ALGEMEEN No. 1078. Woensdag 22 September 1875. 15de Jaars:. Binnenlandsche Berigten. JPolitielf Overzijift Dreigt in de naaste toekomst oorlogsgevaar? Zullen de gebeurtenissen in 't oosten niet anders zijn op te loosen, dan door een strijd, die 't reeds wankele Turkije tot ontbinding kan voeren en welke gedragslijn hebben de mogendheden zich voorgeschreven, bijaldien de aangevangen strijd op formeelen oorlog uitloopt? Dat alles zijn vragen, die zich voordoen bij den dagelijks drei- genden opstand der Herzegowiners. Volgens de laalste berigten zijn de verzoe- nings-commissarissen door de hoofden des op- stands wel ontvangen, maar men heeft orntrent Turkije bet grootste wantrouwen aau den dag gelegd. Reeds zoo dikwerf werd men bedrogee, reeds zoo dikwerf volgde op de schoonste be Joften der Turksche regering, integendeel nog drukkender behandeling zijner ainbtenaren. Waar men te Constantinopel met de onbe- perkte verslinding te vverk gaat, daar betracht men in de cijnsbare gewesten het verstgedreven uitzuigings-stelsel. i Wat wonder dat het lang onderdrukte volk dier gewesten lang bedaclit was, bet gehate juk af te schudden, wat wonder dat reeds lang toe- bereidselen gemaakt zijn, om Turkije wederstand te bieden. De oorlogzuclitige houdingder Servische volks- vertegenwoordiging is de spiegel van de stemming des volks in 't algeineen. Ja, er is groot gevaar, dat de gebenrtenissen tot ooriog zullen leiden, indien de kracht der Europesche mogendheden ze niet weet te bedwin- gcn.^ Wat er dan zal gebeuren, welke gevolgen de lang reeds verkondigde ondergang van Turkije vooi de Europesche staathuishouding zoude heb ben, is moeijelijk eenigszins van nabij te bepalen, en het is dus wel best, vooralsnog dat oordeel op te schorten. Wat men tegenwoordig uit Spanje verneemt, wijst duidelijk aan, dat de laatste nederlagen van don Carlos nog geheel niet zoo beslissend zijn geweest, als men van regeringszijde wel verkon- digd heeft. Waarom anders toch kon er sprake zijn van de vorming van een nieuw leger om een nieuwen veldtogt tegen de Carlisten te organiseren. Ook op Cuba, dien boom des overvloeds voor het verarinde Spanje, gelukt het maar iiiet, den opstand te bedwingen, zoodat. ook daarvoor nieuwe legerbenden moeten worden bijeen ge- bragt. Erankrijk beleeft thans weder een dier perioden van inwendige onrust, die de grootste onzeker- heid over de naaste toekomst verspreiden. De arbeid voor de hersfelling des keizerrijks gaat met steeds driester onbeschaamdheid voort. De Moniteur geeft dagelijks nieuwe inlicli- tingen over de intrigues der Buonapartisten. „De Buonapartistische agenten, zegt het blad o. a. zocken de openbare plaatsen, koffijhuizen, omnihussen, spoorwegwagons en trachten daar in aanraking te komen met officieren. De oorlog en zijne gevolgen leveren onveranderlijk de stof voor hun gesprek. De vroegrijpheid van den prins, zijne liefde voor Erankrijk en in 't bij - zonder voor het leger, zijn insgelijks gelief- koosde onderwerpen. Maar de agenten komen soms slecht te pas. Zoo verhaalt de Monitor de droevige geschiede- nis van eenen ex-afgevaardigde, een volbloed- Buonapartist, die het geluk had, in een wagon eeu generaal, kolonel en adjudant te vinden. De agent begon aanstonds een gesprek over eene reis naar Atenenberg, Men zweeg. Onze man liet zich niet afschiikken en verhiefhemel- hoog het dramatische talent van den jongen prins, wien hij eene rol had zien spelen in ee-ne huiselijke comedie. Het lukte hem niet, zijne gees'drift door zijne hoorders te doen deelen Nogtnaals veranderde hij van batterij, sprak van den knmoorlogden Italiaanschen veldtogt, den roem van't keizerrijk. Volkomen stilzwijgen van de zijde der officieren. Ten einde raad viel de agent op een ongelukkig onderwerpde vrijheid van de verkiezingen onder Napoleon j III. Nu werd eindelijk de generaal ongedul- dig. Mynheer!" zeide hij „wij hebben met uwe praatjes niets te maken; wij zijn inilitairen en doen niet aan politiek." o IVeuzen, 21 September. Gedurende de 2e helft der maand Augustus jl. zijn door het poslkantoor albier de volgende brieven verznnden waarvan de geadresseerden ter plaatse van bestemming, onbekend zijn t. w F. Blanken bergAardeuburg; Mej. Bijl, Rotter dam; (van het kulppostkantoor te Axel) \vednwe KosterBaarland ^?e troonrede waarmede Z. M. de koning maandag J®,f'"1", vj?n (le staten-generaal voor het zittingjaar 1875/76 heeft geopend luidt aldus: Myne heeren! Met genoegen bevind ik mij op nieuw in uw midden, om u, als vertegenwoordigers van het Nederlaiidsche volk, tot kervatting uwer werkzaamheden uit te noodigen. ,,Mijne verstandhouding met de vreemde mogendheden is by voortduring zeer vriendschappelijk. z/De landman mag zich in een goeden oogst verheu- gei.de gezondheidstoestand is over het algemebn zeer gunstig. 111 handel en nijverheid wordt in een groot deel der beschaafde wereld eenige stiistand waargenomen evenwel toont de ruime opbrengst van de gewone riiks- middelen dat Nederland daaronder betrekkeliik weiuio- 1 lijdt. J i „De pligtsbetrachting der zee- en landmagt geeft my stof tot tevredenheidbeitle deelen onzer krijo-s- j magt in Indie toonen zich ten voile berekend voor lietgeen daar van haar wordt gevorderd. „Bij het vele goede, dat wij met dankbaarheid mo- gen gadeslaan, kan toch de dringeude behoefte aan verbetermgen, tot welke uwe medewerking noodi°- is niet worden voorbij gezien. „Op de tijdelijke regeling van het muntvvezen behoort eene eindregelirg te volgen; wijziging zoowel van de suikerbelastingin verband met eene nieuwe overeen- komst, als van andere belastingen, waaronderhet tarief van invoerregten, zal u worden voorgesteld. //Met de herziening onzer wetboeken zal worden voortgegaan wanneer de aanhangige ontwerpen omtrent de regterlijke magt uwe goedkeuring hebben ver- worven. ,/De vermeerdering der middelen van verkeer gaat my zeer ter harte. Van uwe belangstellende overwe- I ging mijner voorstellen, betreffende den aanleg en de exploitatie van nieuwe spoorwegen, houd ik mil' over- tuigd. Andere openbare werken mogen niet uit het oog woideu verloreri; met den bouw van een rijksmuseum in de hoofdstad moet worden aangevangen. „Het hooger onderwijs is aan de bestaande regle- menten ontwassen; de regeling van het militair onder- wijs eischt herziening; iedere andere tak van dat volks- belang behoeft onze gestadige zorg. „Beschikbaarstelling van middelen zal u worden ge- vraagd om de werken van het vestingsteLsel krachtig voort tc zetten; die arbeid moet gepaard gaan met voorziening in de behoefte der levende strijdkrachten, in de eerste plaats met verbetering der wetten op de militie en de schutterijen. Maatregelen zijn voorbereid tot verbetering van het leger in Indie en van het lot der militairen" aldaar. j //Is de toestand der Oost-Inditche bezittingen over het algemeen gunstig, mijne aandacht blijft gevestigt op versterking van het gezag en ontwikkeling van de welvaart in die gewesten, bescherming van den inlan der is de taak van het bestuur, ook in die onderhoo- righeden, waar het Nederlandsch gezag tot nog toe de oude misbruiken niet kon verwijderen. „Hoewel de oorlog in Atchin nog niet tot eene be- vredigeude uitkomst voerde, vertrouw ik dat de krach- tige pogingen, aldaar aangewend, weldra dit doel zullen bereiken. "Be geldelijke toestand van Suriname is niet voor- uitgaande, de landbouw van die kolonie zal ondersteuning behoeven. De handel van Curasao ondervindt den in- vloed van de moeijelykheden, ontstaan uit de herhaalde onlusten in de republiek Venezuella; ik vlei mij, dat de onderhandelingen om die bezwaren uit den we" te ruimen zullen slagen. //Ik reken op uwe bereidvaardigheid om tot bevor- deiing van slands belangen ijverig mede te werken. /,Moge Gods onmisbare zegen uwen arbeid ouder- steunen. //Ik verklaar de vergadering der staten-generaal te zyn geopend." Moelc, 17 September. Heden werd albier op het gehucht (het zoogenaamde Boerengat) een regt lamiliefeest gevierd hetwelk niet als alle daags beschouwd mag worden. De weduwe J. de Bree, die grootmoeder over 53 en over grootmoeder over 67 kleinkinderen is, vierde lhans haren 90n geboortedag. Zjj is nog in het voile bezit barer geestvermogensen vierde alzoo regt genoegelijk in den kring barer talrijke lamihe dezen merkwaardige dag, die nog werd opgeluislerd door het wapperec der vaderlandsehe kleuren nit de huizen der meeste bewoners van dit gehucht. Verscheidene schoten werdec ook ter barer eer gelust. Axel. 20 September. Door het bedanken van den heer E. A, Lazonderte Oldebroek is heden bij de hervormde gemeente albier be roepen de beer J. A. P. Ris Lumbers predikant te Maasland. Als eene zeldzaamheid kan worden gemeld dat in den tuin van J. F. Schelleman te Zoute Spui een appelboom voor de derde maaldit jaar, in vollen bloei staaten zelfs voor de tweede keer vruchten toond. Breskens, 23 September. Tot predikant bij de hery. gemeente albier is beroepen de heer Wisse te St Laurens. Met den beroepeue stonden op bet zestal de heeren Janssen te St. Anna tei Maiden, Janssen te Groede, Visser te Schoou- dijke, Breukert te Nieuwvliet en L. van't Sunt te Heilo. lot hulponderwtjzer alhier is op een tractement van j 650 benoemd de beer F. Koozeudaal van Middelburg. De booldonderwijzer dezer gemeente geuiet 675 traktementwaarvan bij met zijn vjjven moet leven. Had bet gemeentebestuur om al vast bet tractement van den hoofdonder- wijzer te verbeteren de 50 voor bevoegdheid van den hulponderwijzer om de Frausche taal te oaderwjjzenaau zijne karige bezoldigiug toegevoegd bet zou een blijk van belangstellmg geweest ziju, te meet*daar in de beboel'te van onderwys in de Franscbe taal ten beste voor- zien wordt. Zouder den heereu hnlponderwijzers bun traete ment te misgnnnen begint het meer dan tijd te worden dat de regering zich met de trakte uieuteu der hoofdouderwijzers bemoeije, om daar, waar vele gemeenteradeii nalatig bljjven zelve eene betere verhouding tusscbeu het tractement van deu hoold- en bulponderwjjzer daar te stelleu Bij de evangeliseh Lutber,sche gemeente te Groede is beroepende beer Poblmann, predikant te Wildervauk en Veeudam. Volgens officiele opgaven werd over het dienstjaar 1873 opgebragt, met inbegrip van alle opceuten, in westelijk Zeeuvv.scb Vlaaudereu aau grondlasten 147733,85, aau personele be lasting /62460.88 en aan patentregt 16249,57"/-> te zaiuen 226444,30'/-2idem in Oosielijk Zeeuwsch-Vlaauderen, aaugroudlasten/193308,97 aau personele belasting 89496,34'/.2 en aan patentregt 21296,367*. te zameu 304101,68 Totaai voor geheel Z. Vlaanderen 7530545,981/"' Iu 1874 verlrokkeu uit elf gemeeateu van Westelijk Zeeuwscb-Vlaanderen, zoo maunen en vrouweu als kiudereu, 133 personen naar Noord- Amerika terwijl ait Oosteljjk Zeeuvvsch Vlaau toen uiemand derwaarts toog. In bet jaar te voren beliep dit getal voor Westelijk Zeeuwscb Vlaaudereu 400 en voor Oostelijk Zeeuwscb- Vlaanderen 44 personen. x: moord schynt hij van ziju schandelijlcen lust noe nie f neZei) te zyn want tijdens zijn verblijf te Vnght. voiid hij J grootste vermaak in het dooden van honden katten en andere huisdieren tengevolge waarvan hij voortdnrend met zijn buren in twist leefde. J Nog altijd blijven de nieu-vsbronnen omtrent Jut en zijn vronw railddeiijk vloeijeu. Omtrent Jut's jeugd worden eenige getui— geuisseu medegedeeld, die, zooals men zegt uit een brou voort- spruiten die alien twijfel achter zich laat. Men zegt dan dat Jut van zijn vro.'gste jeugd af boosaardig en bloeddorstig was. Zoo is reeds aan het licht gekomen, dat hij aileen uit liloed- dorst ziju kleine zusters herhaaldelijk heeft gebeten, geprikten gesueden. Een getuige heeft verklaard. dat hij eeu kind stukjes van het oor heeft ufgesiieden, een ander dat hij de kinderen van vronw Haffner dikwijls achtervolgde en dan zoohmg in de armen beet totdat het blocd er uitsprong. Liet de brou waaruit we deze bijzouderheden putten, ook maar eenige mogelijkheid van twijfel over, wij zoudeu ze verzwijgen, zegt het Vad., maar het is helaas de treurige waarheid. Een moord te begaan schijnt lungzamerhand vo-ir hem als het ware een illusie te zijn gewor- den. Rijk of dood zeide hij eenigen tijd voor den moord tot een vrouw op de Langegracht, want zooals ik uuleefis het niet uit te houden. Ja zelfs deed hij iu dien tijd aau ecu zijuer patroons de confessie dat hij voor een moord niet zou terug- deinzen als er maar goed wat mee te verdienen was. Omtrent de omstandigheid, waardoor de politie de drand in hauden heeft gekregen die tot de ontdekking der schuldigen leiden mogt. heeft het Dagbl. van goed ingeligte zijde het vol gende vernomen: In het begin van February jl. verscheen in de N. Rott. Ct een advertentie, waarbij een koffijhuis en logemcut te koop werd aangeboden. Op deze advertentie regareerdc de heer Jenck, honder van het hoofdburcau van informatie, in de Hoogstraat te Roturdain. Hij schreef er op, aanbiedeude door zijn bemiddeliug weldra een kooper te zullen vindenwanneer de eigeuaar hem de zaak met vertrouwen in handeu wilde stelleu. Dit aanbod Week welgevallig te zyn en als eigenaar maakte zich bekend H. J. Jnt wouendr op het Haagsche Veer no. 37 te Rotterdam voor wien de heer Jenck dan ook den 17 February procuratiehouder voor deu ge- wenschten verkoop is geworden. Jut schecn den heer Jenck echter niet erg te vertrouwen en het vermoeden te hebben opgevat dat de heer Jenck een geheim afgevaardigde van de politie of justitie kon ziju. hij den heer Jenck, die dit opmerkte, werd hierdoor argwaan gewekt, nog vcrsterkt door de pracht van den inventaris, dien hij in Jut s womng vond. Ongenegen om als beiniddelaar op c leden in een zaak, die in een of ander opzijjt niet plnis u-n'" jW°n hi'' llicr daar '"I'ch'lngen naar Jut in; nit yerschillende, soms zeer uiteenloopende gesprekken veniam hij, dat Jut vroeger in den Haag had gewoond en bediende in het bad- was geweest. Toen hij dit wist, begaf hij zich naar's Hagc om zyn ouderzoek voort te zetten en vernam toen o. a dat ut gehuwd was met Christina Goedvolk. die vroeger bij mevr. van der Kouwen had gedieud en later bij den heer van Vlenten, waar ook een zuster van Jut diende. Hierdoor was aau zijn vermoedens een bepaalde rigting ge- geven; hij vervoegde zich tot een inspecteur van politie te Rotterdam, zijn meening te keunen gevende, dat hij den moor- denaar van mevrouw van der Kouwen in Jnt gevonden had en do hulp van dien inspecteur inroepende, om het onderzoek met de noodige krncht voort te zetten. De inspecteur verklaarde echter met zonder last van zijn commissaris te knnncn handelen. ivm ee" P-aar daseu hoorde de ''eer Jenck niets van de zaak. toen den inspecteur nogmaals opzoekendc, vernam hij van dezen, dat de commissaris iu liet inedegedeelde geeu genoegza- men grond had gevonden, om verdenkiug tegen Jut te op vatlen. De heer Jenk was echter zoozeer overtuigd van het gewigt zijner op.gevatte verdenkiug, dat hij er deu dffieier vim justitie mede bekend maakte. Deze telde de ontvangen informatien niet licht, maar beval den heer Jenck integendeel aan, de zaak met uit het oog te verliezen. De heer Jenck trachtte toen het vertrouwen van Jut te win- nen, hetgeen aanvaukelijk veel moeite kostte, maar ten slotte volkomen gelukte, zoodat hij vele bijzouderheden van hem ver nam o. a. aangaande zijn reis naar de Kaap de Goede Hoop, het leven dat hij daar daar had geleid, de avontuurlijke togten, die hij daar in de biuuenlanden had gemaakt. welke hem nieer- malen tot 40 pd. st. daags hadden gekost. nopens zijn verblijf te ught en zijn latere vestigiug als koffijhuishouder te Rot terdam. Van al wat hij vernam maakte de heer Jenck get-omv rap port aan den officier van justitie, die er hem opmerkzaam op maakte dat de verzamelde gegevens nog te weinig licht over de zaak verspreiden, maar dat het van belang zou zijn te ver- nemen hoe Jut aau het geld was gekomen, waarvan hij zulk een runn gebruik had gemaakt. Daar de heer Jenck begreep dat, het niet gemakkelijk zou vailen dit te weten te komen, nam hij nog een ander een mag- netiseur te Rotterdam, in het geheim die zich tot medewerking ber eid verklaarde. Daags na deze afspraak begaf de raagnetiseur zich naar het koffijhuis van Jut en bragt dezen door een leven- du- gesprek en het driuken van mcuig glas iu een opgewouden toestand. Volgens de verklaring van den magnetiseur moet Jut zich toen reeds hebben Iaten ontvallen, dat hij de moordenaar van infcvrouw van der Kouwen en haar dienstbode was; maar op datzelfde oogenblik kreeg de magnetiseur zulk een hevigen slag op het hoofd, dat het bloed tegen het behangsel spatte. Volgens hetzelfde getuigenis zou op dat oogenbliF buiten de twee genoemden, nieinand dan Jut's vrouw zieli in huis hebben bevonden en deze den magnetiseur op het oogenblik toen de slag werd toegebragt, hebben tcegeroepen: „Jou sinje koint hier om mijn mau te verraaen en iu de gevaugenis to brengen." De magnetiseur, aanvaukelijk bewus.eloos, mtiar later weer bijkomende, heeft zii-h naar Jen commissaris van politie in het eerste kwartier begeven, van het gebeurde rapport gemaakt, zich door een geneesknndige doen visiteeren, ecuize met bloed be- vlekte kleedingstukken aan hot bureau van politic nclitergelnten, en later zijn verklaring aan den officier van justitie licihaald. twee dagen na bovenverhield voorvai was de heer Jenck weder iD Juts koffijhuis aaawczig, toen ook boeenbedoelJe mag netiseur binuentradu Op dezen vloog Jut met groote verwoed neid toe, grcep hem bij de keel, vvierp hem o;i grond en zet'e hem, nltijd met de hand om de ke 1, do kuie op de burst- De beer Jen k o itzette met inspanning den aangevallene, verwij- i.erde Jut uit. het vertrek en vroeg hem naar de reden van ziju aauval, waarop- Jut zou gezrgd hebben, dat het was omdat de magneli-eur hem (Jut) had ivillen zeggen de moordenaar van mevrouw van der Komven te zijn. De hierboven gepleegde gewclddadiglieden hebben liet motief voor de inheehtenisueming van Jut en zijn vrouw opgeleverd en aan den tact en den ijver van den regter eon inissaris, den iieer baron van Lynden, en den officier van justi ie, deu heer I'atijn, mag het dank geweten worden, dal de arrestatie op grond van crn feit van ondergeschikt belang, tot de vetl ge- wichiiger ontdekkmg heelt geleid. Bij het vooiliopig onderzoek, dat dezen winter onder leidiog van den hoofdcoimrissaris te 's llage hee t plaats gehid, moet eeu zekere B., barbier u t Delft, goede diensten bewezen hebben. Van dien barbier woont eeu neef in Afrika, met wien de familio Jut. tijdens haar verblijf alilaur kennis maakte. Toen Jut in het vaderland terug was, zoeht hij den Iieer B. op. die na eenige bezoeken, over en weer al spuedig merkte, dit de zaak niet in den liaak was. Vcoral als de fainiiie een borrel'.je ta veel gedronken had, hot nu ecus de een en dan weer de ander zich woorden ontvallen die argwaan moesten wekken. Het eene

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1875 | | pagina 1