ders waar veel slachtoffers werden geborgen en geïdentificeerd, waarna zij tijdelijk zijn begraven bij de Tramhaven in Zijpe. De polder Bruinisse heeft slechts korte tijd onder water gestaan. Het duurde echter vrij lang voordat de R.T.M. verbinding tussen Zijpe en Zierikzee werd hersteld'. Oosterland Bij wachtmeester Van Zweden wordt omstreeks 03-00 uur aan de deur gebeld met de mededeling dat de dijken zijn doorgebroken. "Ik ging op de fiets rich ting Sirjansland en postcommandant G. Overbeeke ging met de burgemeester naar Viane. Ik kon Sirjansland al niet meer bereiken en ben mee temg gereden met de vrachtwagen van Bram Bakker, die zandzakken naar Sirjansland moest brengen. We keerden bij de boerderij van IJsseldijk. Bij de Zanddijk waren mensen bezig om de dijk te dichten en daar hebben we de zandzakken gelost. Terug in het dorp heb ik samen met de ook naar het dorp teruggekomen postcommandant zoveel mogelijk mensen gewaarschuwd en ben ik naar huis gegaan, want het water steeg zo snel dat we niets meer konden doen. Het water kwam in onze woning tot de zolder. We hebben daar tot 4 februari gezeten en zijn toen geëvacueerd naar Dordrecht. Op 10 februari was ik weer terug om dienst te gaan doen". Ook postcommandant Overbeeke kon 's morgens vroeg zijn woning niet meer verlaten. Nadat met man en macht was geprobeerd de Zanddijk te behouden brak deze en om 07.45 uur stroomde het water van twee kanten naar het dorp Oosterland, want ook de dijk bij Viane was doorgebroken. Overbeeke in het ver slag van de gebiedscommandant: 'Te 10.30 uur in de voormiddag van 1 februari had ik voor het laatst telefonisch contact met Bruinisse. Vanuit mijn woning zag ik dat het water steeds hoger steeg en tegen de avond zag ik dat een zijmuur en een binnenmuur van mijn woning waren weggeslagen. De toestand werd kritiek en bij laag water 's nachts zijn mijn vrouw en ik naar de woning van de buurman aan de Rijksweg gewaad. Vanuit die woning kon ik zien dat veel huizen in de omgeving niet meer overeind stonden'. Ook hij werd, net als Van Zweden, met zijn gezin geëvacueerd en keerde samen met Van Zweden op 10 februari terug op Schouwen-Duiveland en ging weer dienstdoen, eerst vanuit Bruinisse en later weer in Oosterland. Nieuwerkerk Toen burgemeester Van Eeten de alarmbel bij de brandweer- en politiemensen had laten overgaan, ging wachtmeester A. Lotens zo snel mogelijk achter de uitge rukte brandweer aan naar de Jongepolder, ten noorden van de Vierbannenpolder. Deze polder was al ondergelopen. Daar stapte hij in de brandweerauto en ging naar de Noorddijk bij het 'Nieuwe Veer'. Daar liep het zeewater over de dijk, maar door de aanwezige polderbestuurders werd de toestand niet gevaar lijk geacht. Het water zakte zelfs al. In het verslag van de gebiedscommandant zegt Lotens: 'Omstreeks 05.00 uur werd ons medegedeeld dat de dijk van de Gouweveersepolder was doorgebroken, zodat de polder vol water liep. Bij aan komst aan de Stenendijk bleek mij dat de polder reeds vol water stond zodat wij ons daarin niet konden begeven. Het water uit de polder stroomde toen al over de kruin van de Stenendijk en de Groenendijk de andere polders in. Om ongeveer 06.30 uur werd medegedeeld dat de dijk tussen Sirjansland en Stevenssluis was doorgebroken en het buitenwater rechtstreeks de Vierbannenpolder instroomde. Onverwijld heb ik mij met de burgemeester en enige brandweerlieden de polder 85

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 2007 | | pagina 9