I (if I Mevrouw Anna Panlowna C* RATIS aangeboden GEABONNEERDEN Algemeen Nieuws- en .A<1 vertentietolad voor Z.-Ylaanderen. .i29*3irtt rmilfd VAIN HARE MAJESTE1T K0MA6IX-WEDIWE DER KEDEIILAMEN GEBOREN GROOT VORSTIV VAN RESLA5D. De morgen kwam. Geen lentelach Bescheen den kalmen voorjaarsdag. Integendeelde morgen van den 17 Maart 1865 brak aanloom en somberals droeg hij geheugenis van den 17 Maart 1848, waaropde mare hier te lande werd overgebragt van den dood des prinsen Alexander in verre gewesten, en van dien anderen onvergetelijken dag, den 17 Maart 1849, vvaarop zieh onverwacht plot- seling de treurmare verspreideNeerlands rid- derlijke vorst Willem de algemeen opregt bemindeis niet meer Maar toch ook niet gelijk in dit saizoen zoo vaak pleegt te ge- schieden aangekondigd en vergezeld door stor- men en vvoeste vlagenneen zwaarmoedig maarkalm liclite hij aangeheel eigenaardig vpe- gend aan de statclijk treurige plegtigheid-waarvan hij getuige zou zijn. Zestien jaren lang werd koning Willem II door zijne doorluchtige weduwe overleefdzestien jarenwaarin de vorstin ge tuige en warm deelnemend getuige mogt zijn van de in zoo !vele opzigten voor Nederland rijk gezegende regering van haren oudsten zoon onzen geeerbiecfigden koning Willem III. In 't eind was ook hare ure gekomente I vroegzouden wij kortzigtige stervelingen zeg- gente vroeg voor het volk van Nederland aan hetwelk de ontslapene was gehecht met vele banden van te zamen gedragen lief en leed te vroeg voor de talrijke schare van armen en beproefdenover welke hare miide hand steeds geopend was. En daarom was de 17 Maart 1865 een dag van rouwe voor alien in Nederlanddiediep doordrongen van de innige betrekking, welke Oranje en Nederland zamen bindt, de smart zijns konings en der leden van het beminde vorstenhuis deelen en met ongeveinsde aandoe- ning hen het stoffelijk hulsel der koninklijke moeder zagen geleiden naar de groevewaar- boven die innige betrekking is gesymboliseerd in het eeuwen heugendeeeuwen trotseerende brons en steenter eere van den eersten Wil li lem van Oranje, den vader des vaderlands, daar opgerigt tot een gedenkteeken. En daar om was die dag een lijkfeest voor vorst en volk tevens. Geen wonder dus dat reeds in den vroegen morgen eene ontelbare schare zich bewoog in de straten der residentie en langs de grachten van het grijze Delft. Nadat men van 9 ure af door het luiden der klokken op die sombere plegtigheid was voor- bereidwerd te 10 uredoor het lossen van het geschntaangekondigddat het vorstelijk lijk uit de Grieksche kapel te Ruslenburgwaar het zich gedurende de laatste dagen bevonden hadgedragen en op de lijkkoets geplaatst was en weldra zagmen den begrafenisstoetzamen- gesteld zooals bij het programma voorgeschreven Eene overgroote menigte vervulde de straten door welke de optogt zich voorwaarts bewoog maar onder die schare heerschte betamelijke orde en eerbiedige stiltealleen afgebroken door de toonen der treurmuzijk, het klokgebrom en het gebulder der minuutschoten. Onmiskenbaar was de indruk, dien de treurige plegtigheid maakteen menige uitboezeming van medege- voel werd geslaakt bij het voorbijkomen van het rijtuigwaarin Zijne Majesteit de koning, ver gezeld door Hunne Koninklijke Hoogheden den groot-hertog van Saksen-Wcimar-Eisenach den prins van Oranje en prins Ilendrik der Neder- landen gezeten was, om het overschot eener geliefde moeder ten grave te geleiden. Bij de barriere aan den Rijswijkschen weg alwaar de burgemeester en wethouders van 'sGra- venhage zich bevonden om den uittogt van het koninklijke lijk bij te wonen verliet het ba- taillon van de dienstdoende schutterij der resi dentie en de deputatie van het Metalen Kruis (afdeeling 's Hage) den stoet, en begaven zich de heeren, bestemd tot het dragen der slippen van het lijkkleed, en de kamerheerenbestemd tot het dragen van het lijk in de voor hen bestemdc koetsenwaarna de togt naar Delft werd voortgezet. Aan den ingang dier stad bevonden zich de burgemeester en wethouders derzelve, en sloot eene afdeeling van de Delftsche schutterij, be- nevens eene deputatie van het Metalen Kruis (afdeeling Delft)zich aan den stoet aandie zich verder in dezelfde orde als te 's Gravenhage naar de Nieuwe Kerk begaf. Hier hadden zich inmiddels vereenigd de leden van het corps di plomatique 's konings ministersde voorzitters van de beide kamers der staten-generaal en de verdere ter bijwoning van de plegtigheid uitge- noodigde autoriteiten. Nu traden de tot den lijkstoet behoorende personen het kerkgebouw binnen en schaarden zich van de deuren tot aan het koor in twee rijenterwijl de herauten van wapenen en wa- pendragers zich aan beide zijden van den ingang des grafkelders plaatsten. Tusschen die rijen door werd het lijk tot aan het graf gedragen gevolgd door Zijne Majesteit den koning en Hunne Koninklijke Hoogheden den groot-hertog van Saksen-W cimar- Eisenach den prins van Orange, prins Ilendrik der Nederlandenprins Frederilc der Nederlanden en Z. D. H. den prins Herman van Saksen-Weimar. De lijkbaar werd voor het graf nedergezet en, nadat de aan- wezigen zich met eerbied om dezelve geschaard haddende kroon en het ordeteeken van St.-Ca- tharina benevens de bloemenkransdoor de kinderen der overledene als een blijk van liefde en als een liefelijk teeken des levens in de sombere omgeving des doodste Rustenburg op de lijkkist nedergelegdvan de kist ge- nomen. De bloemenkrans werd aan Z. M. den koning en aan HH. KK. HH. prins Ilendrik en den groot-hertog van Saksen-Weimar-Eisenach in handeu gegevendie ze daarop gezamenlijk ne- derlegden, daarbij tevens levende immortellen strooijcnde op de laatste woning van de geliefde moeder. waslangs den bepaalden weg naderen. De wel-eerwaarde zeer geleerde heer ds. G. Ruitcnschildhofpredikeraan wien de treurige, maar eervolle taak was opgedragen omgelijk zestien jaren vroeger, over het lijk van koning Willem IInu ook over dat zijner edele we duwe, den laatsten afscheidsgroet uit te spre- ken legde nu de hand op de lijkkist van de ontslapen vorstinAnna Paulovmaen sprak het volgeude „Het heden wekt diep gevoel'van smart. Ze- „ventien jaren geleden kwam de tijding, dat „de beminde prins Alexander was overleden. „Een jaar later, op den 17 Maart, ontsliep „koning Willem IIheld der natie, toevlugt „voor ongelukkigensieraad van zijn beroemd „ges!acht. Nu brengen we ten grave de trouwe „gemalin van dien ontslapenen, de geeerbie- „digde en geliefde moeder des vorstende ko- „ningin uitmuntende in lioedanigheden en deug- „den, die elken mensch tot sieraad strekken, „rijk in kennis, onvermoeid in liefde, edel en „waardig van karaktergroot te midden van „beproevingen voorbeeld van Christusvereering „en ongeveinsde Godsvrucht. We lijden onder „pijnlijke gewaarwordingen der ziel en storten „weemoedige tranen. „Maar er is toch verzachting, balsem. Niet „op den vollen middag, maar eerst aan den „laten avond van het leven werd die koningin „opgeroepen, toen zij daar nog stond als waar- „dig hoofd en steunpilaar van haar geslacht. „Bewaard voor het verdriet om zichzelve te „overlevenviel de bevrijding haar te beurt „zonder dat een'vreesselijke ziekte het ligchaam „had geteisterd of dat helder zielenoog bene- „veld. Zij stierf onverzwakt, in haar dierbaren nkringna korten doodstrijd, door den Chris- „tus getroostberustend en bereid, van gansch Nederland betreurd. Daarom staan we ook „hier gelaten en nemen het woord des konings „over: „We berusten met diepe onderwerping." „We roemen met dankbaarheid Gods liefde, ;,die ons zulk een schat zoo lang deed behou- „den. We wenschen niet terug, maar gunnen „van heeler harte de rusteen oogen die vroome „na met de goede gedachten, dat de werken „haar volgen en God het beste deel daarboven „voor zijne vrienden heeft bereid. „KoninkIijke zoon, van zulk eene moeder „koninklijke vorsten, doorluchtige prinsen! Grijpt „aan wat den moed kan sterken. Voelt u ge- „lukkigdat de ontslapene de uwe was en gij „hare deugden hebt vereerd. En ziet tegen het „verlies, dat deze dood u lijden doet, ziet dik- wij Is op de winst in het vaderbuis. „Gedoog dat ik het uitspreke mede in naam van „allen, geeerbiedigd opperhoofd van den staat God zij geloofddat Hij den koning zoo veel „deed zijn voor de teeder beminde moeder en „later heeft gewapend met godsdienstig vertrou- „wen en berusting. Geloofd zij God, dat we- „der tallooze bewijzen van verkleefdheid zijn „ontvangen Sireals vergelding van het goede „door u aan ons volk zoo dikwijls bewezen. „Wij bidden met Nederland De Almagtige „door Jezus Christus de God onzer vertroosting, „moge Uwe Majesteit versterken en opbeuren „en gebiede over u leven vrede, zegen tot in „eeuwigheidAmen." Naauw was het amen uit des predikers mond vernomen of Z. M. de koning, blijkbaar tot in de ziel geroerd, trad tot den spreker toe en rigte tot hem in tranen smeltendeeenige woor- den van dank en erkenning, omhelst zijn bree der en schoonbroederzijn oudsten zoon en prins Frederilc als teeken van gemeenschappelijke rouwe bij de groeve eener zoo diep betreurde moeder. Intusschen was de prachtige kist van het lijk kleed ontdaan en zonk zij in het graf. Diep bewogen scheiden hierop Z. M de koning en de koninklijke prinsen van de onvergetelijke plek J if A AN DE VAN HET 7E>3 Vote Ifj'oi

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1865 | | pagina 3