Ingezonden Stukken. i «SELES STAATS-VLAANDEREN. Dat Aardenburg en Oostburg tot de oudsto sle- den Tan Vlaanderen behooren zoo zij niet met Oudenburg dedrio alleroudste zijn is zoo zeker bewczen als iets hislorisch bevvezen zijn kan. Van Aardenburg lezen wij dal bet als de hoofd- slad van Vlaanderen werd beschouwd; dal bet doordebenden van Altila werd gcplunderd dal St.-Amand er predikte en omslreeks 643 een kloos- ter slicblle. Van Oostburg lezen wij, dat Sl.-Eloy aldaar bet Christendom verkondigde en nog zijn de privilegien bekend welke graaf Aarnoul in dc eersle belft van de tiende eeuw aan Aardenburg en aan Oostburg verlccnde. Axel wordt gcnoemd onderde verblijfplaatsen van St.-Amanden van Sluis lezen wij, dat het reeds in 860 werd genoemd als in het bez'il dcr besle haven van Europa. Hulst verliest zich almede in den nachl der eeuwen. Zooals de sleden van overoude lijden bekend zijn zoo is het met het plalte land daarondcr ressorterende, gelegen. De giflbrief van Commers- wal bij Oostburg, door Ercuinus aan de abdij van St.-Pieter in hetjaar 793 is nog voorhanden, en debrief van 959 waarbij deze gift en die van andere landen bij Oostburg, wordt bevestigd, beschouwl men als een der meestcuneuse stukken van het archief van Oost-Vlaanderen. De oor- konde, waaruil blijkt, dat zekere Ogerusop den 6 November 991 zijne eigendommen bij Axel aan St -Ptefers-abdg afslond is voorhanden en zoo ook eene groole reeks van brieven dagleeke- nende sedert 1030 waarbij de graven van Vlaan deren giften van lienden en van landerijen onder ITzendiike Schoondijke Groede, Zaamslag Aendiike, Genderdijke SloppeldijkeIlonle- nisse Hengsldijk enz. enz. bevesligden. Alle geschiedkundige verschillen omlrent de eerste wording van Staats-Vlaandereu daargelaten, is het no" in niemand opgekomen om le sustineren, dal de genoemde plaatsen geen deel hebben ge- maakt van Vlaanderen sinds den tijd dat het graafschap van dien naam is bekend geworden. Men kan donation aan klooslers en abdyen ge- daan als valsche en ondergeschovene stukken willen bcschouwen maar dit komt met le pas omlrent de privilegien welke aan de stedcn zyn ttpapven. De keuren bovendien aan Aardenburg Axel Hulst en Biervliel in de jaren 1100 door de Vlaamsche graven vcrleend of bevestigd doen elke tegenspraak in het niet wegvallen. Meer dan 700 jaren lang dat is sinds den eer- sten n-raaf van Vlaanderen lot omstreeks 1580 a 1605 maakte de strook lands van Sluis lot ach- ler Hulstdeel van het gruafschap Vlaanderen, zonder dat zij iets het minste uitstaande had met bet graafschap Zeeland. Tusschen het genoemde tydperk van 1580 lot 1605, werd die landslreek door de krijgsbenden derZeven Vereenigde I'rovincien overmeesterd en ecrsl facto, maar later jurebij dezelve ge- voeo-d onder de benaming van Slaats-\laande- renDe landslreek behoorde niet aan deze of die pro'vincie in het bijzonder maar aan al de pro- vincien le zamen en even als Staals Brabanil Staalslanden van Overmaze en Staats-Opper- Gelderland behoorde zij lot de Genera te.tslan- den. Milsdien toen de landslreek van Vlaanderen afcescheiden werd, slond zij als eene landslreek on zich zelve en deze toesland duurde twee eeuwenna verloop van welke de Franschen Slaals-Vlaanderen wegnamen. De Fransche republikeinen voor welke. nage- noetr niets heilig was eerbiedigden evenwel de inle<rrileit van Staats-Vlaanderen. Bij besluit van de Represenlantgn bij de legers van Sambre en Maas, van 2 Frimaire ode jaar (22 November 1794) werd het gewest voorloopig onder het alge- meen bcstunr van Vlaanderen opgenomen en bij besluit van 12 dagen later, werd do byzondero vertefenwoordiger van helzelve bij de genoemde algcmeene adminislralie aangesteld. (Ecu adres van de Municipaliteit van Hulst, van den 4 Germial 3de jaar met daarop gevallene beschikking van de Represenlanten van den 24 daaraanvolgendo (24 Maart en 13 April 1795) is ten dezen zeer opmerkenswaardig.) Deze voorloopige toesland werd al spoedig op- ceheven en bij besluit van 14 Fructidor 3dejaar (51 Augustus 1795), werd Slaals-Vlaanderen, zoo als vroe^er op zich zelvo gesleld, met bepaling dat Sas-van-Genl zou zijn Chef-lieu de Deparle- ment, en dat dit deparlement zou zijn zamenge- steld uit de kanlons Sas-van-Gent, Sluis, Oostburg, IJzendiikeen Hulst. De moeijelijkheid der gemeenschap tusschen de oosleliike en weslelijke deelen van het nieuwe department, de in den winter onloegankelyke wegengevoegd bij de omslandigheuldat de aanzienlijksle plaatsen waar loc;,le" cn Personeel gevonden werden juist op de alleruitersle punlen van het gewest lagen dit een en ander brag I le weeg, dal op den 24 Pluvidse 4de jaar (13 Fe bruary 1796)het deparlement werd opgeheven cn bij dal van de Schclde werd gevoegd. Ilulst, Axel, IJzendijke, Oostburg en Sluis maaklen de 40sle 41ste42sle, 45sle en 44sle kanlons uit van dit deparlement, en bleven alzoo wederoin eenigermate onderling vereenigd. Opmerkelijk is het, dat het deparlement der Lijs (Brugge) de drie laatste kanlons reclameerde als vroeger deel gemaakt hebbende van het Brugsche Vrije doch dal die reclame werd afgewezen, op grond, dal de geheele landslreek een eigenaardig land zijnde, het volstrekt noodzalcelijk was, dat zij zoovcel mogelijk ophaar zelve werd gehouden, cn onder een en het- zelfde rcgterlijlc en'burgerlijk gezag werd gesleld. Bij dc wet van 28 Pluviose 8ste jaar (17 February 1800) werd Frankrijk definilief in departemenlen en in arrondissemenlen verdeeld. Staats-Vlaan deren waarbij Caprycke en Assenede werden gevoegd, maakte het 4de arrondissement uit van het deparlement der Seheldeterwijl ten bewijzo hoe allijd de zelfstandigheid van dat gewest in net oog werd gehouden, mag genoemd worden het be sluit der consuls van 17 Ventose 8ste jaar (8 Maart 1800), waarbij Sas-van-Genl aangewezeu werd als de hoofdplaats en de zetel der Sous-prefecture, milsgaders dal van 27 Ventose 8slejaar (18 Maart 1800), waarbij Sas-van-Gent aangewezen werd als de zetel der reglbank van eersten aanleg. Dat al spoedig reglbank en sous-prefecture naar Assenede werden overgebragt, cn van daar, na een korlstondig bestaan, naar Eecloo dit is waar. Geenszins evenwel gebcurde dit, dewijl over de zelfstandigheid van Slaals-Vlaanderen anders werd gedacht dan vroegermaar het gebeurde om de- zelfde redenen, welke het bestaan als afzonderlijk deparlement hadden doen ophelfen gebrek narae- lijk aan localen en moeijelijke gemeenschap, maar vooral op grond der in den winter volstrekt on- bruikbare wegen. Ofschoon toen de zetel van het arrondissemenls- besluur en der reglbank naar Eecloo was overge bragt, en dien ten gcvolge de naam van Slaals- Vlaanderen minder werd gebezigd was zij evenwel niet vergeten. Doch aannemende dat Eecloo de hoofdplaats geworden zijnde, aun geen zelfslandig landschap nicer gedacht worden kan, dan heeft deze toesland niet langcr geduurd dan 10 a 12 jaren, dat is tot 1814, toen Staats-Vlaan deren wederom bij Noord-Nederland werd gevoegd. Dat bij do omwenteling van 1814 het geheele gewest als op zich zelve staando werd beschouwd cn dat het even als vroeger op zich zelve zoudezijn gebleven indien de notabelen die afgevaardigil werden om den souvereinen vorst van Noord-Ne derland te gaan begroetenniet het tegendeel hadden verlangd blijkt uit al de slaatsslukken van dien tijd. Dat Staats-Vlaanderen, bij de provincie Zeeland gevoegd zijnde, aangewezen werd onder de bena ming van vierde en vijfde district, bij zoo verre gesproken werd van de westelijke of oostelijke ge deelten afzonderlijk, dit is waar. Werd even wel op de beide gedeelten le zaam gedoeld dan was het en dan blecf hetStaats-Vlaanderen, zooals van overoude lijden. Omslreeks 1817 of 1818 hoorde men voor het ecrsl eene enkele stem hier en daar gewagende van Zeeuwsch-Vlaanderen. Langzamerhand is die benaming meer en meer in gebruik gekomen en de overoude, wetlige benaming, ofschoon ook nog voorldurcnde in alle officiele stukkenja de ecnig bekende verkeerl in gevaar van voor de nieuwe benaming le moelen wijken. Waar van daan die benaming van Zeeuwsch- Vlaanderen Is hetomdal door sommigen gesleld wordt dal geheel Staats-Vlaanderen voor 1000 en meer jaren lot Zeeland behoorde, dan is die rcden niet voldoendewant dit geheele stelsel sleunt op duislere hypothesen. Doch, dit al wederom daargelaten, en alien eer- bied hebbende voor andere slellingen, dan gaal het in het geheel niet door om op grond van ecu on- bewezen stelsel eene benaming in te voeren, die in volstreklen slrijd is met helgeno 1000 jaren heeft bestaan, en om zonder andere redenen dan dat stel sel eenen naam to verdringen, die niet alleen geheel eigenaardig is, maar diemat alles afdoctde wetlige is, als zoodanig door den souvcrein ge- geven cn de eenig bekende in alle slaatsslukken. Dat men Axel en Neuzen Zeeuwsch-Vlaanderen noeme, daarmede kan men vrede hebben; want toen in 1583 Axeler-ainbacht in de magi der Staten was gevallen, werd het voorloopig onder het be- stuur van gecommilteerde raden van Zeeland ge- steld, en het is, nieltegenslaande dc t Ilooze pro- teslalien van de generalileit, met Lillo en Liefkcns- hoek, onder dal beslnur, hctwelk Commillimus van Zeeland genoemd werd, gebleven. Mel de andere gedeelten evenwel, was dit geens zins het geval en vooral niet met het westelijke deel, helwelk geheel en al onder hclSluissche Vrije ressortecrue, en zijne eigene generalileils-amble- naren bezatzonder iets gemeens te hebben met Zeeland, verder dan dat het opper-geregts||fJi geheel Staats-Vlaanderen deszelfs zqlcl Middelburg. Het bestaan van dal hof, bekend onder dtfyma; van raad van Vlaanderen, is-' edcroluctir doend bewijs voor het bestaan v laals-VlalT ren, als een landschap op zich .eive. Sedert de eersle vesliging van het Qost-Vrije le Sluis, in den jare 1584, is dit voortdurend zoo gebleven. In 1814, toen de relatien met dc pro vincie Zeeland begonnen, werd de naam van Staats- Vlaanderen behouden, en op den dag van heden, nu er geen districlen meer bestaan, noemen de staten C.J van Zeeland het gewest wederc ZIJ nen waren Waar van daan dan, vraagt men ,aals, let denkbeeld van Zeeuwsch-Vlaanderen en waar van daan de zucht om door die benaming de oude, ae caraclerisliekemaar wat aller afdoet, de wetlige benaming le verdringen Sinds eenigen tijd lioorl men gedurig spreken van tijdschriflen en jaarboeisjes, aan de overouuc geschiedenis van dit gewest gewijd. Men hoort helzelve eenen klassieken grond noemen, en het mangelt niet aan opwekkirgen om aan de uilgave van die wcrken deel tenemen, of dezelve op andere wijzen to ondersteunen. Hij die het vvel me-nt met zijnen geboortegrond moet een en ander met belangslelling en met genoegen lioorencn a! gewis aan die opwekkingen gehoor geven, n helpen naar vermogen. Maar, als men hoortspreken van eenen klassieken, dierbaren geboortegrond, dan wenscht men loch wel dien grond bij zijnen waren naam te boor n noe men eri het verwekt een minder aanger am ge- voel, dien naam le zien verwisselen me' en ver dringen door eenen andercn die ailed ikbeeld van zelfstandigheid verdrijf'tmaar bovendien den grond, welken men klassieken grond noe.utaan- ivijst als een wingewest. Wanneer nilsluilend ov-r Axel en Neuzen ge- handeld wordt, danmag men spreken vanZ eeuwsch- Vlaanderen; behandclt men de geschiedenis van geheel het gewestsinds 1815 dan kan men ten minsto redenen opgeven voor de benaming van Zeeuwsch-Vlaanderen; maar belr melt men oud- heidkundige ondervv erpen, het geh ele gewest be- trelfende, dan is die benaming ten ce. ernaal verkecrd. Hij d ie binnen 40 of 50 jaren le geschiedenis van Noord-Nederland bestudere volgens do klas- sieke schrijvers zal zeer zeker vr md sla- n op- zien als hij latere schrijvers raadp'egende hoort spreken van een Zeeuwsch-Vlaanderen en hij zal gewis niet welen waar dit land le zoeken in het omgekeerde zal hij die dit gewest leert kennen onder de benaming van Zeeuwsch-Vlaanderen niet weten over welk land wordt gehandeld wan neer de lands-placcaten en de verbonden met an dere mogendheden spreken van Staals- Vlaanderen. Eene overoude geschiedenis van Zeeuwsch-Vlaan deren moet dus dc geschiedenis zijn van een land helwelk nooit heef: bestaan en een klassieke grond van Zeewsch-Vlaanderen laat zich niet bedenken. Hoe dit echler moge zijn het staat vastdat de landslreek van Sluis tot achler Ilulstvan het eigenlyke Vlaanderen afgescheiden wordende en vcrheven lot een op zich zelfstaand gewest, den naam verkreeg van Staats-Vlaanderen en dal bij alle verbonden of slaalsstukken van welken aard ook, het nooit ander; is genoemd geworden. Toen de landstrcek v6or 60 jaren bij Frankrijk werd ingelijfd werd zij onder haren oorspronke- lijken naam aangewezen en dit had voortdurend p'laals zoodikwijls er over het gewest in het bij zonder of op zich zelf sprake was. Toen het Fran sche juk werd afgeschud was het wederom onder de benaming van Staats-Vlaanderen dat het ge west bij Noord-Nederland werd gevoegd en toen de souvcreine vorst, op den 20 July 1814, be- paalde dat het gewest onder het bestuur der pro vincie Zeeland zoude gebragt worden noemdc hij het Slaals-Vlaanderen. Nooit en nergens is het bij reglerlijke of burger- lijke collegien van Zeeland opgekomen om van Zeeuwsch-Vlaanderen to spreken, en ook nog op den huidigen dag wanneer de gedepuleerde sta ten handelen over huishoudelijke bclangen van het onderdeel der provincie dezerzijds de Sehelde noemen zij Staats-Vlaanderen De sleller durft dus gelooven dal tie benaming van Zeeuwsch-Vlaanderen in hclitlgemeen onjuist is; dal zij alle denkbeeld van zelfstandigheid weg- nemende in stryd is met het nationaal gevoel dat zij dus moet aikvschaft worden en dal men blij- ven moet bij de oude eigenaardige cn de eenig wet lige benaming van ST A ATS- VLAANDEREN Oostburg. J. E. R. naam Zou zulks Diet mogen betwyfeid worden? In de jaarlijkscbe vcrslagen welke door gedepnteerile staten in de zomer-vcrgaderuig dcr provinciate staten ovorgelegd wordenlezen w'U toch steeds Zeeuwsch- yiaandereuen van Staats-Ftaanderen vindt men daarin geen gewag gemaakt. Red.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1855 | | pagina 3