Algemeen Nieuws- en Adverleiilieblad voor Z.-Vlaanderen
N.« 172
VAN WO E N S D AG3 AUGUSTUS 1864.
V-
BEIIOORENDE TOT HET
De ingenomenheid van hel meerendeel der
lexers van dil Weekblad met hel nilzigl op ecu
spoormeg van NeuzewGent, heefl den uitgever
doen besluilen, zijneh geabonneerden met de voor-
naamsle bepalingen der voor den aanleg en exploi-
talie van dien meg verleende concessie belcend
le ma hen.
VOORWAARDEN der op den 19 April
jong'Stl. door den lieer minister van binnen
landsche zaken, namens den boning, aan
den lieer Isidore Deschamps, te Gent, ver
leende concessie tot het aanleggen en exploi-
teren van een spoorwegaanvangende te
Sluiskil en aldaar aansluitende aan den
spoorweg van Neuzen langs Sluiskil, Axel
en Hulst naar St.-Nicolaas, het kanaal van
Neuzen, naar Gent met eene beweegbare
brug overgaande en verder loopende ten
westen langs Sas-van-Gent tot aan de Bel-
gische grenzen, in de rigting van Selzaete
en Gent.
De minister van binnenlandsclie zaken bepaalt
de rigting tusschen de plaatsen aan het hoofd
dezer voonvaarden vermeldbenevens de ver-
binding en aansluiting aan andere spoorwegen.
De concessionaris doet daartoe voorstellen en
onderwerpt de noodige plannen en bescheiden
aan de goedkeuring van den minister van bin
nenlandsclie zaken.
Voor zooveel de militaire belangen betreft
worden die plannen en bescheiden tevens aan
de goedkeuring van den minister van oorlog
oudenvorpen.
De overtogt der bevaarbare kanalen met brug-
genvoorzien van beweegbare deelen voor de
scheepvaart met staanden mast, geschiedt naar
de voorschriften van den minister van binnen-
landsche zaken. Die bruggen worden door den
concessionaris gebouwdbediend en onderhouden.
De concessionaris is verpligt te voldoen aan
de volgende b{pondere bepalingen
1.° Aan den concessionaris wordt, onder de
daarbij gemaakte bepalingenhet gemeensckap-
pelijk gebruik toegezegd van de gedeelten van
den spoorweg tusschen Neuzen en Sluiskilzoo-
als dit omschreven is in de voonvaarden van
de concessie voor eenen spoorweg van Neuzen
langs SluiskilAxel en Hulstnaar de Belgische
grenzen, onder dagteekenihg van 10April 1863
aan F. Lancelot verleend.
2.° Mogt evenwel de onderneming van den
lieer Lancelot nietof niet spoedig tot stand
komendan geeft dit in geen opzigt regt op
scliadeloosstelling aan den concessionaris J.
Deschamps.
3." Bij Sluiskil moet door den concessionaris
F. Lancelot eene halte gemaakt wordenzoo-
danig aangelegddat eene behoorlijke aansluiting
met den spoorweg naar Gent verzekerd zij en
tevens goede gelegenheid besta om ten behoeve
van dien weg eene beweegbare brug over het
kanaal van Gentmet behoorlijke hellingen en
kromtente kunnen makende werken van
den spoorweg naar en over het kanaalvoor
zooveel zij buiten de halte te Sluiskil vallen
komen geheel voor rekening van den conces
sionaris J. Deschamps.
4." De concessionaris F. Lancelot is verpligt
ziclionder goedkeuring van den minister van
binnenlandsche zaken, te verstaan met de on-
dernemingen van andere spoorwegen over het
gemeenschappelijk gebruik der spoorwegstations
en van de daarbij behoorende inrigtingen aan de
haven te Neuzenaan het kanaal bij Neuzen
bij Sluiskil en te Axelzoomede voor het ge-
meenschappciijk gebruik van den door hem aan
te leggen spoorweg tusschen AxelSluiskil en
Neuzen. De concessionaris Deschamps kan van
deze bepaling gebruik maken.
Komen daartoe strekkende overeenkomsten
niet tot stand, dan is de concessionaris J.
Deschampszoowel als de concessionaris F.
Lancelot, verpligt zich te onderwerpen aan de
voorwaarden die de minister van binnenlandsche
zaken hem deswege in billijkheid zal voorschrij-
ven en diein dat gevalzullen beschouwd
worden van kracht te zijn, even als waren zij
in deze voorwaarden van concessie opgenomen.
5.° Omtrent de aansluiting aan de Belgische
grenzen in de rigting van Selzaete gedraagt zich
de concessionaris geheel naar de voorschriften
van den minister van binnenlandsche zaken en
naar hetgeen bij internationale tractaten zal wor
den bepaald.
6.° Zoo door eene andere onderneming een
spoorweg wordt aangelegd en in exploitatie ge-
bragt, strekkende van Sluis, langs Oostburgen
IJzendijke, en ten westen van het kanaal van
Neuzen sluitende aan den spoorwegdie het
onderwerp van deze concessie uitmaaktdan is
de concessionaris J. Deschamps verpligt niet
alleen die aansluiting te gedoogen, maar ook
aan den nieuwen ondernemeronder gelijke voor
waarden als liierboven sub 4 zijn gesteldhet
gemeenschappelijk gebruik van den spoorweg en
van de brug over het kanaaltot aan het station
te Sluiskil toe te laten.
De spoorweg moet zoodanig met de spoorwegen
aan welke hij aansluitverbonden worden dat
de reizigers en koopmansgoederenwanneer
de inrigting van de dienst het eischtzonder
overlading van den eenen spoorweg op den
anderen kunnen overgaan.
De onteigening voor den spoorweg geschiedt
dadelijk voor de dubbele spoorbreedte.
Behoudens het maken van uitwijkplaatsen met
dubbel spoorwaarvan het aantalde onderlinge
afstand en de lengte door den minister van bin
nenlandsclie zaken worden bepaaldkunnen de
weg en de kunstwerken aanvankelijk gelegd
worden met enkel spoor.
Een tweede spoor moet worden gemaakt en
in exploitatie gebragtzoo de minister van bin
nenlandsche zaken het, in het belang van den
handel en van een druk verkeer, noodzakelijk
oordeelt. Bevel hiertoe wordt evenwel niet ge-
geven voor dat de bruto opbrengt van dat ge-
deelte van den weg, waar het dubbel spoor
gelegd moet worden meer bedraagt dan f 13,000
per jaar en per Nederlandsche mijl (kilometer).
De minister van binnenlandsche zaken kan
de plaatsen aanwijzen die van afsluitingshekken,
wegwachtershuisjes of andere inrigtingen moeten
voorzien wordenom de open bare veiligheid en
een volkomen onderhoud van den spoorweg ge-
noegzaam te verzekeren.
De spoorweg moet overeenkomstig de bepalin
gen van het koninklijk besluit van 26 February
1863 Staalsblad n.» 14) worden afgesloten.
Binnen vier maanden na den dag waarop de
concessie definitief is aanvaard, onderwerpt de
concessionaris aan de goedkeuring van den
minister van binnenlandsche zaken een driedubbel
exemplaar van eene algemeene kaart, op de
schaal van 1 a 25000aangevende de te volgen
rigting, van een lengteprofil op de schaal van
1 a 5000, en van eenige dwarsdoorsneden der
aardebaanwelke tot rigtsnoer bij de ingravingen
en ophoogingen moeten dienen. Alle lioogte-
afmetingen moeten in de profillen tot het Am-
sterdamsche peil worden herleid.
Nadat de algemeene kaart en de profillen van
den weg door den minister van binnenlandsche
zaken voorloopig zijn goedgekeurdbiedt de
concessionaris aehtereenvolgens ter goedkeuring
aan de volledig uitgewerkte plannen, induplo,
van al de uit te voeren werkenbepaald ook
van de stationsgebouwen halten en aanlcgplaat-
senen van de verdere aanhoorighedenzoo
wel van den weg zelven als van de stations
halten en aanlegplaatsen.
Binnen een jaar na den in art. 10 vermelden
dag moeten al deze plannen voltooid en ter
goedkeuring aangeboden zijn.
Teekeningen van de locomotiven, rijtuigen
en wagens moeten ook ter goedkeuring aan
geboden worden.
De minister van binnenlandsche zaken wijst
de punten aanwaar stationshalten of aan
legplaatsen moeten gemaakt worden.
Binnen drie maanden nadat de volgens art.
11 aangeboden ontwerpen door den minister van
binnenlandsche zaken voorloopig zijn goedge
keurd biedt de concessionaris ter nadere goed
keuring aan de uitgewerkte grondteekeningen
in duplo, en de bijzondere bescheiden voor de
onteigening noodig.
Alle werken enz.
Bij het maken der brug over het kanaal van
Neuzen naar Gent in de nabijheid van Sluiskil
mag geen hinder aan de scheepvaart worden
toegebragtevenmin als aan de waterlossing
zoo die door het kanaal noodig mogt zijn.
Bijaldien men in de ontgravingen voor den
aanleg van den spoorweg en van zijne aan
hoorigheden eenig voorwerp vindt, belangrijk
voor kunstoudheid-penningkunde of natuur-
lijke geschiedeniswordt ditzoo de minister
van binnenlandsche zaken het verlangt, tegen
schadeloosstelling aan den staat afgestaan.
De minister van binnenlandsche zaken kan
de uitvoering verbieden of doen staken van elk
werkdat voor den vrijen afloop van het water
hinderlijk is of het vrije verkeer op de bestaande
middelen van gemeenschapwelke die ook zijn
mogen, kan storen.
Hij kan den concessionaris noodzaken tot het
nemen van maatregelen en des noods ten diens
koste alle noodige werken op hoog gezag docy
uit voeren, waardoor in elk geval de vrije afloop
van het water en het vrije verkeer op de binnen
of groote wegen op de kanalen enz.waarover
of waarlangs de spoorweg looptwordt verzekert.
Met toestemming van den minister van bin
nenlandsche zaken die den concessionaris vooraf
hoortmag een ieder langs den spoorweg en in
de nabijheid der stations-magazijnen oprigten of
aanlegplaatsen makenmet werktuigen, krauen
en toestellen voor het laden en lossen der wagens
geschikten deze door zijsporen met den spoor
weg verbinden, zoodanig, dat de te laden of
te lossen wagens het vrije verkeer op den
spoorweg niet belemmeren.
Indien de regering den aanleg van wegen
of kanalen gebiedt of toestaat, die den gecon-
cessioneerden spoorweg doorsnijden of daaraan
aansluiten kan de concessionaris dit niet be-
lettennoch uit dien hoofde andere schadever-
goeding vorderen dan de tcruggave van de even-
tuele vermeerdering der kosten van onderhoud.
In zoodanig geval wordt van staatswege ge-
zorgt datzonder kosten van den concessionaris
alle definitive of voorloopige werken worden
uitgevoerdvereischt om te beletten dat de exploi
tatie van den spoorweg worde gestoord of gestaakt.
Door het hier voorgeschrevene wordt geene
wijziging in het bepaalde sub art. 3, voor een
eventueel aan te leggen spoorwegloopende
langs IJzendijke en Oostburg naar Sluisgebragt.
De aankoop der gebouwde en ongebouwde
eigendommenbenoodigd voor de uitvoering der
werkende ontgravingenhet vervoer en het
BIJVOEGSEL,
Art. 1.
Art. 2.
Art. 3.
Art. 6.
Art. 8.
Art. 9.
Art. 10.
Art. 11.
Art. 13.
Art. 14.
Art. 16.
Art. 17.
Art. 19.
Art. 20.
Art. 21.
Art. 22.