n Zeeland vond in de nacht van zaterdag op
zondag 1 februari 1953 de ergste ramp plaats die
ons land sinds mensenheugenis heeft getroffen:
maar liefst 1835 mensen en nog veel meer dieren
verloren het leven.
De Zeeuwen waren totaal niet voorbereid op de he
vige storm en de springvloed: het was altijd goed ge
gaan, dus zou het nu ook wel weer goed gaan.
Wanneer na veertig jaar met mensen uit het getrof
fen gebied wordt gepraat, blijkt dat de ramp een
breekpunt in hun herinnering vormt. Ze spreken
van voor en na de ramp.
Ook voor de nu gepensioneerde majoor Jan Gelder
man, die in 1953 als heilsofficier in Zierikzee werkte,
heeft de ramp een stempel gedrukt op zijn verdere
leven.
Strijdkreetredacteur Dini Veenendaal sprak met de
majoor en zijn vrouw.
Ze waren nog verloofd en
hadden net genoten van
een vrije dag. Het was
zwaar weer, dat wel. Maar
ze hadden er geen flauw
idee van dat dit keer de ge
volgen zo erg zouden zijn.
Mevrouw majoor Stien
Gelderman-Walraven
werkte samen met een as
sistente als officier van het
Leger des Heils in Terneu-
zen. Er was daar een kleine
evangelisatiepost.
Op zaterdagavond 31 janu
ari nam ze afscheid van
haar verloofde, ondernam
de reis (voor een deel per
boot) naar Terneuzen en
ging naar bed.
Toen haar assistente de vol
gende morgen vroeg naar
beneden ging om de ka
chels aan te maken voor de
samenkomsten van die
zondag meende ze dat de
waterleiding was gespron-
gen.
Ze trommelde Stien uit bed
om te komen helpen, maar
al snel bleek dat net water
overal in Terneuzen een
halve meter hoog stond.
De bootjes voerden door
hun straat en via de radio
hoorden ze van de enorme
ramp.
Met behulp van twee stoe
len die ze telkens voor el
kaar zetten, probeerden ze
de overkant van de straat te
bereiken en per telefoon te
informeren hoe het met
'hun' mensen was.
Het duurde nog tot de vol-
Eende dag eer Stien, via te
ulp geschoten militairen,
te horen kreeg dat Jan het
in Zierikzee naar omstan
digheden goed maakte.
Heel vroeg die zondag
morgen zag luitenant Jan
Gelderman de mensen al
aankomen. Iedereen zocht
het hoogste plekje op en
probeerde, door hun huis
te ontvluchten, het vege lijf
te redden.
De oude kern van Zierik
zee lag gelukkig iets hoger.
Daardoor bleef zowel het
gebouw van het Leger des
Heils als van de Gerefor
meerde Kerk droog staan.
De dominee en de heilsof
ficier zetten onmiddellijk
de kerk en de Legerzaal
open.
Op zeer primitieve wijze,
met behulp van olielampen
- de stroom was natuurlijk
C:;_ Luitenant Gelder
se man r) en zijn ver-
8