De Duitse tankboot „Julius Rütgers" gestrand bezuiden Zandvoort.
heid gebracht. Zowel in richting
Noordwijk als IJmuiden kon men
geen gestrand schip ontdekken. Pas
tegen het middaguur kwam het be
richt dat er een schip bij paal 73 tus
sen Noordwijk en Zandvoort vlak
tegen de duinrand aan zat. De be
manning was zelf van boord ge
gaan.
De reddingboot „Neeltje Jacoba"
van station IJmuiden werd om
streeks 17.00 uur gealarmeerd naar
aanleiding van een SOS van het
Franse ss „Carthage". Het schip
dreigde benoorden Noordwijk aan
Zee op de kust te lopen. Toen de
reddingboot om 20.40 uur het schip
bereikte, lag het ter hoogte van Kat
wijk aan Zee. De bemanning wilde
niet van boord en de „Neeltje Jaco
ba" keerde naai' IJmuiden terug.
Over het lot van de tanklichter
„Oder" was in de namiddag van 1
februari nog niets bekend. Het red
dingstation De Cocksdorp, dat al
eerder i.v.m. de in nood zijnde
„Virgo" was gealarmeerd, kwam
opnieuw in actie omdat de Kust
wacht Eierland een schip op de Ei-
erlandse Gronden meende te zien
en men ook een olielucht waarnam.
Later werd dit bevestigd door een
wit licht dat men op het gestrande
schip zag. Na ampele overwegin
gen besloten de plaatselijke com
missie van de KNZHRM en red-
dingbootschipper J. Bakker om de
motorstrandreddingboot „Joan
Hodshon" te lanceren. Hoewel de
storm tot windkracht 7 tot 8 was af
genomen, was de branding nog
krachtig en ging het lanceren van
wege de hoge zee niet gemakkelijk.
Ook de bemanning van de „Joan
Hodshon" nam het licht van de
„Oder" waar, maai' toen men het op
ca. 700 m was genaderd verdween
het licht. Oriëntatie was derhalve
onmogelijk geworden, maar on
danks de wilde zee bleef de red
dingboot doorzoeken. Helaas ech
ter zonder resultaat; men vreesde
het ergste! Schipper Bakker be
sloot daarna naar De Cocksdorp
terug te keren. Op maandag 2 okto
ber werd om 04.30 uur wederom
licht aan boord van de gestrande
„Oder" gezien. De Kustwacht Eier
land gaf met morseseinen ant
woord, maar waarschuwde pas een
uur later de reddingstations, omdat
het pas bij daglicht mogelijk zou
zijn actie te ondernemen. Men be
sloot de motorreddingboot „Prins
Hendrik" uit Den Helder naai' de
„Oder" te sturen. Tegen 09.00 be
reikte de Helderse reddingboot de
Eierlandse gronden. De tanklichter
bleek in tweeën te zijn gebroken;
het voorschip met brug en stuur
huis, waarop de schipbreukelingen
zich bevonden, zat in de felle bran
ding van de Eierlandse gronden en
het achterschip lag dichtbij de Vlie-
hors.
Dankzij het zeemanschap van
schipper P.W. Bot slaagde de be
manning van de „Prins Hendrik" er
in de zes Duitsers van het wrak te
halen. Dat ging niet zonder proble
men. Omdat het wrak geheel geen
lij bood, moest het langszij komen
vele malen worden herhaald, het
geen drie kwartier in beslag nam!
'iM
Naar het watersnood-
gebied
Eerder werd al vermeld dat de red
dingboot „Koningin Wilhelmina"
uit Stellendam van de KZHRMS
naar het Finse vrachtschip „Boris
6" was uitgevaren. De reddingboot
ging binnendoor via de Ooster-
schelde naar de Banjaardbank.
Toen bleek dat de „Boris 6" geen
assistentie meer nodig had, werd in
Willemstad afgemeerd, kort voor
dat deze stad onder water liep. Er
werd daar assistentie verleend tot
dat de Stellendammers hoorden dat
ook hun eigen dorp door het water
was overstroomd. Daarop keerden
ze naar hun thuishaven terug en
evacueerden met hun volgvlet tus
sen de 600 en 700 dorpelingen. De
„J.V. Wierdsma" van station Bres-
kens was naar Hoek van Holland
als vervanger van de reddingboot
aldaar op weg, toen het verzoek
kwam om acht mensen van het in
het Hollands Diep liggende eiland
Tiengemeten te evacueren. De vlet
„Zeeuwsch-Vlaanderen" van het
station Cadzand haalde acht men
sen uit het Gemeentehuis van Ou-
werkerk op Schouwen-Duiveland;
met bereikte dit door een gat in de
zeedijk. De „Prinses Juliana" uit
Ouddorp redde in twee tochten to
taal vijftig Ouddorpers. De beman
ningen van de stations Ouddoip en
Stellendam bleken als gevolg van
de watersnood ernstig te zijn ge
troffen en kregen materiële en fi
nanciële steun van de KZHMRS.
Van de KNZHRM gingen drie red
dingboten naar het rampgebied: de
motorstrandreddingboten „Pri ns
Bemhard" uit Scheveningen en
„Dudok de Wit" uit Zandvoort, als
mede de reserve-motorredding-
boot „Dorus Rijkers". De eerste
reddingboot werd o.a. ingezet bij
de evacuatie van dorpelingen uit
Ooltgensplaat, de tweede bij Mid-
delharnis en Zierikzee en de derde
verleende diverse diensten in het
noodgebied.
Bronnen: diverse nrs. De Redding
boot; Mieke Spaans: De Noord
Bram Oosterwijk: De zee was on
stuimig.