Lies Blok-Hirdes:
wNaarmate je ouder
wordt, komt het
gebeurde meer en
meer naar boven'
Zaterdagmiddag 31 januari 1953
tussen 15.30 en 17.00 uur is
het vloed in Zuidwest-Neder
land. De westerstorm, die over de
kale eilanden jaagt, neemt verder
toe in kracht en stuwt het water
hoog tegen de dijken op. Een enke
ling voelt de dreiging. Velen staan
op de zeedijk geboeid te kijken naar
het spectaculaire schouwspel, dat
het samengaan van storm en vloed
altijd oplevert.
Willy Zandijk hoort de storm over
het huisje van haar ouders aan de
Havenstraat in Waarde razen. Als
meisje van 8 jaar heeft ze niet in de
gaten wat het effect van wind en
water kan zijn. Bovendien zijn er
andere zorgen. Haar zusjes zijn
ziek, ze hebben de mazelen. Als ze
naar bed moet, kijkt Willy nog even
door het raampje in de voordeur.
Wat ze ziet, zal ze haar leven lang
niet meer vergeten. Net achter het
kerkgebouw van de Gereformeerde
gemeente slaat schuim en water van
de Westerschelde over de zeedijk.
Lies Hirdes (7 jaar) woont met haar
ouders en twee zusjes van 5 en
bijna 2 jaar in Oosterland. Haar
vader heeft een bakkerij annex
kruidenierswinkel aan de Sint Joos-
dijk. De gierende wind is binnen
duidelijk te horen. Het huisje van de
familie Blok staat op drie kilometer
van de Oosterscheldedijk.
Engel Zweerus (33) uit Nieuwe
Tonge is gemeenteambtenaar. Hij
moet die middag de vlag uit de
kerktoren halen. Het dundoek heeft
de hele dag gewapperd vanwege de
verjaardag van prinses Beatrix. Ze is
vandaag vijftien jaar geworden.
Samen met de gemeentebode kost
het Engel nog veel moeite om de
driekleur te strijken. De toren lijkt
heen en weer te zwiepen.
Orkaankracht
Omstreeks 22.30 uur zaterdagavond
Foto pag. 2 3: Zeelandbrug.
is het eb in Zuidwest-Nederland.
Als alles normaal was geweest, zou
het water van de Noordzee zich ver
hebben teruggetrokken uit de Oos-
ter- en de Westerschelde, uit de
Grevelingen en het Haringvliet. Het
verschil tussen eb en vloed
bedraagt hier immers drie tot vier
meter. Schorren, zandbanken en
enorme slikvlaktes zouden hebben
liggen blinken in het licht van de
volle maan. Maar alles is niet nor
maal deze avond. Het water trekt
zich niet terug, maar blijft hoog
tegen de dijken en de kademuren
staan. De gegevens die dr. K. Post
ma, weerdienstleider bij het KNMI
in de Bilt, in de weerkamer aan
treft, zijn alarmerend. De lichtsche
pen op de Noordzee melden al
urenlang windkracht 11 en 12,
ofwel orkaankracht. Langs de kust
zijn windstoten van 135 kilometer
per uur gemeten. De wind waait uit
het noordnoordwesten.
Moerdijk.
Postma is zeer bezorgd over het
naderende gevaar en zet alles op
alles om de dramatische waarschu
wingen bij de bedreigde mensen te
krijgen. Om middernacht klinkt
echter het Wilhelmus door de ether:
in die tijd waren er nog geen nacht
uitzendingen en verwoede pogingen
van Postma om een van de twee
Hilversumse radiozenders bij wijze
van uitzondering in de lucht te hou
den, mogen niet baten.
„Die mogelijkheid werd ons die
nacht ontnomen en dat gaf in de
weerkamer een ontzettend gevoel
van onmacht", vertelde Postma aan
journalist Kees Slager voor zijn boek
"De ramp, een reconstructie". Vol
gens de inmiddels bijna 90-jarige
KNMI-medewerker drongen de
waarschuwingen op die bewuste
zaterdag niet overal door en was de
situatie zo ernstig, dat de waarschu
wingscriteria die toen werden
gehanteerd, tekort schoten.
De eerste dode van de watersnood
ramp is waarschijnlijk Jac. Leijs uit
Hoedekenskerke op Zuid-Beveland.
Hij is goederenklerk bij de veer
dienst op Terneuzen. Als het de
kapitein van de laatste boot van die
avond door de storm niet lukt om
aan te leggen aan de steiger, klimt
TERDEGE - 29 JANUARI 2003