de plaatsen aan de overzijde van de brug waar het water geen schade heeft aangericht. Het is inmiddels een gestroomlijnde organisatie, die dankzij rampenoefeningen door ervaren mensen wordt uitgevoerd. De bestelde bussen blijven op het viaduct steken daar de rijksweg onder water staat. De evacués worden via de trap aan de Hogendijk naar de bussen begeleid. Op het moment dat ik dit alles bekijk, verschijnt plotseling burgemeester Looy, die het met de gang van zaken niet eens is, en alle activiteiten komen tot stilstand. Later bleek mij, dat hij vond dat Alblasserdam haar eigen problemen moest oplossen. Voor de vluchtelingen en de enthousiaste Rode Kruis-mensen was het een bittere pil, maar in die tijd was het woord van de burgemeester wet. Waar de arme tobbers later zijn gebleven heb ik nooit meer gehoord, maar er waren op dat moment nog genoeg droge huizen in de gemeente. 13.00 uur. Na thuis wat gegeten te hebben terug naar de Kade. Hoewel er al veel werk die zondagochtend is verzet, is er nog veel te doen. Het huis van veerman Van 't Hof is via de ruiten volgelopen en ook het kantoor, de huizen en de pakhuizen hebben onderwater gestaan. De olievaten die alle kanten zijn uitgedreven, zijn inmiddels weer wat geordend en over de Kade is een voetpad vrij gemaakt tussen de stapels rijshout. Zo veel mogelijk geholpen met het vele wat er te doen was en 's avonds naar huis. maandag 2 februari 1953 Slecht geslapen ondanks de vermoeidheid van de vorige dag en nacht. Steeds liggen denken over het dijkgat, dat met spoed dicht moet en met voldoende materiaal en mensen kan worden gesloten. 07.00 uur. Naar Papendrecht, waar de ingenieur al weer bij zijn dijkgat staat. Het is nog half donker en slecht weer. Het water staat nu hoog en het buldert letterlijk door het gat van 110 meter breed en 3 meter diep. Aan de dijkkop is nog weinig of niets gedaan maar de klei houdt het goed en zover te zien gaat het ook aan de andere kant nog goed. Het is een vreemd gesprek, maar het komt er op neer dat de ingenieur, de heer Piet Blokland uit Papendrecht, graag meer zou doen dan alleen de dijkkop beschermen. Wat nodig is, is voldoende mensen, zand, zandzakken en transport om de gevulde zandzakken bij de kop van de dijk te brengen. Op mijn vraag of hij geen rijshout of basaltstenen nodig heeft, krijg ik te horen dat Papendrecht wel voor die zaken zal zorgen. Achteraf maar gelukkig, want er was geen sprake van geweest om het met improvisatie te organiseren. Zonder enige toezegging te 2 februari 1953, 8:00 uur. Dijkgat Papendrecht. De twee figuren aan de overzijde zijn de ingenieur van Waterstaat en de schrijver van dit verhaal. -18-

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 2001 | | pagina 1