B IJ V O E G S E L NEUZENSCHE COURANT Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwscli-Vlaanderen* Zaterdag 3 Juni 1876, N°. 1151. VAN DE Door den heer J. Sturm alhier is mij een afschrift van een Verslag der feestoiering te Neuzen op 6 Jam 1826, ter hand gesteld. Om de belangrijkheid daarvan en met het oog op het aanstaande feest in deze gemeente, heb ik gemeend de geabonneerden op mijne courant en vooral de ingezetenen dezer gemeente, genoegen te do n met langs dezen weg daaraan publiciteit te geven. Neuzen, den 2 Juni 1876. De Uitgever J. K. G DHONT Neuzen, den 7 Juni 1826 Op het verzoek van de heeren Chenaije Meer- beke Comp., concessionarissen van de werken aan het kanaal van Gent naar Neuzen, had Z. M. goedgunstig gelieven toe te staan dat de eerste steen aan de sluizen alhier in hoogstdeszelfs naain pk itig word gelegd, en daartoe den heer gouver- neur dezer provincie gemachtigd. De dag van gisteren was door Zijne Exc. daar toe bestemd. Reeds ten 6 uren kondigde het gelui der klokken den aanvang van dezen heuchelijken dag aan, en wapperden de vlaggen van de puhlieke gebouwen, en van de in de haven en op de reede liggende schepen, terwijl de huizen der ingezetenen met groen en vlaggen waren versierd. Ten half een uur werd Zijne Exc. door den com- missaris van het district Hulst, aan het hoofd der stedelijke regeering, aan deszelfs jacht opgewacht en gecomplimenteerd, en van daar, voorafgegaan door eene compagnie der rustende schutterij en vergezeld van eene eerewacht uit het garnizoen dezer plaats, door de daarvoor opgerichte eerebogen, naar het raadhuis geleid, alwaar Zijne Exc. bij deszelfs aankomst werd ontvangen door de daar vereenigde autoriteiten, bestaande uit commissien der collegien van gedeputeerde staten van Oost- Ylaanderen en Zeeland, den burgeraeester en eene commissie uit de stedelijke regeering van Gent, de hoofden der alhier in garnizoen liggende mili- tairen, en van de schutterij en vele andere. Van hier werd Zijne Excellentie door den heer P. van Diggelen, hoofd-ingenieur der provincie Zeeland, met den heer Noel, hoofd-ingenieur van de provincie Oost-Vlaanderen, en de ingenieurs der beide provincien afgehaald, en begaf zich ten 1 uur en cortege, voorafgegaan door eene compagnie schutterij en vergezeld door de eerewacht uit het garnizoen, naar het werk, en werd aldaar, door de he* en hoofd-ingenieurs, naar de met vlaggen en guirlanden prachtig versierde sluis-put, van de grootste der voor de zeevaart en uitwatering op dit kanaal bestemde sluizen, geleid, alwaar op eene tafel de tot deze plechtigheid door de heeren con- sessionarissen bestemde instrumenten en sieraden waren ten toon gespreid, en rondom welke eene ontelbare manigte van ingezetenen, zoo van hier als uit den omtrek en uit de provincie Oost-Vlaanderen, was samengevloeid. De gouverneur zich tot de hem vergezellende autoriteiten en overige omstanders gewend heb- bende, deed eene op deze plechtigheid tospasselijke aanspraak, waarin hij, onder herinnering aan de groote werken van dezeu aard onder 's Konings regeering ondernomen, het groote en nuttige der hier verricht wordende werken schetste, welker doel is de afwatering van eene zeer groote uitge- strektheid lands in de provincien Oost-Vlaanderen en Zeeland te herstellen en te verzekeren en eenen nieuwen weg voor de scheepva irt in het algemeen daar te stellen, waardoor ook de toegang tot de stad Gent voor de grootste zeesehepen zal worden geopend. Welke aanspraak door alle de omstan ders met een herhaald geroep van: Leve de Koning! is toegejuicht. Zich hierna tot het leggen van den eersten steen gereed geinaakt hebbende, ontving Z;jne Exc. uit handen van den hoofd-ingenieur, eene koperen plaat, waarop de volgende inscriptie was gegra- veerd autoriteiten, door de heeren concessionarissen, in eene bij het werk opgerichte tent ontvangen, welke aldaar eenige ververschingen hebbsn aangeboden, en waar de kunstig vervaardigde modellen der nieuw W I L L E M Koning der NederlanrlenPrins van OranjeGroxt-Hertog van Luxemburg em. em. em. beval in het jaar 1825, de verbetering van het kanaal van Gent naar Sas van Gent, de ver- lenging van hetzelve tot in de Wester-Schelde te Neuzen, en de herstelling van dj vaarten van Hulst en Axelen zulks tot het geven eener voldoende uitwatering aan eene groote uitgestrektheid lands, en tot het openeu eener nieuwe gelegenheid voor zeevaart en binnen- landsche scheepvaart. Dit werk werd in dat zelfde jaar, mat de dichting van het Axelsche Gat, het uitvoeren der aardewerken en de hindering der sluizen aan de uitmonding wederzijds Neuzen, aange- vangen. Op den fi Juni 182 6, is, in naam des Konings, de eersten steen aan de grootste dier sluizen gelegd door Mr. Hendnk Jacob van Doom, Ridder van de orde van den Nederlandschen Leeuw, Koinmandeur van de orde van den Witten Valk, Gouver neur van de provincie Zeeland. Deze inscriptie voorgelezen zijnde, werd de ge- melde plaat, bene vens een van elk der onder's Konings regeering geslagene munten, in eene looden doos gelegd, en dezelve, na te zijn gesloten, op het fondament der sluis nedergezet en vervolgens den eersten steen daarop plechtig gelegd, onder het herhaald geroep van leve de Koning! en onder het uitvoeren der meest geliefde nationale liederen door het gezelschap van liefhebbers van Hulst, hetwelk zich tot opluistering dezer plechtig heid had aangeboden. De plechtigheid verricht zijnde, werd de gouver neur door den heer hoofd-ingenieur van Diggelen, in gepaste bewoordingen, met het gedane werk geluk gewenscht, en is vervolgens met de aanwezige uitgevondene aan dit werk te bezigen sluizen met koppeldeuren en van de bruggen geplaatst waren en bezichtigd zijn. Na aldaar eenige oogenblikken te hebben ver- toefd heeft Zijne Ex. met de overige autoriteiten de verdere werken rondom Neuzen bezichtigd, en werd aldaar door eene commissie uit de kamer van koophandel en fabrieken der stad Gent, welke door oinstandigheden verhinderd was geworden vroeger op het lokaal te komen, begroet. De regeering der stad Neuzen ontving den gouver neur en de andere autoriteiten vervolgens op eene prachtige maaltijd, op welke met gepaste toasten en muziek, aan 's koniugs welzijn en voorspoedige regeering, met warme geestdrift werd gedacht, en voorts voor den gelukkigen uitslag der verricht wordende werken, en de verwezenlijking der heil- rijke vooruitzichten voor handel, lan Ibouw, scheep- en zeevaart hartelijke wenschen werden uitgestort, alle bewijzen opleverende, dat de zorgen van den Vorst, op wiens bevel het groote werk alhier werd verricht, bij alle de tegenwoordige gasten op hoogen prijs werden gesteld en dat door hetzelve reeds aanvankelijk een nieuwen band van vereeniging tusschen de twee gewesten, welke het nieuwe kanaal doorsnijdt, heeTT'daargesteld. Deze dag werd eindelijk door het afsLken van vuurwerken en de verlichting van de publieke gebouwen, van de keeten der ambtenaren van den waterstaat en van de aannemers van de sluis-put, waarin de eerste steen was gelegd, en van de huizen der ingezetenen, besloten, en de guile vreugde, door het blijde voorui'zicht op meerdere welvaart bij alien die dit feest bijwoonden ontstaan, door geen de minste wanorde of ongelukken gestoord. Des anderendaags bezichtigde de gouverneur de werken van hier tot voorbij Sas van Gent, waarbij ook de commissien uit gedeputeerde staten van Oost- Vlaanderen en Zeeland, van de stad Gent en de kamer van koophandel en fabrieken dier stad, tegenwoordig waren; Z'jne Exc. scheen over den staat van vordering derzelve, en over de activiteit, welke op al de onderhanden zijnde gedeelten des werks heerscht voldaan, en keerde, na deszelfs te- vredenheid daarover te hebben betuigd, naar hier terug, van waar Z. Ex. nog denzelfden dag naar Middelburg is geretourneerd. O qmvun

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1876 | | pagina 5