Alleen op de wereld Baby in boodschappentas maar, Maarten, zei ze toen, ik heb vannacht wel een kind ko men, hoor. Om halfeen hoorden we dat er een dijk gebroken was, en ik heb gelijk mijn broer geroepen, daar rijen we naartoe, zoiets zie je van je leven niet meer.» BETSYHet water is die nacht niet in het dorp gekomen, maar wel op zondag', bij het volgende hoogtij. Ik zag het water in de tuin komen en ik zei tegen pa en ma, je moet het hekje dichtdoen, dan komt het niet in de tuin. Zo dacht je toen, als kind.» MAARTEN Omdat het zondag was, zaten we de bijbel te lezen, en ineens kwam er hevige stoom uit de kachel, het water was in de woonkamer! En het stroomde ook in de garage. Ik heb toen alle nieuwe fietsen op een 'vlot' van olievaten geriemd, dan konden ze drijven en mooi bewaard blij ven. Maar ach, meneer, het water kwam en kwam, het uitstalraam ging stuk en toen dreef de hele winkelvoorraad op dat vlot naar buiten.» BETSYIk stond voor het raam en ik zag een paard aan komen zwemmen, dat stopte voor ons huis, en dat legde zijn hoofd op onze benzinepomp. Kent u die oude pompen van Caltex nog, met dat ronde melkglas van bo ven? Daar legde het zijn hoofd op. Om de vijf minuten ging ik kijken of mijn paard er nog was, maar toen was het ineens weg, en ik was heel verdrietig, mijn paard, mijn arme paard was ze ker verdronken.» MAARTEN Er kwamen dikke tak ken en stammen in grote snel heid op het huis aangedreven, ik heb ze willen afweren met de wasstok van Jannie, maar die bomen keerden en bonkten zo hard tegen het huis dat de gevel ervan schudde. Dan zijn we maar op zolder gaan zitten, terwijl het water de trap op kwam.» BETSYAan de andere kant van de zolder keek je in de dieperge- legen polder en daar zag ik de spulletjes (kleine boerderijen, jh) in het water staan. Het was net een spannende film, ik hoorde de wind huilen, ik zag mensen op de daken kruipen en met lakens zwaaien, en ineens stortten hun huisjes in elkaar, ik hoorde ze gillen boven de storm uit, en wat ik zag waren dus mensen die ver dronken. Maar ik had daarvan geen enkel besef.» MAARTEN Op maandag werd het onhoudbaar, we moesten weg uit ons huis. Ik heb toen een stel fietsbinnenbanden heel hard op gepompt en ze in kruis om de kinderen d'r borst en d'r schou ders gebonden, dan konden ze niet verdrinken. En zo zijn we naar de hogergelegen Kerkstraat gaan waden. In een huis mocht mijn hoogzwangere vrouw op een kamer alleen, maar er kwa men zoveel mensen naar de Kerkstraat dat er ineens twintig mensen in dat kamertje stonden. Er lag zelfs een vreemde man naast haar op bed, die hadden ze zojuist uit het water gehaald. Ik heb toen in de straat staan roe pen of ik elders binnen mocht met mijn vrouw die dra ging be vallen. Het leek wel kerstavond.» BETSY Ik moest Wim zijn handje goed vasthouden, en ik mocht het om godswil nooit loslaten, want dan waren we 'm kwijt. Wim droeg een gebreid pakje met een muts en eert pompoentje, ik weet nog dat ik dacht, zolang dat pompoentje er is, heb ik mijn plicht gedaan.» MAARTEN In een ander huis heb ben de mensen dan een kamer verlaten om de bevalling plaats te laten vinden. Ik heb van er gens een ijzeren bed aangesleept en moe is daarop gaan liggen, op de ijzeren spiralen, met alleen een laken erop. Op maandag 2 februari is Marjan geboren. Het was al avond en ik weet dat ik nadien even buiten ging, tevreden dat alles goed was gegaan. Rond die huizen op de Kerkstraat zag ik alleen maar water, donker som ber water, en God, wat was het stil, geen sterveling op straat, geen kind hoorde je roepen en toch zaten alle huizen volgepakt met mensen. Ik heb toen waarlijk gedacht, wij zijn hier alleen op de wereld, wij zijn van alles en iedereen verlaten. (Nieuwerkerk en het eiland Schouwen-Duive- land waren bijna drie dagen van de buitenwereld afgesloten, jh.)» BETSYWoensdag zijn we pas gered. Eerst met een kleine roei boot, en vandaar zijn we op een grote rondvaartboot geholpen. Marjan, jij lag in een kistje en de mensen stapelden hun spullen, koffers en plunjezakken maar naast en over jou heen. Pa moest dat elke keer wegtrekken om te kijken of je nog leefde. Wim moest toen ook poepen, doe het maar in een leeg conservenblik zeiden ze, maar dat wilde hij niet. Hij heeft het dan maar in zijn broek gedaan.» MAARTEN Toen dacht ik ineens dat het 4 februari was, de ver jaardag van mijn vrouw. Ik zeg Jannetje, het is je verjaardag vandaag! Mooie verjaardag, heeft ze nog gezegd.» BETSYDe volgende nacht slie pen we in Zierikzee, en de nacht daarop in de Ahoyhallen in Rot terdam. Dat was mijn allerakelig ste ervaring. We kwamen in die sombere hallen, waar mensen op veldbedden en onder lakens la gen. En ineens kwam er zo'n la ken overeind, en nog één, en nog één. Dat waren mensen die mijn vader kenden en die nieuws wil den over het dorp. Maar voor mij waren dat geen levenden, ik dacht dat ik in een immens do denhuis was waar sommige dooi en weer levend werden omdat ze ons herkenden. Pa wou toen de hal verlaten om te weten hoe het met moeder in het ziekenhuis was, maar ik werd hysterisch dat hij mij alleen liet bij die dooien. Ze hebben een kinderarts moeten halen, en die heeft aan mijn va der moeten zweren dat-ie geen minuut van me weg zou gaan. De volgende morgen werd ik gewassen en moest ik mijn kle ren uitdoen. Een mevrouw gooi de ze op een hoopje, ik huilde en huilde, maar ze zei dat het voor niks nodig was want dat ik nieu we kleren kreeg. Maar ik wou mijn kleren terug. Het was het enige wat ik nog had van mezelf! Ik heb toen echt gevoeld wat het is om ontheemd te zijn. Je bent alle veiligheid, alle zekerheid kwijt. Je bent weg van je dorp, weg van je school, weg van je vertrouwde omgeving met de bu ren en de vriendjes, en je hebt niks meer, zelfs je eigen kleren niet. Als ik op tv vluchtelingen zie met kinderen, in Bosnië, Ko sovo of Afghanistan, dan wéét ik wat ze voelen.» Marjan vouwt nog een stapel knipsels open en toont een foto waarop ze bloemen afgeeft aan koningin Beatrix. Dat was in 1993, toen ze veertig werd, een verjaar dag gaat altijd samen met een her denking van de ramp. Pa bedankt voor de koffie, hij zal maar eens opstappen. Als de deur dicht is, vertellen ze wat pa niet heeft ver teld. Dat hij die nacht zijn buur man en zijn broer Rien is verloren. 'Die waren ook met een taxi in de polder gereden, die zijn net als pa mensen gaan waarschuwen voor het water, maar zij zijn nooit te ruggekomen.' De watersnood van '53 was één van de grootste natuurrampen die Europa de voorbije eeuw getroffen hebben. De stormvloed kwam van de Schotse kust, dook met een snelheid tot 180 km per uur langs de Britse eilanden en stormde zo in de smalle Noordzeetrechter naar België en Nederland, terwijl het ook nog eens springtij was. In de nacht op 1 februari kraakte een la wine van water tegen het zuidwes ten van Nederland, 'de zee ging scheef staan tegen de kust'. En dan is er in Nieuwerkerk nog een derde kind geboren: Jannie Flikweert. Ze woont intussen in het noorden van het land, haar ouders leven niet meer, maar haar oudste broer Sander (54) woont nog in het dorp, en met zijn vrouw belt hij bekenden en familie op om het ge boorteverhaal te reconstrueren. SANDERToen het water kwam, is Leen van Klinken ons wakker komen maken om naar de boer derij van zijn vader te gaan, dat was een grotere hofstee. Eerst nog de koeien melken, zei mijn vader, maar Leen zei, eerst je vrouw en kinderen in veiligheid brengen, en goed dat hij aan drong, want op tweehonderd me ter van ons huis stonden de grote mensen al tot hun middel in het water, en van melken is niets meer in huis gekomen. Op de boerderij van Van Klinken hebben we op de zolder gezeten. We zaten er nog maar pas toen ze een man en zijn zoon door het zolderraam naar binnen trokken. Die man was Adriaan Rentier, en die had zopas zijn vrouw en vier van zijn zeven kinderen zien verdrinken. Ze wa ren met hun dakgebinte tot op dertig meter van het huis van Van Klinken geraakt, maar rond het huis maakte het stromende V" 21 januari 2003 HUM0 31

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 2003 | | pagina 3