iMEIjVVK- EN A DVERTENTIEBLAI) W.° 102. WOENSDAG 12 DECEMBER 18S5. 'la - Ingezonden Stukken. Nieuwstijdingen. VOOR Weekblad wordt elken Woensdag-morqen tulgegeven bij C. W. Overbeeke teNeuzen. De prijs is 80 cents in de drie maanden en franco per Post 95 cents. Men abonneertzich bij de Boek- handelaars en Poslkanloren zijner woonplaals. Druklen wij in hel voorgaande nommer van (lit weekblad de hoop uitdat de overname in het gunslig bekendo Gentsche tijdschrift: de Een- draglvan wal we hereids over de prcnoslicaten van Johannes Lael van Borchloen mededeelden, lei- den mogl lot gewenschle inlichting, ^er wij het vermoeden konden mogten we ons in de verwe— zenllijking dier hoop verhlijden. Zulks bleek ons uit de Gazette van Audenaerdevan zondag 25 Nov. jI- voor welker lieleefde loezending wij ons erkentelijk liopen te loonen waarin zeer be- langrijke mededeelingen voorkonien van een' Vlaamscb mede-beoefenaar der oudheidkundige welenschapbetrekking hebbende lot hel bewuste onderwerp; mededeelingen, dieal stemmen wij °°k niel in alles met den bekwamen stellerin ons, met hel oog op het versnhil in gevoelen tusschen den beer J. E. R. le Ooslburg en mij bestaande zoo gewiglig en afdoend voorkomen dat wij niel aarzelen ze ter kennisse te brengen van de lezers van dit weekblad die wij houden ons des ver- zekerd ons zulks dank zullen weten Onldekking van een onbekend boekwerk gedruklte Audenaerdein 1481. Hel is overbekend, vooral bij de Vlaemsche boek- minnaren, datin de Iweede helft der XVde eeuw, het magtige en volkrijke Vlaenderen slechts drie boekdrukkers bezatnamelijk Diederik Martens te Aelst (1473)ColardMansion, le Brugge (1475) en Arnoldas of Arend de Keysere (1479),le Auden aerde. In 1476 zonder Aelst te verlalen reglle Martens ook ee'ne boekprenterij te Antwerpen op en later ook eene te Leu ven. Colard Mansion bleef te Brugge. Arend de Keysere drukte le Audenaerde lot in 1483, wanneer hij melter woon zijne drukpers naer Gent overbragt aldaer poorter werd en werkzaem bleef tot omlrenl 1490, jaer van zijn overlijden. Tot heden waren er maer drie verschillende boek- werken gekend, die A. de Keysere, le Audenaerde, had in't licht gegeven en deze zijn 1.° Hermannide Petrd ord. Carlhus. Sermones L. Super orahonem dominicam MCCCCLXXX. in folio. 2.° De qualor novissimisou les quatre ehoses dernieres auxquellcs la nature humainedoibt touiours penserKlein in 4.° met vier houtsneden. 3.° Dyslorie van Saladine. (In 1636 rijmregelen.) Klein in 4.° Deze vroege voortbrengselender Audenaerdsche drukpers, die nadien ruim 270 jaren in ruste is gebleven zijn zeer raervooral Dyslorie van Sala dine, waervan tot den huidigen dagesleohts twee exemplaren gekend zijn de eene berust in de boekzael der slad Haarlem deandere bij den heer professor Serrure te Gent. Deze heer als lid van de Mnelschappv der Vlaemsche Bibliophilen, heefl, in 1848 een' herdrnk van zijn boekjuweeltje be- zorgd, doch uitsiuitelijk bestemd voorzijrie mede- leden die ten getalle zijn van 56. Dus heefl de zeldzaemheid van dit werk voor watden inhoud aengaeldaerbij weinig geleden. Bij de drie hovengenoemde drukwerken mag er nu een vierde worden gevoegd dat wel voor hel raerslc moel doorgaen namelijk een Vlnemsch boekje sprekende van de we£rsvoorzegging over 1481 helwelk te Sluis, in Zeeland onlangs is onldekl geweest. Wij laten den geleerden oudheidminnaer II, van Dale hoofd-onderwijzer aldaer die deze ge- lukkige onldekking heefl gedaen er zelfs de be- schrijving van geven Het mogl mij te beurt wvallen zegt hij van tusschen den verseheurden »band van een Cartularium der slad Sluis eenige »bladen te voorschijn te halen enz. enz." Wij onlhouden ons hier te herhalen Wat men verdor vindl in no. 91 van (lit weekblad 't geende heer V. overneemt tot aan den volzin aldusein- digende: «terwijlwij de aandacht der oudheid- kundigen meer bijzonder wenschen te be pa I en op den sehrijver Johannes Lael van Borchloen en zijne werken de voorspellingen over de jaren 1480, 1481 en welligt vroegeren en lateren tijd." Eer wij verder gaan, moeten wij doen opmerken, dat de heer V.waar er sprake is van Maxirniliaan van Oostenrijkbij dezcn naam eene noot voegl waarin hij zegtdat deze vorsl toenmuals te Audenaerde vele vrienden en aanhangers had" (tweede ja Alt gang.) AdvertCnlien gelteve men aan den Hitqever in Ik zendcn mterlijk Dmgsdag des namiddaqs ten 4s tire; de prijs van 1 lot 4 regels is 40 cents, vodr elken regel meer 10 cents, behalve 35 cents zeqel- regt voor elke plaatsing. [USO en 481]. Deze getuigenis nu is lijnregt in strijd met wal de heer R. nederschrijfl in no. 97 Dat omstreeks het lijdperk vande voorzeggingen, Vlaanderen door schrikbarende oproeren tegen Maxirniliaan werd verscheurd en dat de slad Uudenaerde de parlijdie tegen Maxirniliaan woeiniewas toegedaan is algemeen bekend." Wie, zoovraagtongetwijfeld de aandachlige le- zer heeft hier de hislorische waarheid aan zijne zijde Wij aarzelen geen' oogenhlik den heer V. hi] le treden. Be Weerspannigheid der Vlamingen egen Maxirniliaan dagteekenl immers eersl van na den dcmd zijnrr gemalin Maria van Bourgondie die den 27 Maarl 1482 overleed en vond haren voornaamsten grond daarin dat Vlaanderen den aartshertog met erkennen wilde als onafhankelijk yoogd zgner kmderen? Dat Audenaerde foera in 1482, derhalve na 1480 of 1481, in welk jaar de prcnoslicaten werden zaamgesleld en ge- rukt en er nog geene sprake was van partij- schap tegen Maxirniliaandat Audenaerde toen, zeggen wij met geheel Vlaanderen parlij koos te gen Maxirniliaan is ganseh natuurlijk. Het is echter al wederom waar, dat velen le Audenaerde, zelts toen nog Maximiliaansgezind waren. Bleek (lit met, toen hij zich op den 5 Januarij 1485 reeds, met schalk bedrog," van diestad meesler maakte, en velen der ingezetenen hunne vrengde daarover openhjk aan den dag legde Door deze ouweder- legbarefe.ten wordt dus het gevoelen des heeren a!® Z0U('e. (le antipalhie der Audenaerders tegen Maxirniliaan eenen grond daarstellenwaar- i (ler prcnoslicaten le Audenaerde in 1480, dienl gewantrouwd te worden, geheel en alonlzenuwd. Wanneer wij bij dit alles beden- 1 de voorspelling van eere en voorspoed aan Maxirniliaan evenzeer betrekking had op de Vlamingen als op hunnen vorsldaar deze zijne dappereonderzalen tegen de legerbenden van Frankrijk, met welk rijk men destijds in oorloc was ten slnjde yoerde dat die eere en die voor spoed den vorst met werd loegezegd tegenover zijne onderdanen, maar in vereeniging met zijne on- derdancn tegenover een' verraderlijken aanran- dan vmden wij daarin niets sloolendsmaar veeleer let wat aanlokkends £n voor den vorst en voor den onderdaan 6n voor den drukker dier blyde voorspelling. Na deze, zoo wij vertrouwen niet ongepasle uil- weiding geven wij wederom het woord aan den heer V. Aldus gaat hij voort De geleerde hoofdonderwijzer can Dale eindigl zyne belangvolle mededeeling met deze woorden^- Wij voegen hier ten slolle nog bij daar dit well.gl tot eemge onldekking leiden kan dat aan het einde van hel werkjeop het laatste blad, eene nguur is afgedruktdie wel eenige overeenkomst heelt met eene groote schoppen-afbeelding op de kaarlen van het kaartspel voorkomende." Inderdaed, bleefer nog iels te betwijfelen over, ten aenzien van den persuon des drukkerszou de aenwczigheid van dezefiguur, die nagenoeg aen eene dubbele versierde kaerlenpvk gelijkt vol- doende zijn om Arend de Keysere aen te wijzen. Trouwens dit merkteeken is wel datgene van dien boekprenter, en men bevindt het, zoo wij ons niel vergissen op alle de bekende werken die van zijne pers zijn gekomen." Dit laatste is beslissend hel wijst onbelwistbaar als drukker aan Arend de Keysere; als plaals der drukking: Audenaerde, en, wal hieruil volgen moet, als drukjaar 1480. Wij danken den kun- digen V. ten hoogsfen voor zijne inlichtingen die ons drie van de vier belwiste punten doen beschou- wen als ten voordeele onzer stelling opgeiosten naar behooren toegelicht. A ernemen wij lhans des schrijvers gevoelen aan- gaande den naam Johannes Laet van Borchloen Even als de heer van Dale wenschen wij met den sehrijver der prenoslicaten eenigsints bekend le worden en dacrvoor is men soms genoodzaekt een'voel op he! veld der gissirigen teslellen. Bit wagen wij hier te doen Johannes Lael van Borch loen dr.iegt zijn werkje op aen Lodewijkvan Bour- bonbis^chop van Luik en g*ave van Loen. Lorn, in 'tFransch Iaioz was voorhoen een graefschap, waervan Borckloen de hoofdplaels was, een redelyfe fraey sledeken, zegt Gwcchardijn (vert, van Kiliaen) met gebiet van veel landls enile van veel schoone dorpen." Daeruil zal men ons toelaten at le leiden dat Johannes die zich zeer simpel in der conste van Astronomic noeml her- komstig was van die plaels. Dan is nu het woordje laet een toenaem of wel eene personelijkehoedanigheid van meesler Johan- nes. De oplossing dezer vraeg levert eenige meerdere zwarigheid op. Bat het een toenaem ware geweest, gelooven wij dat het lidwoord De er vodr zou hebben geslaen zoo als in De Laeteen gekende familie-naem in Brabant. Maer lael beteekenl ook een vrij man min be- voorreglwel is waerdan een stedelijkepoorter doch genoeg om hel reglerschap te rnogen beklee- den in de gewone vierschaer van zijnen leenheer, h(twelk toch een fraei voorregt was. Wat er van zijn moge ziehier onze gevolgtrek- king fol nader benijs houden wij hel daer voor ihl Johannes, een geleerd man voor zijne eeuw herkomstig was van hel sledeken Borchloen, waer van de bisschop van Lu,k als graef van Loen de opperheerhjkhe.d had dat hij zijn laetschap of irijheid mogelijks van dien vorst had bekomen. Baerom zal hij, bij gebrek nog aen een' vasten toe naem zijne hoedanigheid van laet of vrijtnan van c °en bij zijnen doopnnem hebben gcvoe»d en, met dezen vereerenden I i leide irrenosticaten aen zynen souvereinen heer hebben opgedra^en. vVij zeggen vereerendwant indie lijden viel het zeldzaem voor, dat een leek de vruchlen van zijne geleerdheid in druk kon laten verschijnen. Niet onwaerschijnlijk ware hel ook dat deze Johannes den naern van zijne geboorlestad Borchloen als toe naem zal hebben behouden, wat alsdan meermalen gebeurde." Wanneer wij nu aan het einde van de mededee lingen des heeren V. de verschillende verklarin- gen van den naam des schrijvers derprenosfieafen zamenvaltendanzienwij, dat de heer J. E R lecslJohannes, lael van Borchloen d. i. Johan nes aanzienlijk burger van Borchloen. Be heer V. leesl: Johannes, lael, van Borch- Borchloen'^-lohannes, vrijmanafkomstig van Wij lezenJohannes Laet, afkomstig van Borch^ loen. Onze lezing heeft dus eenige overeenstem^ ming met die van den heer V. voor zoo verre wij beiden van Borchloen als een toenaam beschouwen strekkende ter aanwijzing van des schrijvers gc- boorteplaats. 6 Wanneer de heer V. echter zegtDat het [laet) een toenaem geweest ware gelooven wij dat "et lidwoord De or v66r zou hebben gestaen dan moeten wij van den geleerden sehrijver in gevoelen verschillen. Zal men toch de familienamen Keizer komng llerlog BoerBakker Smidenz. die' lhans nog even vaak zonder als met het lidwoord de voorkomen, inheleersto geval uilderijder ge- slachtsnamen wisschen Immers neen Wij houden daarom Laet voor een' familienaam nevens een' anderen de Laet bestaandegelijk men de Boer nevens Boer, enz. aantrefl. Doch, zij dit alzoo, dan moel laet loch alvorens hel lot Laet werd, eerie zekere beleekenis gehad hebben. Her- inneren ons de riamen Keizer en Koning den vroe- geren bloei der schullersgihlen de namen Boer. Smid Bakker herinneren ons bet oorspronkelijko be roe p van den ecrsten stamvader der geslachlen welke dien naam voeren. Hel koml ons dus niet ongegrond voor, aan laet de beteekenis van vrijman te nechlen. Het valt echter dan weder ?an zelf in hel oog datzoodra onzer voorspeller Johan nes het woord laet met die beteekenis bij zhV naam voegde dit woord juist daardoor ophiehi een ge- meen zelfstandig naamwoord le zijn wijl hij alsnu lot een' eigennaam lot een' geslachtsnaam geor- dend werd en gewetligd. Welke beleekenis men ook aan laet bech te r mens zalonzes inziens im- mer lot deze laatste gevolgtrekking inoelen aera- ken en daarom noemen wijlot nader bewijs, den geleerden sehrijver onzer prenoslicaten: Johannes Laelvan Borchloen. Sluis, den 28 November 1853. J. H. TAtf Baee. Bij ministeriele disposilie van 27 Nov. jl. is tot magazijnmeester der artillerie 3de klasse te Bres- J160001111' '3eer a(ij°(i£"iGonderolTicier Kooijenvan het1 2de regiment vestrfrg- artillerie. v-*: t Ml

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1855 | | pagina 1