AANRESTEDING.
Advertentien.
jj VAN K
PER TELEGRAAF.
11 Vijf en Dertigjarige Eclitvereeniging
KOMANTISCHE WERKEN
Dr. M. P. L I FJ D 0.
rende omstandigheden. Voor eerst het gebeurde
bij de confrontatie te Hulst en het daardoor den
eersten beschuldigde gesprokene. Ten anderen
het naauwkeurig verhaal door dien beschuldigde
op 2 April gedaan voordat de omstandigheden
van den dicfstal nog te Clinge bekend waren en
zelfs de brigadier en de marbchaussee toen daar
van nog geen kennis droegen. Eindelijk de
onzen lezers bekende uitdrukkingen in de ge-
vangenis te Goes.
De advocaat generaal was ten voile van de
schnld der beschuldigden overtuigd, en evenzeer
als bij als regter ben zou veroordeelen, requi-
reerde hij tkans als ambtenaar van het openbaar
ministerie hunne schnldverklaring aan diefstal
gepleegd bij nacht in een bevvoond huisdoor
middel van bnitenbraak, binnenbraak en inklini
ming door meerdere personendie wapenen bij
zicli hadden, onder bedreiging en geweldpleging
en hunne vcroordeeling (op grond der artt. 381,
5255 en 36 van het wetboek van strafregt
en de artt. 207 pn 216 van dat van strafvorde-
ring) tot de doodstraf, met vervvijzing in de kos-
ten der procedure, bevel tot terruggaaf derover-
tuigingstukken voor zoover die in handen der
justitie zijn, aan de door het hof aan te wijzen
eigenaren' of regthebbendeu, en aanplakking van
een extract uit het veroordeelend arrest te Mid-
delbnrg, Neuzen en Clingeop de gebruikclijke
plaatsen
Na te bebben gewezen op het groot aantal
misdrijven, welke in het voormalig vierde district
dezer provincie, vooral in de kantons Axel en
Hulst, worden gepleegd, zcide mr. P. Roetert
Tak den eersten beschuldigde anibtshalve
als raadsman toegevoegd dat hij het gelukkig
zon noemen indien het der justitie gelukken
mogt het complot, hetwelk het nu behandelde
misdrijf heeft volvoerd, in handen te krijgen,
daar bet nict oumogelijk is dat dit complot ook
de hand heeft gehad in de reeks van andere
misdaden, in die streek bedreven.Dubbel onge-
lukkig zou hij het echter noemen indien onschul-
digen de slagtoffers van die waakzaamheid der
justitie moesten worden.
Eene korte voorstelling van de toedragt der
zaak werd gevolgd door eene opmerking van
spreker, namelijk dat Huyssen begonnen is ver-
moedens te koesteren jegens twee personen die
later zijn gebleken onschuldig te zijn, terwijl
ook andere verdachten zijn losgclaten en alleen
deze beide beschuldigdeu van de verdachten zijn
overgebleven. Vooral vestigde hij er de aan-
dacht op dat een persoon is aaugehouden, die
later is govlugt, zekere Francis van den Broek.
Die persoon moet, vooral in verband met de
door verschillende personen ten zijnen aanzien
medegedeelde bijzonderhedengoede redeuen
hebben gehad om te vlugten, en hoogst waar-
schijnlijk, ja bijna zeker is hij een der dieven.
Volgens pleiter kunnen de getuigen Hnyssen
zich zeer good in den door hen beschreven per
soon van Passemier hebben vergistzijns inziens
blijft van die persoonsbeschrijving bij eene aan-
dachtige beschouwing van den eersten beschul
digde niets over dan de aanwijzing van iniddel-
baren leeftijd, eene aanwijzing welke op ieder
van toepassing is die de kinderjaren achter zich
heeft en den leeftijd van grijsaard nog niet heeft
bereikt. De gegeven beschrijving past dan ook
veeleer op den persoon van van den Broek.
Is eene vergissing niet ondenkbaar, dubbel be-
vreemdend is de pertinente verklaring der echte
lieden dat Passemier een der dadcrs is, als men
zich den toestand voorstelt waarin zjj denbewusten
nacht moeten hebben verkeerd. Hebben zij geen
zekerheid omtrent 's mans hoofddeksel, evenmin
kunnen zij die hebben ten aanzien van zijne
gelaatstrekken, daar zij die, en we gens den
stand van het licht, en wegens de zich aan de
bedstede bcvindende deuren, en wegens de hon
ding der dieven, niet hebben kunnen onder-
scheiden. Bovcndien zullenzij in die oogenblikken
wel meer gedacht hebben aan de hen wachtende
eenwige rust dan aan het naauwkeurig beschou-
wen der gelaatstrekken van die mannen met
pistolen en bloote me3sen. Zij weten zelfs niet
eens wie der mannen in en wie vdbr het bed
is geweest, zoodat, hoe pertinent hunne verkla-
ringen omtrent dezen beschuldigde ook zijn mogen,
de mogelijkheid eener vergissing niet wordt
buitengesloten. Pleiter acht het zelfs niet oumo
gelijk dat bij die onde lieden, die als zeer gierig
bekend zijn, een wrok is ontstaan over het ver-
lies van hnn gelden dat zij daarvoor een
slagtoffer hebben gewenscht.
Reeds in den aanvang had de verdediger
gewezen op den grooten strijd die tusschen de
verklaringen van verschillende getuigen bestaat.
Daarom viel voor hem ook het tweede tegen
Passemier aangevoerde bezwaar de tijd name
lijk waarop het misdrijf is gepleegd geheel
we°\ Te tien uren des avonds moeten, zooals
de°getuigen Hnyssen dadelijk na het gebeurde
verklaard hebben, alle voorbereidende werkzaam
heden voor den diefstal reeds afgeloopen zijn
geweest. De getuigen Langevelde en Derde
zeggen nu wel dat zij dien avond op het Spui
onder Axtei drie of veer verdsu-hte raanneu hebben
ontrnoet, waarvan een Passemier was, dock het
was toen zoo donker dat zij zelfs niet eens
schijnen te hebben kunnen zien hoeveel personen
zij voorbij gingen, zoodat het niet is aan te
nemen dat zij de personen goed onderscheiden
hebben. Der<ie heeft er slechts 6dn in't gezicht,
den tweede in 't geheel niet en den derden op
den rug gezien. Hij dien men voor Passemier
aanzag kan even goed van den Broek zijn geweest.
Behoorden die personen al tot de dieveubende,
dan kan Passemier daar niet bij zijn ge veest,
want dan zou hij reeds te 4 of 4,/s uur uit
Clinge moeten vertrokken zijnen dit wordt
bepaald weersproken door de getuigen Viva en
vrouw, die Passemier dien avond nog te 7 of 8
uren thuis hebben gezien. Jammer is het, vol-
gens den verdediger, dat de beide vrouwen der
beschuldigden, die natuurljjk alles ten gunste
harer mannen hebben wiilen aanwenden, daarbij
de toevlugt hebben genomen tot zulk een onhan-
digen zaakwaarnemer als die Onghena, die door
zijr.e schriftelijke verklaringen de zaak bijna
geheel zou bedorven hebben.
Het derde bezwaar, dat Passemier aan twee
kommiezen al de bijzonderheden van het bij
Huyssen gebeurde heeft medegedeeldbewijst,
volgens den verdedigerniets in zijn nadeel.
Nergens worden meer nieuwtjes verhaald dan
in herbergen Passemier is zelfs hcrbergier en
daar er toen reeds meer dan een week verloopen
was, kan hij op eenvoudige wijze hebben ver
haald wat hij van anderen had gehoord. Boven-
dien zijn er verschillende kleine bijzonderheden
in dat verhaal, die niet met het gebeurde over-
eenkomen. Passemier herinnert zich dit verhaal
niet, doch zegt dat het uiet onmogelijk is dat
hij het heeft gedaan, en in dat geval heeft hij
het van hooren zeggen. Evenmin hecht de
verdediger waarde aan de verklaringen van den
bewaarder en den adjunct cipier der gevangenis
te Goes, daar de zin daarvan, in verband met
de omstandigheden, volstrekt niet boven alien
twijfel verheven is.
Verder werd door spreker onder anderen
opgemerkt dat bij de door de justitie gedane
kuiszoekinj* bij den beschuldigde niets verdachts
gevonden is en ook de ontdekte sporen niet met
de schoenen van Passemier overeenkomen. Hij
vertrouwde dan ook ten voile op het hof, waarin
mannen zitting hebben van wie het bekend is
dat zij niet zullen veroordeelen zonder volledige
bewijzeu, en deze ontbreken zijns inziens hier
ten eenemale.
Ten slotte wees hij op de gunstige maat
schappelijke positie van Passemier, alsmede op
het onaannemelijke dat deze met de Kindt ge
zamelijk een diefstal zou plegen terwijl hij
destijds, zooals hier mede is geconstateerd, met
de Kindt in vijandschap was. Passemier heeft
zijn alibi trachten te bewijzen en daar dit, bij
de kennelijke tegenspraak tusschen verschilleude
getuigen, niet geheel is ontzennwd, concludeerde
de verdediger na al het aangevoerde vertrouwend
tot vrijspraak van den eersten beschuldigde.
Ter verdediging van den tweeden beschuldigde
werd het woord gevoerd door mr. F. M.C. van
Deinso, die het eene gelukkige beschikking
van het hof noerade om aan ieder der beschul
digden een afzonderlijken verdediger toe te
voegen. De strekking zijner voordragt was,
zoo al niet de onschuld van zijn client in het
licht testellen iets wat al tijd hoogst moeijeljjk
is, dan toch aan te toonen dat het voor eene
veroordeeling vereischte bewijs volstrekt niet ge-
leverd is. Hij zou hierbij echter trachten, de
bezwaren die hij van zijn client afwierp uiet op
anderen over te brengen.
Eene eerste opmerking 'oetrof het verschil in
de verklaringen der getuigen. en wel tusschen
hen die den tweeden beschuldigden sinds lang
hebben gekend en hen die hem in den avond
van het gebeurde voor het eerst, en dan nog
wel in de duisternishebben ontrnoet. Die
getuigenverklaringen ging hij na, in verband
met de tegen dezen beschuldigde aangevoerde
bezwaren en de plants gehad hebbende feiten,
welke hij mede kortelijk in heriunering bragt.
De pertinente verklaringen van Hnyssen en
diens vrouw omtrent den persoon der daders
achtte hij zeer bevreemdend, op grond van de
verschrikitelijke omstandigheden waarin zijtijdens
het in hunne woning voorgevallene moeten ver
keerd hebben. Men behoeft zijns inziens niet
eens oud of zwak van zennwen te wezen om
onder zulke omstandigheden geheel bewusteloos
te zijn, en veel begrijpelijker zou het hem dan
ook zijn indien die oude lieden eerst lang na
het gebeurde tot zich zelven waren gekomen
dan dat zij alle bijzonderheden zoo naauwkeurig
weten op te geven. Hunne verklaringen moeten
wel is vvaar worden nangcnomen, doch alleen
voor zoover zij aannemelijk zijn. Dat dit laatste
niet geheel het geval is trachtte hij aan te
toonen door aehtereenvolgens er op te wijzen
dat het in de bedstede half donker moet zijn
geweestdat het gegeven signalement, de be
schrijving der kleedingstukken en de hcrkenning.
vac de raigba.ige mats niet opgaan, 6a z. li£
achtte de herkenning der dieven en de identiteit
der beschuldigden dan ook volstrekt niet aan
nemelijk, zonder evenwel te willen aannemen
dat Huyssen en vrouw opzettelijk in strijd met
de waarheid hebben verklaard.
Evenmin doen, volgens pleiter, de verklaringen
van Langevelde en Derde omtrent de ontmoeting
op het Spui onder Axel iets af, en wordt ook
daardoor de identiteit volstrekt niet geconsta
teerd, daar het zeer donker was en die getuigen
het zelfs uiet eens zijn over de wijze waarop zij
de ontmoette personen zijn gepasseerd. Ook
het dragen van de ruigharige muts bewijst niets,
volgens spreker, die tevens opmerkte dat hoege-
naatnd geene vcrmoinming heeft plaats gehad.
De verklaringen der getuigen nagaande be-
treffende het verblijf ten huize van de Kindt op
den 26 Maartkwam de verdediger tot de slot-
som dat die verklaringen mogen verschilleu met
de opgaven van den beschuldigde, doch beideu
zich kunnen vergissen.
De te Hulst gemaakte gevolgtrekkingen aan-
gaande de Clingenaars liet hij gerust aan's hofs
beoordeeling overen zijns inziens bestaat er
geen reden om de getuigen it decharge als min
geloofwaardig te beschouwen. Terloops deed hij
hierbij uitkomen dat smokkelen hetgeen te
Clinge veelvuldig voorkomt niets anders is
dan ontduiking van verschuldigde belasting en
de grenssraokkelaar in dit opzigt dus maar gelijk
staat met den rijken particulier die zich bij voor-
beeld te laag voor den hoofdelijken omslagaan-
geeft, zooals meermalen gebeurthet eenige ver
schil is maar dat de grenssmokkelaar wordt
vervolgd en geschuwd, en de particulier zich in
de achting zijner medeburgers mag blijven ver
heugen.
De getuige Viva is, volgens pleiter, een wel
door de natuur misdeeld doch tevens een zeer
ijverig mensch, van wien geen kwade praktijken
bekend zijn. Hij betreurt evenwel zeer de on
handige wijzewaarmede is omgesprongen met
de schriftelijke verklaringen van den zaakwaar
nemer Onghena, hoezeer het niet te verwonderen
is dat de vrouwen der beide beschuldigden de
handen in elkaar hebben geslagen om hare man
nen uit hunne preventieve gevangenis te doen
ontslaan.
Voorts ging de verdediger de verklaringen der
getuigen na omtrent het uur waarop zij de Kindt
in den bewusten avond thuis hebben gezien, en
trachtte hij aan te toonen dat zelfs in het niet
aanuemelijke geval dat de braak en diefstal
in plaats van te 10 eerst te 11 uren zijn
gepleegdhet alibie van den beschuldigde toch
voldoende bewezen wordt, daar hij, wegens den
grooten afstandonmogelijk op dat uur in de
woning van Huyssen heeft kunnen zijn.
Alles wjjst, volgens spreker, aan dat de Kindt
niet een der booswichten is.
Voorts werd gewezen op de bekendheid der
daders met de huizing enz.op de omstandig-
heid dat bij geen der verdachten eenig papieren
geld is gevonden, en alleen te Neuzen een bank
biljet is uitgeven vermoedelijk door iemand uit
den omtrek aldaarop de vijandschap tusschen
Passemier en de Kindten op de betrekkelijk
gunstige gcldelijke positie en de bedrijvigbeid
van dezen laatste.
Daar alzoo geen bewijs voor de schuld van
zijn client bestaat, concludeerde de verdediger
dat het hof hem moge vrijspreken van de hem
en laste gelegde gruweldaden.
Bij de re- en dupliek werden in het kort en-
kele bijzonderheden nader gereleveerd, hetgeen
evenwel geen wijzigiug en de wederzijds genomen
conclusion bragt.
De uitspraak werd daarna bepaald op zater-
dag, des voormiddags ten 11 uren.
Zitting van Zaturdag G Maart.
In de zitting van heden is E. J. Passemier
veroordeeld lot <le straffe df.s doods uit te
voeren binnen de stad Middelburg, en J. de
Kindt vrijgespkokkn, hooldzakelijk op de ver
klaring der getuigen welke hem op dien ver
dachten avond gesproken hebben.
C. VAN DER SWAN
fl E. J. CREMER.
H Axei, 6 Maart 1869.
Ft limine dankbarc kinderenbehuwd- Q
en kleinkindcren.
'«tX3oeaoc)®:ieoQGC3oracK3C?^^^3Qi*3ao(y
De DIRECTIE van den NIEUWEN NEUZEN-
POLDERzal op Maandac den 22
Maart 1869des voormiddags ten 11 ure
in het „Nederlandsch Logement" van de Erven
Steenkamp te Neuzen, in het openbaar aan*
besteden
Het rnAllien van een lnlaagf-
dijlc, ter lengte van onge.
veer 1350 ellen, achter
het dijlivali tusschen de
dijlipnlen ti!) en 43.
De Besteding zal geschieden bij enkele in-
schrijving volgens art. 63 434 der Algcmeene
voorschriflen voor de uilvoering en hel onderhoud
van werken onder het beheer van hel Departe-
ment van Binnenlandsche zaken de biljetten
zullen echter uiterlijk ten 10 ure des voormid
dags van den dag der besteding, vrachtvrij moe
ten zijn bezorgd ten Kantore van den Ontvanger-
Griffier te Neuzen.
Het Bestek zal van af Vrijdag den 12 dezer
ter lezing liggen ten Kantore van den Ontvanger-
Griffieren is voorts op franco aanvmge, tegen
dadelijke betaling der kosten ad 25 cent, bij
hem verkrijgbaar.
Information zijn te bekomen bij de Dircctie
voornoemd.
De aanwijs zal geschieden op den Vrijdag
en Zaturdag vdbr de Bestedingtelkens van
des voormiddags 9 tot des namiddags 1 ure.
Neuzen; den 6 Maart 1869.
De Direclic van den Nieuwen licuzcnpolder
P. van den BROEKEDijkgraaf.
J. STURM Ontvanger- Gri/fier.
|n alle Bockwinkels worden beslellingcn aangenonien op de
Naar de bestaande Ilollandsche vertalingcn
geheel herzien en verbeterd door
De werken van THACKERAY, dit is boven
alien twijfel verhevenbchoeven slechts meer
bij ons bekend zijn om naar waarde te worden
hooggeschat. Er is geen auteur van den
tegenwoordigen tijd, die met THACKERAY kan
worden gelijk gestelden spoedig zal meft
algcmeen erkennenwat de Heer Dr. Lin Do
in het Levensberigtaangaande den auteur
zegt, dat hij THACKERAY bewondert „als een
fijnen menschenkennereen ouvergelijkeljjken
schilder van zeden en maatschappelijke toestan-
deneen humoristdie heden ten dage zijns
gelijko niet heeftals een teekenaardie
in vele opzigten niet onderdeed voor den schrij-
veren wiens stijlmet de pen of met het
penseelzoo gekuischt is door een fijnen smaak,
zoo eigenaardig en treffenddat men waarlijk
verstoiud staatals men deze zeldzame vereeni-
ging van groote gaven in een en den zelfden
mensc h ontdekt."
De ondergeteekende stelt zich aanvankelijk
voor, om van Tliaclieray'a Koinautisclie
Werken aehtereenvolgens uit te geven: DE
KERMIS DER IJDELHEID. (vanity fair).
Twee Deelen. DE LOTGEVALLEN VAN
HENDRIK ESMOND. Een Deel. DE LOT
GEVALLEN VAN PHILIP. Twee Deelen.
DE GESC HIE DENIS VAN ARTHUR PEN-
DENNIS. Twee Deelen. DE VIRGINIERS.
Drie Deelen. VERSCHEIDENHEDEN. (o.a.
„het ploektenboek."). Twee Deeleu.
Deze Twaalf Deelendie te zamen
2(H) vcllen driiks bevattenzullen in
50 Afleveringen ieder van 4 veilen (64 bladz.
drnks) het licht zien. De prijs van iedere
Afievering isbij intceftening
DEKTIG CENTS.
Bovendien ontvangeu HH. Inteekenaren gratis
hij ieder Deeleene ■Ceurige Uravure
tegenover den titelalsmede de benoodigde
Deelsomslagen. Abonnementen worden niet
aangenomen dan voor de Serie van Twaalf
OppIvii waarvan in geen geval meer dan
vijftig Afleveringen zullen worden in rekening
gebragt. In ougeveer twee jaren zal deze
uitgaaf voltooid zijn. De eerste Afleringen
zijn reeds verschenenterwijl eene geregelden
voortzetting verzekerd wordt. Telkens na de
verschijning van vijf Afleveringen wordt over
een hedrag van f 1.50 tegen quitantie beschikt.
SchiedamH. A. M. ROELANTS.
1869. Uilgever.
TE NEUZEN ,1 bij DHONT COMP.
v
EN
VAN