts in eens een
vloek van iemand in de nabijheid, die een kogel in
zijn been krijgt en daardoor wakker wordt; maar dat
zijn de kausen van den oorlog. De officieele berichten
zullen u alles geregeld vertellen; maar als men er
niet bij is geweest, kan men zich niet voorstelleu,
hoeveel moed en zelfopoffering van onze brave sol-
daatjes er noodig is geweest, om een zin neer te zetten,
als b. v. acht bentings werden na elkander ge
nomen en 30 stukken geschut vernageld; men ziet
gevallen, dat als men ze op het papier zou kunnen
zetten, zooals ze gebeurd zijn, de persoon, die zoo iets
doet, door iederen tot held zou worden verklaard. In
die oogenblikken is de soldaat groot, maar dit wordt
maar door enkelen gezien en zeer weinig gewaardeerd
door degenen, die altijd over hen spreken als de paria's
der maatschappij. Maar ik zou te ver gaan, ik heb
in deze maaud den soldaat van zijnen schoonen kant
gezien 6n hem beter leeren kennen, dan in al de jaren
dat ik in Indie ben."
Sedert eenigen tijd lieerscht te Kuilenburg
een varkensziekte, waaraan vele dieren bezwijken
Na hun dood worden de varkens geheel blauw.
't Is een tot dusver onbekend verschijnsel.
Er wordt aangeraden om op plaatsen, waar
veenaarde zonder groote kosten van vervoer te
krijgen is, de stalmest daarmede regelmatig te ver-
mengen. Vooral zou deze handelwijze voordeelig
op den zandgrond werken, want lo. wordt het
vocht, 't welk den zandgrond tijdelijk zoo licht ont-
breekt, door die behandeling der mest vastgehouden
2o. wordt de stalmest zoodoende op de beste wijze,
o. a. tegen uitdrogen en schimmelen bewaard3o.
kan men de mest, nadat zij te veld gebracht en
terstond zorgvuldig gestrooid is, voor zoover de
omstandigheden van't bedrijf het toelaten, onmidde-
lijk onderploegen en eindelijk 4o. worden op zandigen
grond, voor zoover stikstof-, phosphorzuur- en kali
bevattende hulpmeststoffen worden aangewend, deze
bestanddeelen door de veenaarde opgeslorpt en
loopt men minder gevaar, dat ze bij groote natheid
voor een meer of minder groot deel buiten het
bereik der plantenwortels geraken.
Professor Haberlandt heeft door poefnemingen
de vraag onderzocht, in hoeverre men door het
wegnemen van een zeker aantal bladeren en knoppen,
invloed op de ontwikkeling der overblijvende bladeren
oefenen kan. Hierbij kwam hij tot de volgende
uitkomstenDe ontwikkeling en het rijpen der
bladeren tot aan hun geelworden toe had getniddeld
te sneller plaats, naarmate er meer bladeren aan
den Stengel gelaten werden.
De gemiddelde grootte der bladen werd het
aanzienlijkst, indien men 4 tot 8 bladeren aan de
plant liet; zoowel bij een grooter als bij een
geringer aantal bladeren der tabaksplant nam de
middelbare grootte af.
De grootste bladoppervlakten verkrijgt men,
indien aan iedere plant sleclit 56 bladeren gelaten
werden, waarvan alsdan het laatste de grootste
uitgebreidheid verkreeg.
De dikte der bladeren verminderde met de
verineerdering der aan den stengel gelaten bladeren.
Landbouwberichten.
Den 24 November jl. zijn te Neuzen verkocht
de volgende perceelen bouw- en weiland en dijk,
gelegen in den Zeven-Triniteitspolder in die ge-
meente als
perceeel I, 2 hect. 60 aren, 30 cent, bouwland
voor ^6075,22 (/1040,per oud gemet,)
perceel II, 7 hect. 69 aren, 10 cent, voor
15706,48 (/910,per oud gemet,)
perceel III, 7 hect. 71 aren, 20 cent, bouw-
en weiland voor f 17133,93 (/"990 per oud gemet,)
perceel IV, 2 hectaren, 53 aren, 70 cent, bouw
land voor 6262,79 1100 per oud gemet,)
perceel V, 3 hect. 15 aren, 52 cent, dijk
voor /"3020,
Totaal bedrag der verkochte perceelen /48198,42.
Het programma voor de internationale land-
bouwtentoonstelling, in 1877 te Amsterdam te
houden, is in de volgende hoofdgroepen verdeeld:
Afd. 1. Warme en geinatigde kasplanten. Afd. 2.
Kouke kas- en oranjerieplanten. Afd. 3. Planten
voor den vollen grond. Afd. 4. Arrangementen
van plancen en bloemen. Afd. 5. Vruchten, groen-
ten en zaden. Afd. 6. Nijverheid toegepast op
tuinbouw. Afd. 7. Kunst toegepast op tuinbouw
en plantenkunde. Afd. 8. Vooruitgang van den
tuinbouw in de vari^teiten. Afd. 9. Tuinbouw-
wetenschap en onderwijs.
In het geheel worden bij het programma 662
nommers gevraagd. Hetzelve is verkrijgbaar bij
den algemeenen secretaris van het hoofdbestuur,
den heer H. Groenewegen, 5, Oeterwaler weg
Amsterdam.
Voor het hof van assisen van Brabant zal
thans het eerst worden opgeroepen de zaak van
Engelbert Herinckx, van Grooten-Bijgaaiden, be-
schuldigd van moord op zijne tante en zijne zuster,
gepleegd te St.-Agatha Berchem, in den nacht van
11 Juni 11.
De beschuldigde, ondanks de duidelijkheid der
feiten ten zijnen laste vermeld, houdt niet op
zich onschuldig te verklaren. De wetsdocters en
bijzondere geneesheeren voor krankzinnigen, door
het parket belast met het onderzoek naar den
toestand der geestvermogens van den beschuldigde,
hebben verklaard dat Engelbert Herinckx, met
voile kennis van zaken de feiten moet gepleegd
hebben, welke hem worden ten laste gelegd. De
debatten zullen ten minste drie of vier zittingen
duren.
In den morgen van den 20, heeft te Bern
eene botsing plaats gehad tusschen de trein van
Bazel komende en een goederentrein, die juist
het station verliet. De schok was vreeselijk. De
twee machines van den goederentrein, en die van
den exprestrein, dus drie locomotieven, ontspoor-
den, benevens vijf wagens, die verbrijzeld werden.
De postwagen kwam in een anderen waggon te
recht en ging zelfs dwars door deze heende
passagierswagen omsloot hem als een soort van
enveloppe. Andere wagens werden als op elkander
gestapeld. Wonder genoeg zijn er geen dooden
maar wel veel gekwetsten.
Op het stoomschip Merapi dat den 20 Oct.
van Tjilatjap arriveerde, is op reis brand ontstaan
die na krachtige pogingen, in twee uur tijds is
gebluscht. Terwijl de bemanning op 't voorschip
daarmede bezig was heeft de militaire opzichter
der genie J. H. Mee, zich met 4 hem toevertrouwde
kinderen van den heer Vinju te Probolingo, in
een boot begeven. De klerk W. D. Henricus er,
eenige inlanders volgden zijn voorbeeld en niette-
genstaande herhaalde waarschuwing van de zijde
van andere passagiers wilde men van boord gaan.
De boot werd losgesnedeu, maar tegen het schip