Met anderen ben ik de huizen langs gegaan om de mensen te waarschuwen dat
het water kwam en dat ze weg moesten. Iedereen die helpen kon hielp ook.
Rond het middaguur was al ruim de helft op weg naar Brouwershaven. Ik bleef
in Kerkwerve tot iedereen weg was. Dat was rond 14.00 uur. Er waren ook men
sen die wilden blijven en die zich verstopten. Vaak moest je ook praten als brug
man om de mensen ervan te overtuigen om weg te gaan. De mensen begrepen
het gevaar niet. Het was in Kerkwerve niet bekend dat er dijkdoorbraken waren
en dat er water over de dijken stroomde. En het water kwam heel langzaam door
die grote Schouwse polders in onze richting. Het zou wel niet zo'n vaart lopen,
dachten zij. Net als in 1944.
Ik hoorde van familieleden dat er op 't Schutje drie mensen waren achtergeble
ven. Dat waren Leen Kloet met zijn moeder en de oude Van der Bijl. Die waren
eigenwijs en wilden niet weg.
Ik weet nog dat ik toen ik het hoorde tegen die familieleden heb gezegd:
"Waarom heb je ze dan niet bij hun donder gepakt en meegenomen". Dat is een
reactie omdat je je machteloos voelde. Zij zijn ook alle drie verdronken en waren
de enige - onnodige - slachtoffers in de gemeente Kerkwerve.
Op 17 februari werd ik geplaatst bij de gebiedscommandant in Zierikzee. Van
daaruit voeren we patrouilles in het overstroomde gebied, vooral richting
Vierbannen en Rampertsedijk. Daar spoelden veel slachtoffers aan. Wij brachten
die slachtoffers naar Zierikzee, waar wij hen overgaven aan de identificatiedienst.
Inmiddels waren er ook veel waterwerkers gekomen en die brachten hun avon
den door in de Heerenkeet. Daarbij werd nogal eens 'wat ingenomen' en ik ging
dan naar de Heerenkeet om een oogje in het zeil te houden.
Ik ging 's avonds te voet die kant op, bleef een nachtje over op de zolder van
onze in het water staande woning en ging 's ochtends weer terug. De volgende
dag ging een collega en zo ging dat om en om".
Duivendijke
Wachtmeester J. de Vries in Looperskapelle kreeg zaterdagavond al wat tekenen
van dreigend onheil.
De telefoonverbindingen raakten verbroken en er was een elektriciteitsstoring
omdat palen van het bovengrondse net omgewaaid waren. Omstreeks 04.00 uur
's nachts kwam smid Van Dongen uit Scharendijke waarschuwen dat de toestand
bij de haven gevaarlijk geworden was. Samen met de gewaarschuwde burge
meester Nieborg ging De Vries kijken. De havenmeester had toen de bevolking
van Scharendijke al gewaarschuwd. Toen het water echter zakte leek het gevaar
geweken en ging iedereen naar huis. Vroeg in de ochtend kwam echter de waar
schuwing dat het water erg hoog stond en dat de Schouwsedijk op doorbreken
stond. De Vries alarmeerde de burgemeester die onmiddellijk voertuigen en men
sen stuurde om de dijk te repareren. Omdat het water over de dijk liep en het
Lage Land instroomde werd besloten de bevolking te waarschuwen.
Wachtmeester De Vries vertelt in het verslag van de gebiedscommandant: 'Op 1
februari 1953 omstreeks 12.00 uur, was het water Brijdorpe en Looperskapelle
zodanig genaderd, dat door mij verschillende gezinnen opdracht is gegeven naar
Renesse te vertrekken. Ik heb vervolgens verschillende houders van tractoren en
voertuigen aangezegd de bevolking naar het duingebied te vervoeren. Er zijn
te Duivendijke geen verdrinkingsgevallen voorgekomen'.
Veel vee werd gered door het tijdig naar het duingebied over te brengen. Dit vee
91