17
De kerk wordt schoongemaakt
In huis zaten we dus al bij een kaars
en we hadden geen water meer. Alle
meubels op de stoelen en een tafel na
werden naar boven gesleept en de
kamers zaten vol angstige mensen.
Lub ging tussen de schuifdeuren
staan, sprak de mensen wat kalme
rend toe en zei: "Zullen we bidden?" 't
Werd stil maar onder het gebed was
er het geluid van brekend glas. De
benedendeuren in het souterein
sloegen kapot. Ik pakte direct een
kaars en liep naar de keuken. Toen
ik de deur naar de trap voor het sou
terein open deed zag ik het: het wa
ter klom bij de trap op hoger en ho
ger. Zouden we de kamers droog
houden? Zouden we veilig blijven in
ons huis? Ondertussen waren ook de
oude mensen uit de kleine huizen
naast de kerk gevlucht. Met de moed
der wanhoop waren ze door het wa
ter en langs onze keukentrap ook de
pastorie ingekomen. We zaten met
60 mensen in huis toen een doodzie
ke man binnengebracht werd door
de voordeur. In een roeibootje was hij
uit zijn huisje gehaald. De dokter zei
dat hij sterven zou maar hij was taai
en moedig. Onze kinderen waren
dwars in het tweepersoonsbed boven
gaan liggen zodat de drie jongens van
de dokter er ook in konden "Jelle",
zeiden we "vertel maar verhalen en
blijf samen warm. Ze waren zich
goed bewust van de noodsituatie.
Wat we aan eten hadden, een rol be
schuit, brood, ontbijtkoek, deelden