zoo vol goud als zij isin de handen van den
boer gelegddievveggesleept door zijn gevoel
den veldheer om den hals vliegt. Is bet won
der, dat hij zich door allerlei giften, jaarwed-
den en onderstandsgelden een veel te zwaren
last opgde scbouders laadde
Er ontbreekt nog iets aan onze schetswij
bedoelen'die eigenaardige trekken, welke den
niensch kenscbetsen buiten den dwang des
openlijken levens, in den gezelligen omgang, in
den huiselijken kring. Madden wij bier de gave
van Plularchtisom dat karakter af te malen
levendig, onstuimig, hartstogtelijkmaar min-
zaam rondborstig en vertrouweljjk nog in bet
tijdperk van 1830 en 1831 vrolijk, als dat van
een' jongeling wanneer de beker in bet leger-
kamp roudging en nietswat naar het gestreng
afzonderen der rangen geleek, door den vorste-
lijken gastheer in acht werd genomenwiens
fierbeid alleen dan ontwaaktewanneer men den
afstand al te zeer uit het oog verloordat
karakterblakende van leenwenmoed in den
kogelregenmaar week en gevoeligja tot
schreijens toe bewogen bij het zien van ellende
of als eene welsprekende stem tot zijn hart sprak.
Hij liet het paarddat hem bij Waterloo droeg,
zoo lang bet leefdein zijne stallen verzorgen
en later opzetten. Wij hebben bet in zijn paleis
kunnen zien.
Hij was een liefhebbend eehtgenoot en een
streng maar teeder vaderdie zijne zonen tot
mannen wensehte tevormen, gelijk hij zelf was
gehard tegen vennoeijenissenwarsch van ver-
fijnde weelde en weekelijkheid als de beroemde
mannen der oudheid. Bekend zijn zijne lange
togten te paard met voorbeeldelooze snelheid af
gelegd. Gewoonlijk sliep bij op den grondop
een bard veldbedzonder dekens. Hij wierp
zich daarop gekleed en gebruikte ook 's winters
geen ander dekseldan een paar shawlsdie
hij om hoofd of lijf wond. Krijgsman in zjjn
hartals hij wasbleef hem de ongeregellle
levenswijs van dien stand bij. Niet zelden liet
hij in den nacht zijn paard zadelen en deed hij
een rid zonder bepaald doel. Ook was de offi-
cier van wacht wel eens verbaasdden koning
's nachts met een sigaar in den mond te zien
buiten komenom met hern te praten. Dat
krijgsmans karakter uitte zich in zijne voile
kracht, toenjhij, tegen den raad van alien, te paard
naar de vergadering der staten-generaal wilde
rijden om diehelaasvoor het laatst te openen.
„Als ik niet meer te paard stijgen kan,"
zeide hij „is het gedaan met mijHet zijn
de woorden van Trajanus„Een keizerlijk veld
heer moet staande sterven."
Willem II bezat het geh^-kige geheugen zijns
vaders en grootvaders.^n juist oordeelbij
weinig geleerdheid groote \)kwaamheid en fijn
kunsfgevoel. Hij sprak gemakkelijk en met
nadruk maar met vreemden tongvhlHij paarde
aan de vurige dapperheid van zijn naamgenoot
de plooibaarheid en het beleid van diens grooten
zoon. In het vvinnen van harten was hij een
meester, zijnevertrouweljjkheid lokte wederkeerig
vertrouwen uit. Hij behield de rondheid van
den krijgsmanzonder ziehzelven te vergeten.
Ridderlijk was hij en niets zoo zeer als in
zijn omgang met menschen ongedwongen ver-
rassendaltijd den toon vattendegeschikt voor
dengenen, met wien hij sprak: in hetzelfde
oogenblik ernstig tegen een staatsman en hof
felijk met eene dame onnavolgbaar in het ophou-
den van de eer zijner hofhouding. De nakome-
lingsehap zal in twijfel staan of hij grooter was
als regent, dan als veldheer.
Deze onze hulde aan de asch van den rid-
derlijken Willem van Oravje is gebragt, en wij
komen terug op hefgeen wij daar straks zeiden
n. 1. dat wij naast God aan Willem II en aan
hem alleen onze onafhankelijkheid verschuldigd
zijn; wel werd in 1813 onze vrijheid herboren
dooh zij verkreeg levensvatbaarheid alleen door
den 18 Junij 1815. Of wilt gij in een enkelen
volzin zaamgetrokken wetenwat voor ons land
en voor ons volk de gevolgen zijn geweest van
Waterloodan herinneren wij n het woord van
een der meest bevoegde beoordeelaarsden ge
neraal Knoop „Wij leven tliansGoddank
„in een vrij land waar de wetten ieder burger
„tegen onderdrukking waarborgenwaar geen
„vreemde Iandvoogd ons door den druk der be-
„!astingen uitmergelt, of onze zonen ten oorlog
„roept, om, in zeer venvijderde gewestenvoor
„een geheel vrcemde zaak bun bloed te storten
„wij spreken weer onze eigene taalwij volgen
„weer onze oude zeden en gewoonten degods-
„dienst onzer voorvaderen blijft weer de onze;
Wijze Wten Neerlandsch bloed enz.
't Is feest't is thans het blijdste feest
't Is 't feest van Neerlands roem
Zoo'n feestdag is nog nooit geweest
Wat ook 't geschiedblad noem.
Bij Waterloov66r vijftig jaar
Blonk Neerlands heldenmoed,
En stroomde aan 't hoofd der dappre scbwr,
Oranjes dierbaar bloed.
Weemoedig zien we op 'tslagveld nedr.
Waarop zoo menig held,
Gestorven op het bed van eer,
Door 't moordvuur is geveld
Wij vlechten U een' lauwerkroon
RustBrave Dappren zacht
De hulde en dank blijft U ten loon
Van 't late nageslacht.
„wij doen onze roemrjjke vlag weer op de verste
„zeeen wapperenwij zijn we6r Nederland,
„een onafhankelijk op zich zelf staand land^
„geen wingewest van een vreemd rijk. Zie
„dat zijn de zcgeningendie wij aan de over-
winning van Waterloo le dan lien hebben; zon-
„der die overwinning zou Napoleon weer over
„ons land heerschen en wel moel hij Icorl van
geheugen zijn, die verge/en is, met hoeveel
onderdrukking die overheerselling eenmaal ge-
„paard ging."
oor ons dus is het halve eeuwfeest van den
slag van V aterloo een plegtige dagdie ons
stemt tot innige dankbaarheid jegens God en
tot betamelijke vreugde over de zegeningen onzer
op dien dag voor goed bevestigde zell'standig-
heid en vrijheid.
Indien het waar kan zijndat een betamelijk
herdenken van de oorzaak onzer vrijheid en
nationaliteit keizer Napoleon kwetsen kon dan
zou helaasook waar zijn dat wij dan nu ook
feitelijk beiden verloren liadden. Maar dat kan
dat mag niet waar zijn. Evenmin als Belgie
verzuimt zijne Septemberfeesten te vierendie
de afscliudding der Hollandsebe heerschappij
in levendige herinnering houden zonder Neder
land te grievenevenmin mag Nederland zijn
Waterloo-feest ignoreren tenzij het voor Europa
schandelijk wil komen getuigen dat het feitelijk
na vijftig jaren, op nieuw Frankrijks vassaal
geworden is.
Neenwij moeten feest vieren, het lean,
het mag het zal niemand kwetsen het zal ons
trouwe burgers van den staatvereeren het zal
verkondigen dat wij niet ondankbaar zijn voor
de weldadendie ook door vorsten bloed zijn
gekocht.
Alzoo nog deze bedeGelijk in November
1863 kenmerke zich het feest van 18 Junij 1865,
door ordedoor betamelijkheid, door eendragt
en goeden toon
De vermaning is zeer zeker overbodigmaar
elke demonstrate tegen eene thans bevriende
mogendheid zou even ongepast zijnals onva-
derlandslievend. Neenhet feest zij Nederland
waardig, zjj eene godsdienslige herinnering, eene
dan/ebare hulde aan een onvergelelijlcen koning t
en eene vereering van Neerlands onafhankelijk-
heid en Oranje's herslel I
Komtfeestgenooten 't hoofd omhoog
Daar blinkt de vrijheidszon
Zij klom aan 's hemelsvredeboog
Sinds Neerlands Leeuw verwon.
Der bondgenooten kloek beleid
Verdrong de slavernij,
Bevrijdde Europa voor altijd
Van Frankrijks dwinglandy.
Behoedo God ons Nederland
Gered door Uwe magt
Geleid ons aan Uw Vaderhand
In 't spoor van 't voorgeslacht
Bewaar 't Oranjehuis, bestuur
Den schepter, dien het torscht,
Ontgloei in ons steeds 't liefdevuur
Voor Vaderland en Vorst.
Neuzkn 18 Junij 1865.
C. VAN DIJK.
SEDRUKT BIJ J. STURM, TE NEUZEN.
257ste Staats-Loterij.
Prijzen van f 1000 en daarfcoven.
Derde Klasse. 1ste LijstNo. 4613 en 7618,
ieder f 1000.
EIKEN HOUTWAREN,
25ElL1CIN enz., aan het Pakhuis op
Java, welke Goederen alien finaal zullen wor-
den verkocht.
L. P. BLOKLAND.
Pkijs 10 Cents.
GEDRUKT^wTTrSTUR^TE^E^
111 »l I