A LGEMEEN
No. 868.
Woensdag 17 September 1873.
!3de Jaarg.
-h
Binnenlandsche Berigten.
Buitenlandsche berigten.
•a
-]1
i
Politiek Over/i^t.
Het belangrijkste der buitenlandsche tijdingen
mag wel genoemd worden de omkeering in de
Fransche politiek. Scheen't voor weinige dagen,
dat de kroon van Frankrijk slechts nog losjes
aan den boom bing oui den graaf van Chambord
op 't hoofd te vallenthans meent men, dat de
bonding van dien pretendent zelf, eerlijk genoeg
zijne principes niet te verbloemen een groot
deel van de nationale vergadering heeft afge-
schrikt, tot zijne uitroeping mede te werken.
Als surrogaat voor dit verijdelde plan zon
men nu de republiek onder 't bewind van Mac-
Mahon voor drie jaren willen vaststellen.
Wij weten bij ervaring, dat de windwijzer der
Fransche politiek zeer los op zijne spijl draait,
en men beboeft er zich dus nog niet zoo groot
over te verwonderen hem in plaats van naar de
republiekbinnen kort weer naar een ander
punt te zien heenwijzen.
Het is deze bewegelijkheid onzer zuidelijke
buren die veelal ons werelddeel in spanning en
verwacnting pleegt te houden en ook thans haren
belangrijken invloed op de naastbijgelegen landen,
door eene bestendige onrust levendig houden.
't Is Belgie vooraldoor zulke naauwe commer-
ciele en industriele banden aan 't zelve verwant,
dat daarvan den nadeeligen invloed ondervindt.
Trouwens, dat het programma van den graaf
van Chambord en zijne aanbidders heeft afge-
schriktbij alien, die 't nog eenigzins wel met
hun land meenenbehoeft niet te verwonderen.
Wie ook de staatkunde der laatste jaren moge
veroordeelendoor een geweldadigen terugkeer
op hare baanwordt Europa in vuur en vlam
gezet en zij die dit bewerken laden gewis eene
zware verantwoordelijkheid op zich.
Even als de Fransche oorlogs minister de
Grammont in der tijd zaken heeft aan 't licht
gebragt over diplomatieke schandalen, den oorlog
van 1870 voorafgaande heeft thans ook de
Italiaansche generaal Lamoricifere een even
trouweloos misbruik gemaakt van onder hem
berustende documenten waarin de bandelingen
van Pruisen en Italie tegenover Oostenrijk v6or
den oorlog van 1866 in een zeer ongunstig licht
worden gesteld.
Mogten dan ook de volkeren weer hieruit
leeren dat al, wat daar in naam van godsdienst
en regtvaardigheid in het openbaar wordt ver-
kondigtin den grend veelal niets is, dan louter
diplomatisch spel, om daarmede geheime oogmer-
ken te bedekken en dat het zand, hun in de
oogen gestrooid, nergens anders toedient, dan om
den waren staat van zaken te verblinden.
Of nu 't misdadig gedrag van den Italiaan
Victor Emanuel hem een oogenblik zal terug
houden van zijne voorgenomen reis naar Weenen,
of de ontmoeting der vorsten van Italie en
Oostenrijk er voor 't oog der wereld iets minder
bartelijk door zijn zal, wij gelooven 't niet.
Hier vooral geldt 't spreekwoord„zooals de
waard is, vertrouwt hij zijne gasten;" en de ge
schiedenis leertdat bij de zwaarste verwikke-
lingen de vorsten zelf veelal niet ophielden,
malkander te begroeten en te betitelen als ware
de staatkundige lucht, waaronder ze leefden, van
geen enkel wolkje overtogen.
Zoo kon ook keizer Wilhelmde man om
wiens werk stroomen Duitsch bloed waren ver-
goten nog een veiligbeidsplaats geven op het
heerlijk gelegen Wilhelnishohe.
Wat rijke leering ook hierin nu de staatkunde
van 't oude regime den godsdienst weder in haren
dienst zoektTeregt zingt een onzer dichters
Ach waren alle menschen wijs
En wilden daarbij wel
Deez' aarde ware een paradijs
Nu is ze vaak een hel.
i Naar aanleiding van een mandemeut van den
aartsbisscbop van Parijs. heeft de Fransche re
gering de belangrijke verklaring afgelegddat
zij instemde met de politiek die den vrede
tusschen Frankrijk en Europa verzekert.
Bij al den staatkundigen strijd scbijnt de tegen-
woordige Fransche regering een der grootste
volksbelangenhet onderwijsniet te vergeten.
Te Pavij8 zijn op dit oogenblik niet minder dan
20 lagere scholen in aanbouwwaarvan ieder
ongeveer 500 jongeus en evenveel meisjes zal
kunnen opnemen. Bovendien zullen 18 scholen
eene aanzienljjke uitbreiding erlangen. Niette-
genstaande dit, bljjven er nog 20.000 kinderen,
die geen onderwijs kunnen ontvangenomdat
er geen scholen zijn.
Uit 's Gravenhage wordt aan de M. Ct.
gemelddat Z. M. de koning eervol ontslag
heeft verleend, op verzoekaan M. D. graaf van
Limburg Stirum als minister van oorlogonder
dankbetuiging voor de door hem aan den lande
bewezen dienstenen met het interim heeft
belast den heer L. G. Brocx minister vau marine.
Bij kon. besluit is o. a. benoemdtot
surnumerair bij de administrate der directe bel.,
in- en nitgaande regten en accijnsen de heer
de Fouwvan Axel.
Bij min. beschikking is in de 9e klasse
gerangschikthet outvangkantoor der in- en
uitgaande regten en accijnsen te Bathwaaraan
is verbonden een vast tractement van f 1000.
Door den minister van financien is vast-
gesteld het plan der 283ste staatsloterij. Die
loterij zal bestaan uit 20.000 loten10.000
prjjzen en 2premien. De collecte wordt geopend
op maandag 6 October en gesloten op zaturdag
18 October. De trekking der eerste klasse
begint op maandag 3 November, en de laatste
100 nommers zullen getrokken worden op zatur
dag 24 Januarij 1874.
De heer Th. F. Martin geneesheer te
Hulstis dezer dagen de onderscheiding te beurt
gevallenvan door de Soci6t6 de M6decine te
Gent, tot corresponderend lid benoemd te worden,
wegens 't inzenden van waarnemingen omtrent
het aanwenden van quinine bij bloedvloeijingen.
De arrondissements-regtbauk te Goes,
heeft op den 26 Augustus 1873 de navolgende
vonnissen uitgesproken als
1. H. D. W. zoon van Engelbertus49 jaar
schoenmaker, geboreu te Steenberg, wonende
te Stoppeldijk schuldig verklaard aan moedwil-
lige mishandeling en verwonding, geene ziekte
of beletsel van te werken van meer dan 20 dagen
hebbende veroorzaakt. Veroordeeld tot een
cellulaire gevangenisstraf van vijf en veertig dagen
en eene geldboete van acht gulden subsidiair in
eene cellulaire gevangenisstraf van een dagen
in de kosten van het regtsgeding, desnood in-
vorderbaar bij lijfsdwang.
2. P. M. 21 jaar, zoon van Jan Francies.
J. F. B. 21 jaar, zoon van Petrusbeide geboren
en wonende te Graauwschuldig verklaard aan
wederkeerig en moedwillig toebrengen van slagen
en stooten waardoor geene ziekte of beletsel
van te werken van meer dan 20 dagen is
ontstaan, gepleegd onder verzachtende omstan
digheden. Veroordeeld ieder tot een geldboete
van drie guldensubsidiair iedere boete in een
gevangenisstraf van een dag, en ieder in de
belft der kosten van het regtsgeding, desnoods
invorderbaar bij lijfsdwang.
3. A. D. M. zoon van Francies, 46 jaar
koopman en herbcrgier, geboren te Wachtebeke,
wonende te Zuiddorpe, schuldig verklaard aan
het moedwillig toebrengen van slagen en stooten
geene ziekte of werkbeletsel van meer dan 20
dagen veroorzaakt hebbende gepleegd onder ver-
zacbten onstandigheden. Veroordeeld tot eene
geldboete van acht gulden subsidiair in eene
gevangenisstraf van drie dagenen in de kosten
van dit regtsgeding. desnoods invorderbaar bij
lijfsdwang.
Uit Middelburg wordt geschreven
Dezer dagen werd voor de arrondissements-
regtbank alhier behandeld de zaak van een
predikant en zijn echtgenootewonende in een
der gemeenten van het voormalig 4e district
van Zeeland, beschuldigd van in den avond
van 28 Mei jl. omstreoks 7'/t ure in de door
hen bewoonde pastorie te zamen en in vereeni-
ging den presidentkerkvoogd hunner gemeente
en nog een persoon moedwillig te hebben mis-
handeld de predikant door den president kerk-
voogd met geweld tegen een deurkozijn te duwen
en met de vnist een slag tegen het hoofd en
tegen het regteroog te geven alsmcde door den
persoon die tusschenbeiden was gekomen een
slag met de vuist tegen het linkeroog te geven
en van voren bij de haren te grijpen en de
tweede beschnldigde door dien persoon terwijl
deze door den eersten beklaagde werd mishandeld,
van achteren bij de haren te grijpen en in het
regteroog te krabbenen beide beklaagden
daarenboven door genoemden persoon hevige
slagen op het hoofd toe te brengen. Van het
vonnis, waarbij beide beklaagden zijn schuldig
verklaard aan het toebrengen van slagen zonder
dat hierdoor eenigerlei ziekte of beletsel om te
werken is ontstaan en veroordeeld tot geldboeten
respectievelijk van f 50 en f 30 met subsidiaire
gevangenisstraf van 7 en 5 dagenzijn de ver-
oordeelden in hooger beroep voor het provinciaal
geregtshof in Zeeland gekomen.
Woensdag middag 11. is voor de vierde
maal de dam van het spoorwegwerk aan de
Wijnhaven te Rotterdam, doorgebroken.
Uit het artillerie-kamp bij Soesterberg meldt
mendat de aanhondende zware regens alle
practische oefeningen beleramerende grond is
op de meeste plaatsen aan een spons gelijk.
De stemming der troepen is dien tengevolge alles
behalve opgewektwant hoe goed ook de tenten
aangelegd en voorzien zijnde meesten laten
nu toch water door. Het ergste is echter met
het nachtleger, daar-het stroo, al wordt het
iederen dag versch gegeventoch altijd vochtig
blijft. De soldaten doen dan ook alles om droog
te blijven 's nachts slapen zij in hunne kapot-
jassen. Het verwondert iedereen datdegezond-
heidstoestand nog zoo goed is. Heden wordt
het nieuwe geschut uit den Helder verwacht,
waarmede de voigende week de proeven zullen
aanvangen.
De Amersf. Cour. deelt mede, dat de
predikant Pantekoekin zijn verleden zondag
in het kamp te Millingen gehouden leerrede
o. a. den raaddoor Johannes aan de krijgs-
knechten gegeven ter sprake bragt, welke luidt
„kwelt niemand en weest te vreden met uwe
soldij." Deze laatste woorden moeten onder
het auditorium nog al eenige hilariteit hebben
verwekt, welke alleen door den eerbied voor
de godsdienstoefening in bedwang werd gehouden.
De regtbank te Amersfoort beeft een won-
derdokter tot drie dagen gevangenisstraf veroor
deeld die voorgaf de kunst te verstaan zooge-
naamd „sympathie-water:' te vervaardigen.
- Naar men meldt bestaat er vooruitzigt
dat de langgewenschte verbetering van de haven
te Harderwijk waarop o. a. door de Scbippers-
vereeniging Schuitcvaer zoo krachtig is aange-
drongen tot stand zal komen. De rain, van
binnenl. zaken moet gunstig voor de zaak gesterad
zijn.
Verleden week zaten te Breda in 'tkoffij-
huis het Gouden Kruis, van den heer H. P. L.
van Poppeldrie heeren en een dame bijeen.
De heer van Poppeldie tevens splitter in de
staatsloterij is bood een vijfde kooplot aan 't
eenige lot dat hij nog in zijn portefeuille had.
De drie heeren en de dame namen het lot
voor gezameniijke rekening en gister ontvingen
zij de blijde maredat de kapitale som van
50.000 op dat nummer gevalleu is.
De koniog der Belgendie eenige dagen
te Scarborough vertoefde en thans in Schotland
reistisnaar men zegtvan plan een bezoek
te brengen aan Nederlanden wel voornamelijk
aan die plaatsenwaar nieuwe haven- en
waterwerken zijn of worden aangelegd. Of dit
bezoek zal zijn officieelof wel dat een streng
incognito zal worden gehandhaafdwordt niet
gemeld.
Een Fransch jager heeft een merkwaardig
schot gedaan. De man heeft namelijk een raaf
geschoten die een kettingje om zijn hals had
waaraan een plaaije is bevestigd dat totopschrift
heeft „heden, 18 February 1775, heeft Lodewijk
XVI mij dit kettingje om den hals gedaanop-
dat het mij een talisman zij voor het levenik
behoor totde voltere van zijne majesteit.
De hoofdadministratie van het telegraaf-
wezen in Duitschland heeft thans het stelsel
ran opene d6peches aangenoraenwanneer de
afzender dit begeert. In vele gevallen is het
wenschelijk datzoo de geadresseerde afwezig
isdiens huisgenooten of de eigeuaar van het
hcitel, waar hij zich bevindt. kennis van de
d^peche bekomen. Wij gelooven dat deze nieuw-
heid ook in ons land van veel nut zou zijn.
Sedert het begin der epidemie (16 Julij)
tot 1 September zijn te Maagdenburg 2295 ge-
Gisterenmiddag zijn de zittingen der etaten-generaal ge
opend met de voigende rede door Z. M. den koning in de ver-
cenigde zitting der beide kamers uitgesproken:
„Mijne Heeren I
„Ik verheug mij ook nu wederbij de opening uwer ge-
wone zitting, het geluk te hebben, gumtige mededeelingen t»
kunnen doen aangaande den toestand des lands. Bij het bezoek,
in het voorjaar door mij gebragt aan de noordelijke gewesten
des rijksontmoette ik allerwege blijken van welvaart en bloei.
De havenwerken van Vlissingenonlangs in mijne tegenwoordig-
heid geopend, hebben een nieuwen weg voor den handel gebaand,
die nieuwe welvaart belooft.
„Ik stel er prijs op in uw midden met erkentelijkheid te
betuigen, dat ik in het noorden en in het zuiden door de ge-
heele bevolking met de levendigste en ondubbelzinnigste bewij-
zen van liefde en verknochtheid ben begroet.
„De verwikkelingen voor ons in den Indischen Archipel
ontstaan, deden mij te meer de bewijzen van belangstelling en
vriendschap waarderen, welke ik voortdnrend van alle vreemde
mogendheden heb mogen ontvangen. Zee en landmagt voldoen
steeds op loffelijke wijze aan hare roeping. Fet openbaar en
bijzonder onderwijs blijft mijne levendige belangstelling wekken.
„Op de wereldtentoonstelling te Weenen, in dien grooten
wedstrijd der volken, heeft Nederland zijn naam in nijverheid
en kunst met eere gehandhaafd.
De berigten omtrent de betengeling der ziektedie sedert
jaren den veestapel teistert, luiden gunstig.
„Niettegenstaande de stijgende behoeften ran de gewone
dienst- en de buitengewone uitgaven, zoo hier te lande als in
Indieis de geateldheid van 's lands geldmiddelen gunstig te
noemen.
„Na de tijdelijke staking van de krijgsverrigtingen te lande
tegen Atchin worden de kusten van dat rijk met goed gevolg
door de zeemacht geblokkeerd. De noodige voorzieningen zijn
en worden, genomen, ten einde den strijd te lande met kracht
te kunnen hervatten. Binnen den kring van onze Oost-Indische
bezittingen is, met uitzondering van enkele onlusten van plaat-
selijken aard, de rust ongestoord gebleven.
„Over het algemeen was ontwikkeling van handel ee scheep-
vaart merkbaar uit de ruime opbrengst VBn de in- en uitvoer-
regten. De beiangen der nijverheid zijn bevorderd door nieuwe
bepalingen omtrent de mijnontginningen.
„In sommige streken waar gebrek aan voedingsmiddelen be-
stond of dreigde te ontstaan, is door de regering en particnlie-
ren krachtige hulp aan de bevolking verleend. De vooruitzigten
omtrent den oogst van voedingsmiddelen zijn thans geruststellend.
De toestand der West-Indische kolonien is bevredigend. Su-
riname heeft het hoofd geboden aan de moeijelijke omstandig-
heden, die in dit jaar werden verwacht.
„Terwijl het tractaat met Groot-Brittanje betreffende de
immigratie gunstige mitkomsten gaf, bleek ook bij de vroegere
slaven na de opheffing van het staatstoezigt gezindheid tot
arbeid bestaan. Curasao mag zich door uitbreiding van handel
en scheepvaart in toenemende welvaart verblijden.
„Met den wenseh dat uwe beraadslagingen onder hoogeren
aegen mogen strekken tot heil van het dierbaar vaderland, ver-
klaar ik de gewone zitting der staten-generaal geopend."
Z. M. was bij de opening vergezeld van de prinsen van
Oranje, Hendrik en Frederik.
Op 11 dezer heeft in den Briel de onthulling plaats ge-
had van het gedenkteeken aan de vermeestering dier stad door
de Watergenzen. Reeds ten 7 ure verkondigden kanonschoten
het aanbreken van den feestdag. De stad was allerwegen ver-
sierd en duizenden waren van elders daarheen gekomen. Tegen
12 lire kwam Z. M. de koning met het jagt de Leeuw die op
ofliciele wijze ontvangen werd. Ook de prinsen waren tegen
woordig, alsmede de ministers en een groot aantal hooggeplaatste
staatsambtenaren. Toen de koning op de voor hem bestemde
tribune had plaats genomen, betrad de heer de Jager, de secre-
taris der hoofdcommissic voor het feest van 1 April, hetspreek-
gestoelte en hield eene rede. Daarop gaf de koning het teeken
en het monument werd onthuldonder het zingen van het
Wilhelmus van Nassonwen door de vele duizenden die tegen
woordig waren. Dertig jonge meisjes bestrooiden het mouu-
ment met bloemen, waarna kleine luchtballonnen werden opge-
laten, waaraan pennenschachten waren verbonden die een acht-
regelig versje bevattende onthulliug van het monument
mededeelende. Dit nommer van het programma gelukte evenwel
niet.
Het monument bestaat, gelijk bekend is, uit eene nymf, op
een schelp rusteid, met een half ontplooide vlag in de hand.
Na de onthulling zette de heer de Jager zijne feestrede voort.
Na het einde daarvan verliet de koning de tribune om, op
uitnoodiging van de hoofdeommissie, het monument in oogen-
schouw te nemen Ten slotte aanvaardde de heer Gysberti
Hoodenpijl het monumentnamens de gemeente den Briel.
Hiermede was de plegtigheid afgeloopen, wat door 24 saluut-
schoten werd aangekondigd-
Ten twee ure namen de koning en de prinsen aan een dejeune
dinatoir deel.
De burgemeester van den Briel, de heer Lette, ontving van
Z. M. mededeeling dat hij tot ridder der orde van den Neder-
landschen Leeuw was benoemd.