No. 244*. Woensdag 20 December 1865. 5de ALGEMEEN ZEEUWSCH-VLAANBEK EN. Bij beslnit van den 16 dezer, no. 48, heeft Z. M. goedgevonden op verzoek eervol ontslag te verleenen aan P. Leenho Usals dijkgraaf der polders Ond en Jong Breskens. Bij beslnit van den 18 December jl.no. 39 heeft Z. M. goedgevondentot leden en plaats- vervangende ieden van de geneeskundige raden voor Zeeland te benoemen: Tot leden: dr. J. C. van den Broeckete Middelburgdr. K. Broes van Dortte Goes dr. J. C. de Man, te Middelburg; dr. P. A. van Toorenburg, te Aardenburg; dr. N. J. F. Yer- schoorte Goes dr. E. J. F. P. J. G. Vogelvan- gerte Hulst; F. P. J. Was, heel- en vroed- meester te Oosterland; J. J. A. Baert, apothe- ker te MiddelburgS. G. N. van der Grijpid. te ZierikzeeD J. J. Marinissenid. te Mid delburg rar. J. Snijder, te Veere; Tot plaatsvervangende ledendr. J. P. Ber- denis van Berlekomte Middelburg; dr. M. H. Dammete Middelburgdr. IJ. Keyzerte Middelburg; dr. S. D. deWind, te Middelburg H. B. Maal Henry, heel en vroedmeester te Oostburg J. P. Snoepid. te Wolphaartsdijk P. M. de Lignyapoth. te MiddelburgH. P. Winkelman id. te Vlissingen. Jl. maandag is de tweede kamer der staten- generaal tot nadere bjjeenroeping gescheiden. De minister van justitie, ad interim be- last met het beheer van bet dep. van financien heeft ter kennis van het algemeen gebragtdat voortdurend vele valsche halve guldens en enkele valsche guldens in de circulatie worden aange- houden. De valsche stukken zijn hieraan te herkennen dat de middellijn iets kleiner is dan die van echte stukkenhebbende de echte gulden eene middellijn van 28en de echte halve gulden eene middellijn van 22 strepen dat het gewigt van de valsche guldens is ruim 2 wigtjesen dat van de halve guldens ongeveer 1 wigtje te ligt. Het wettige gewigt van die specien is 10 en 5 wigtjesdat de letters van de valsche stukken dikker zijn en als gevloeid terwijl de vlakke gedeelten der stukken mat zijn en niet zoo glad als die van de echte stukken dat de rand van de valsche stukken minder diep is in- gegroefd dan die van de echteterwijl vcelal de ingroevingen niet loodregt staan op deplatte vlakken der stukken. Beg'rafenispleg'tio-lieid van Koning Leopold I Troonsbestijging van Koning Leopold II. Aan eene particuliere correspondentie uit Brns- sel, dd. 17 December, ontleenen wij het volgende: Heden morgen ten acht. ure leverde Brussel een buitengewoon schouwspel op. Van verre hoorde men reeds de trom roeren als om de nog afwezige schutters te waarschuwen dat het tijd was zich op hun post te begeven. In de straten zag men reeds overal de nationale drie- kleur wapperen ontdaan van het sombere rouw- floersdat sedert de laatste dagen ons dundoek had belet zich vrijelijk te ontplooijen. Idier en daar zag men echter nos: de rouwvlag uit en kele huizen steken. Treffend inderdaad was het te zien hoe deze enkele rouwvlaggen zich met het algemeen vreugdebetoon vennengdenhet was de dag van gisterende algemeene rouw- dag, die zich aansloot aan den algemeenen vreugdedag van heden. En inderdaad mogen deze beide dagen e6n genoemd worden. Bij de indrukwekkende begrafenisplegtigheid toch van gisteren zoo grootsch als het zeldzaam een volk gegeven is zijn souverein te geven gaf het- zelfde nationaal gevoel zich lucht dat heden met duizenden en duizenden woorden den nieuwen koning Leopold II begroette. In onze bladen zult gij zeker breedvoerige bijzonderheden vinden omtrent deze begrafenis, waarbij het Yolk en de vreemde vorsteiijke per- sonen, uit Weenen, Londen, Portugal en Duitsch- land tot ons gekomen, de werkiieden en de burgerijhet leger en de schutterijalien als met 66n gevoel van bewondering en dankbaar- heid bezield waren jegens den vorstwiens stoffelijk overschot zij naar zijne laatste rust- plaats in den grafkelder te Laeken vergezelden omgeven door duizenden en tienduizenden toe- schouwersdie zich in diepe stilte van het koninklijk paleis te Brussel tot dat van Laeken hadden geschaard. Ik zou kolommen kunnen vullen wanneer ik u slechts eeue flaauwe schets wilde geven van den gedenkwaardigen dag van gisteren. Onmogelijk is het mij u den indruk te schetsen van het oogenbliktoen koning Leopold II, vergezeld van zijnbroeder, de met waskaarsen verlichte lijkkamer binnentrad en aan de voeten der sarcophaag nederknielde terwijl de kapellaan Becker de lijkrede uitsprak. Ik zou eveneens kolommen kunnen vullen met de mededeeling van nog een tal van bijzonder heden nopens den dag van gisteren. Ik moet daarvan echter afzienomdat ik anders onmo gelijk op eenige plaatsruimte zou kunnen rekenen voor mijn verslag der gebeurtenissen van den dag van heden gedenkwaardig in Belgie's ge- schiedenis. Laat ik beginnen met u te zeggen, dat de talrijke vreemdelingen liier aanwezig als uit 66n mond verklaren dat alleen een volkdat zoozeer van zijn onafhankelijkheid en nationali- teit overtuigd is, zulk een grootsch schouwspel kan opleveren als de dagen van gisteren en heden ons hehben getoond. Gij had ook de Belgen zelven eens moeten hooren alien hadden het diep besef en de innerlijke voldoening van eene grootsche daad te hebben verrigt. Brussel was reeds van 's morgens negen ure in beweging. Wat men gisteren voor onmoge lijk hieldwas heden verwezenlijkt. De be- volking was bijna verdubbeld. Aan de poorten van Laeken wachtte de geineenteraadmet den burgemeester aan het hoofdden koning af. Het was naar die pick dat ik mij in allerhaast begaf, om daar de komst te zien van koningin Maria Ilenrieltediegeheel in rouwgewaad gehuldin een gala-rijtuig zich aan de ver- zamelde menigte vertoonde. Oorverdoovende tocjuichingen begroetten de geliefde vorstin die door den burgemeester in hartelijke be- woordingen werd toegesproken waarop door H. M. met diep ontroerde stem werd geant- woord „Toen ik vo6r twaalf jaren in Belgie kwam was het mijn wensch voor mijn nieuw vaderland nuttig te kunnen zijn. Ik acht mij gelukkig u thans de verzekering te kunnen geven dat die wensch mij nu nog meer dan ooit bezielt, en dat de ontvvikkeling en de voorspoed van Belgie en vooral van zijne hoofd- stadmij zeer aan het harte ligt." Er was geen einde aan de toejuichingendie op deze vorsteiijke woorden volgden. Het rij- tuig der koningin baande zich hierop een weg, gevolgd door een aantal hofkoetsennaar het gebouw der kamer. Vijf minuten waren naauwelijks verloopen of in de verte kondigden reeds duizenden juich- kreten aan dat de koning kwam. U de ver- voering te malen waarmede de vorst ontvangen werdgaat boven mijne krachten. Te vergeefs poogde de burgemeester zich verstaanbaar te maken zijne zwakke stem werd onafgebroken verdoofd door de kreten vanLeve de koning Eindelijk heerschte er z66veel stilte dat de burgemeester zich kon doen verstaan. Hij hield eene korte inaar kernachtige redewaarop de koningblijkbaar tot in de ziel bewogendoch met vastemannelijke stem antwoordde. Hij herinnerde aan de wenschen die men geuit aan de beden die men geslaakt hadnu 35 jaren geledenvoor den koning, zijn vader, voor het welzijn der hoofdstad voor de welvaart des landsgebeden en wenschen die zoo gelukkig hunne verwezenlijking tot op den huidigen dag hadden gevonden. ,,Ik hoop z66 sprak de koning dat langen tijd vbor dat gij wederom op deze plaats zult vergaderen om mijn opvol- ger te begroetende verfraaijingen welke ik voor Brussel hoop te doen tot stand brengen zullen zijn in 't leven geroepen en de Senne uit haar moerasachtige positie zal zijn verheven. Ik hen een kind der hoofdstadzooals gij alien hare kinderen zijt." ToejuichingenEn terwijl de koning de burgemeester de hand drukte en een vernieuwd gejuich daarop het luehtruim vervulde sprak hij ten slotte ,,De bevol- king mijner hoofdstad heeft zich op bewonde- renswaardige wijze gedragen. Ontvang daarvoor mijn dank Daarna heeft de stoet zich weder in bewegin"- gesteld. Bij het doorrijden der straten en toen Z. M. laugs het front van de civiele garde en van het leger passeerde werd hij letterlijk met bloemen overstelpt. Nooit heb ik zooveel geestdrift aan- schouwd. Maar treffender schouwspel nog wachtte ons in de kamer. Daar was inderdaad een waar parterre de princes" vereenigd. In de tribune regts van den troon zat de koningin tusschen hare beide kinderen den graaf van llenegouwen en prinses Louise. Nevens H. M. had de koning van Portugal plaats genomen en een weinig achterwaarts zaten de prins van Wallisde kroonprins van Pruissen en de graaf van Vlaan- derendie bij zijn binnentreden begroet werd door de gehcele vergadering die zich daartoe van hare zitplaatsen verhief. De plaatsen, welke gewoonlijk de linkerzijde bezetwaren nu geheel ingenomen door de aartsbisschoppen en de bisschoppen van Belgie en door het corps diplomatique. In het midden en ter regterzijde zaten de leden van den senaat en van de kamer van volksvertegenwoordigers. De ministers, in groote uniform, hadden op hunne gewone banken plaats genomen. In de rondte stonden de dames in de rijkste toiletten geschaard. De aanblik der zaal met hare groote verschei- denheid van kleurenhet scharlakenrood naast de toga's der overheidspersonen en daarnevens weder de van goud schittercnde uniformen der officieren van allerlei legerkorpsen de violet- kleur van het bisschoppelijk gewaad en daar- tusschen de afwisselende toiletten der dames, dat alles hood een aanblik aandie aan de scbilderstukken van Paul Veronese herinnerde. Eensklaps treedt er eene doodsche stilte in, nadat een deurwachter heeft aangekondigd koning Leopold IP De koning beklimt de treden van den troon, terwijl geheel de staande vergadering insteint met den kreetLeve de koning 1 Vijf malen wil de koning het woord nemen maar vijf malen wordt telkens nogmaals dezelfde kreet met hartstogtelijke geestdrift aangeheven. Eindelijk strekt de koningin zijne voile lengte voor den troon staande en bleek van edele aandoening, de regterhand naar de ver gadering uit en spreekt den eed op de consti- tutie uit. Hierna barst op nieuw de geestdrift uit, maar zij is zwak in vergelijking met die, waarmede de toespraak begroet wordt, welke de koning met ontblooten hoofde uitspreekt. Zes malen verrijst de vergaderingals onder een electrieken invloed van hare zitplaatsen en telkens weergalmen hartstogtelijke toejuichingen, waaraan geen einde schijnt te zullen komen. Aller oogen zijn met tranen gevuldzelfs de anders door dergelijke indrukken zoo moeijelijk te treffen journalisten verbaasd over dit schouw spel dat nog vreemd was voor hen, zij weer- houden het zilte blijk hunner aandoening niet. Hetzij de koning dan ook sprak over zijn vader, wiens voorbeeld hij beloofde te volgen hetzij hij verklaarde de onafhankelijkheid van Belgie te zullen handhaven hetzij hij aan de vreemde vorsfen die herwaarts gekomen waren om de ter aarde bestelling zijns vaders en zijne eigene inhuldiging bij te vonen, zijn dank 'betuigde; hetzij hij zeide aan de stem'des volks te zullen gehoor geven dat geroepen is zichzelf te bestu- ren altijd sprak uit die woorden de opregt- heid van het hart en waren die woorden zelven uiterst gelukkig gekozen. 's Konings woorden zullen weerklank vinden in geheel het land. In het buitenland zullen zij verre gehoord worden. Belgie en zijn koning zijn zoozeer vereenzelvigd in 6en gevoel, dat^ zooals Leopold II verklaardehij niet begrijpen kan hoe hij zonder Belgie zou kunnen bestaan. Ten stelligste kan ik u verzekeren dat de ministers er niets van wisten dat de koning eene toespraak houden zou en dus nog minder met den inhoud daarvan bekend waren. Deze is alzoo eene geheel persoonlijke ban- deling des konings. Daarom kan ik ze u nu ook niet in extenso toezenden. Ten 3 ure had de Monileur er nog geene mededeeling van. Alvorens de zittingszaal 'te verlafen vertoonde Nieuws- en Advertentieblad VOOE EN

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1865 | | pagina 3