Het rapport van de groepscommandant vermeldt niet of hij verder iets met de
waarschuwing heeft gedaan. Zijn postcommandant in Kerwerve, wachtmeester
J.(Koos) L. Smalheer, waarschuwde hij niet. Smalheer werd op zondagochtend
1 februari 1953 om 07.00 uur uit bed gebeld door schoolhoofd Van der Vegt van
Moriaanshoofd die hem vertelde dat de dijk was doorgebroken en het water de
polder instroomde.
Bij wachtmeester Dick Mooij in Haamstede werd omstreeks 01.00 uur aangebeld
door de bakker uit Burghsluis die hem vertelde dat de dijk was doorgebroken.
Wachtmeester G. van Felius in Dreischor had die nacht dienst en werd door de
mensen die de vloedplanken plaatsten gewaarschuwd. Hetzelfde gebeurde in
Zierikzee, waar de korpschef van de gemeentepolitie Van Ast door de planken-
plaatsers werd gewaarschuwd.
In Nieuwerkerk liet burgemeester A. van Eeten omstreeks 04.00 uur de alarm
bellen overgaan bij de brandweer- en de politiemensen op het dorp, nadat hij
gewaarschuwd was dat het water over de dijken stroomde. In Serooskerke kwam
het water slechts langzaam in de sloten omhoog en wachtmeester Mieras stuurde
zijn gezin naar Renesse, maar bleef zelf achter om het dorp te bewaken.
Opperwachtmeester Overbeeke en wachtmeester A.(Aad) W. van Zweden in
Oosterland waren rond 03-00 uur gealarmeerd vanaf Zijpe. Van Zweden alarmeer
de burgemeester Laurensen, die naast hem woonde. Overbeeke ging met de bur
gemeester naar Viane en Van Zweden stapte op de fiets naar Sirjansland.
In Duivendijke kwam het water langzaam en om 04.00 uur ging wachtmeester J.
de Vries met burgemeester H.R. Nieborg op onderzoek uit.
Dat men zich niet realiseerde wat er te gebeuren stond blijkt uit het dagrapport
van de gemeentepolitie Zierikzee van zaterdag 31 januari 1953 te 24.00 uur, waar
men de eindtijd van de noodmaatregelen alvast had opengelaten: 'In verband
met vrees voor hoge vloed de gemeente-opzichter ROrnee, alsmede de adjudant
korpschef gewaarschuwd. De vloedplanken werden geplaatst en zijn te uur
verwijderd'.
Eerste maatregelen
Van een gecoördineerde aanpak was geen sprake. Daar waar het water langzaam
opkwam was er tijd om maatregelen te nemen. Ook de telefoon werkte daar nog
enkele uren. Op andere plaatsen had men die tijd niet, vielen ook direct alle ver
bindingen weg en was men op zichzelf aangewezen. Op 1 februari ging er om
06.55 uur een telexbericht uit van het ANP dat de plaatsen Haamstede, Burgh,
Zierikzee, Brouwershaven en Bruinisse onbereikbaar waren.
Op sommige plaatsen nam de burgemeester de eerste maatregelen en organiseer
de hij de hulpverlening, zoals in Nieuwerkerk, Oosterland en Duivendijke. Op
andere plaatsen was geen leiding aanwezig en namen particulieren, brandweer
commandanten of politiemensen de leiding, zoals in Zierikzee, Brouwershaven,
Serooskerke en Kerkwerve.
De bevolking van Serooskerke, Ellemeet, Scharendijke en Eikerzee probeerde
naar het hoger gelegen Renesse te ontkomen. De plaatselijke politiemensen waar
schuwden zoveel mogelijk mensen en drongen aan op hun vertrek. Zo ontkwa
men veel mensen aan het water.
Er was geen sprake van een gestructureerde hulpverlening. Iedereen pakte aan
en deed wat hij kon en wat hem goeddunkte. Er waren geen hulp- en communi
catiemiddelen voorhanden. De politie had alleen een fiets en een telefoon. Met
81