Hendrik
'de groenteboer':
,,Ik breng jullie
wel even in
Kampen."
gers voor om ze te bergen. WIJ zijn
daar gebleven tot er weer een spring
tij was. Toen was de wind ook weer
noordwest en het water kwam wel
wat hoger, maar lang niet zo hoog als
op 1 februari. In de loop van de derde
week zijn we weer teruggegaan. We
werden toen in het legerkamp
Oirschot (Noord-Brabant) geplaatst.
Tijdens onze tocht over een stuk dijk
waar we weer met langdingsboten
naar toe zijn gebracht, passeerden
we nog overblijfselen
van een oud-Urker
botter die naar de
Zuid verkocht was.
Welke weet ik niet. In
Zijpe kwam ik wel
Urkers tegen die bij
de Zuiderzeewerken
waren en toen naar
Zeeland moesten om
te werken; daar zijn
uiteindelijk de Delta
werken uit voort gekomen.
Een aardige bijkomstigheid wil ik
nog even verhalen: mijn broer Auke
van Slooten voer in die tijd bij de UK
115, van Teunis Visser. Toen op
maandag 2 februari alles wat varen
kon naar Zeeland gedirigeerd werd,
was daar natuurlijk de UK 115 ook
bij. Toen zij bij Rotterdam in de
buurt door een brug moesten stond
daar een militair die vroeg aan Teu
nis Visser of hij mee mocht naar Zee
land, want zijn ouders woonden bij
Zierikzee en hij wou graag weten of
ze nog leefden en of hij misschien
kon helpen. Nu mochten de schepen
die Zeeland in gingen beslist geen
passagiers meenemen. Maar Teunis
Visser, kordaat als hij was, zei dat hij
mee mocht. De jongeman hebben zij
ook dicht bij Zierikzee aan land kun
nen brengen.
Zo'n 27 Jaar later ging Auke van
Slooten van Ostende met de veerboot
naar Dover in Engeland. Toen hij aan
dek stond en naar de verdwijnende
Belgische kust stond te kijken, stond
er een man naast hem die hem vroeg
of dit zijn eerste zeetocht was. "Wel
met zo'n veerboot",
was de reactie van
Auke, "Maar ik heb
hier wel haring hel
pen vissen". Toen die
man vroeg waar hij
vandaan kwam en
hoorde dat Auke van
Urk kwam, zei de
man:"Dat is vreemd"
en vervolgens vertel
de hij dat hij tijdens
het begin van de ramp van 1953 als
militair met een visserschip was
meegelift naar Zierikzee waar zijn
ouders in nood zaten. De schipper
was volgens de man "een flinke en ta
melijk grote man die erg resoluut
was en van wanten wist". En dat was
Teunis Visser van de UK 115. Toen
Auke vertelde dat hij toen de jongste
knecht aan boord was, was de ver
rassing natuurlijk helemaal kom
pleet.
P. van Slooten
29 december 1992.
4