De ramp van 1953 de voor zich uit; iedereen was verbijsterd. Langzaam roeiden we van ons dorp weg en toen zagen we pas wat het water had aan gericht. Dat was zo ongelofelijk, zo ver schrikkelijk... Op dat moment moet de foto graaf die foto hebben genomen. Gek hè, ik heb het helemaal niet in de gaten gehad. Hij moet toch vlak naast mij hebben geze ten." De nu 67-jarige Arendje van Es vertelt met rustige stem over het moment van de foto. Maar haar wanhoop en angst van toen maakten de foto tot de meest indrukwek kende van de ramp. Panorama-fotograaf Henk Blansjaar kreeg er later de Zilveren Camera voor. Zonder dat moeder en zoon het wisten werd hun portret over de hele wereld verspreid. Pas veel later was het haar man Henk die de foto bij toeval ont dekte. Bij een bezoek aan een Rotterdamse tandarts vertelde hij zijn ervaringen. „Er staat een mooie foto van de ramp in Pano rama," zei de vrouw van de tandarts. Tot Henks grote verbazing bleek het te gaan om een opname van zijn vrouw en zijn zoon. Intussen had dit „portret van de wan hoop" ertoe bijgedragen dat vanuit alle hoeken van de wereld dekens, tenten, voed sel, reddingswerkers en andere hulpgoede ren naar het rampgebied werden gestuurd. „Het was fantastisch zoals iedereen wilde helpen," vertelt moeder Van Es. „Ik snap niet waar al die soldaten die de reddingsbo ten bemanden opeens vandaan kwamen. We zijn later naar het Feyenoord-stadion gebracht en we kregen zo veel eten en drin ken als we maar wilden. De verplegers lie pen af en aan. Uit het hele land kregen we brieven van mensen die ons feliciteerden of die ons onderdak aanboden. We kregen zelfs een uitnodiging om naar Amerika te komen." De familie Van Es was gered, maar 's-Gravendeel werd als verloren be schouwd. In de rampnacht waren meer dan dertig mensen naar de Molendijk gevlucht, een hoog punt in de buurt van 's-Graven deel. Het stuk dijk begaf het en iedereen verdronk. Koningin Juliana bezocht het zwaar getroffen dorpje in de Hoekse Waard. Men wist op dat moment nog niet welke verschrikkingen de dorpelingen van Stavenisse op Tholen doormaakten. Het water stond daar zes meter hoog. Alleen de kerktoren stak er bovenuit. Tweehonderd doden. De Panorama-verslaggevers werden diep getroffen door al het leed in het rampge bied. Een van die journalisten beschreef zijn ervaringen als volgt: „We voeren naar een huis toe. Een man zat boven op het dak. Geef me water, geef me water en brood! Nee, kom er af! Gek die je bent. Kom naar beneden! Nee, ik blijf, 't Is toch het enige dat ik heb. Het is de vreselijkste dialoog, die wij ooit hebben gehoord. Hij werd ge voerd tussen een man die zich al twaalf uur onder het geweld van regen en storm aan het dak van zijn huis had vastgeklampt en de bemanning van een sloep die in het don ker om het huis voer. De sloep voer uitein delijk verder om anderen te halen die wel weg wilden. Die graag wilden, die alles wil den doen om in een boot te komen." „Het werd de meest dramatische excursie die uw verslaggever ooit maakte," schrijft een ander over zijn tocht door Zeeuws- Vlaanderen. „In Duvelshoek waren twee huizen, die tegen een dijk waren gebouwd, spoorloos verdwenen. Van het derde huis was de voorgevel weggeslagen en het dak ingezakt. Twee kinderen, een jongen en een meisje, vonden met hun moeder de dood. Een tweede zoontje, 9 jaar oud, werd door de kracht van het water tegen een ijzeren paal geslagen. Het kind, overspoeld door het ijskoude en kolkende water, klemde zich zó vast aan die paal dat de vader het jongetje met veel geweld moest losrukken, waarbij hij de arm van het kind brak. Het lukte hem zijn zoon in veiligheid te bren gen." De ramp kostte 1853 mensen het leven. De materiële schade was enorm. Met man en macht ging Rijkswaterstaat aan de slag om het op de zee verloren gebied terug te win nen. Eerst moesten de stukgeslagen dijken worden hersteld en de ondergelopen pol ders bemaald. In de nacht van 6 op 7 no vember 1953 werd nabij Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland het laatste gat in de Zeeuwse dijken afgesloten. Vier caissons van elk twintigduizend ton dichtten het tweehonderd meter brede gat. Koningin Ju liana en minister-president Drees zagen hoe de laatste Phoenix-caisson op z'n plaats werd gezet. „Enkele minuten voor midder nacht," schreef Panorama over het vreug devolle moment, „kwam er een einde aan de bijna ondragelijke spanning: de Phoenix rustte op de vloer van zinkstukken. Bijna op hetzelfde ogenblik werd de lucht ver scheurd door het vreugdegeloei der scheepsfluiten. Honderden mannen zongen hun vreugde uit, zoeklichten sloegen waai ers van licht langs de hemel en de klokken van Ouwerkerk beierden het uit; Neder land had weer iets groots verricht." Daar mee was het werk nog niet klaar. In 1958 keurde het parlement het Deltaplan goed. Een ramp als die in 1953 mocht nooit meer gebeuren. Het gereedkomen van de Storm vloedkering op 4 oktober 1986 was het sluit stuk van de Deltawerken. De doorlaatbare dam van negen kilometer lang kostte wel wat centen. Bijna 8 miljard gulden werd in de Zeeuwse beveiliging geïnvesteerd. Het leverde een nieuw wereldwonder op. Het gezin Van Es verbleef maandenlang bij familie in Rotterdam. Zes weken na de ramp keerde Henk van Es terug naar zijn huisje aan de Strijense dijk. Het huis stond er nog, maar de inboedel was verrot of weggespoeld. De postduiven lagen dood op zolder en het hele huis was bedekt met een stinkende laag modder. Het opruimen was een zwaar kwarwei. Daarna konden ze hun huis opnieuw inrichten. Met een uitkering van het Nationaal Rampenfonds schaften zij nieuwe meubels en een kachel aan. Henk van Es pakte zijn baan als buschauf feur weer op en kocht nieuwe duiven voor zijn wedstrijdsport. De grote dijk van de Dordtse Kil werd opgehoogd en verzwaard. Vele jaren woonden zij in het huis aan de Strijense dijk. Later verhuisden Henk en Arendje naar een woning in het dorp Gra vendeel, waar ze nu genieten van hun pen sioen. Zoon Aart heeft een baan als mon teur. „Ook na de ramp woonden we met plezier in dat huis," zegt moeder Van Es. „Maar als het stormt, moet ik er altijd weer aan terugdenken. Dat blijft." In de nacht van 6 op 7 november 1953 werd nabij Ouwerkerk het laatste gat in de Zeeuwse dijken gedicht. De vreugde was groot toen Rijkswaterstaat met vier caissons de ondergelopen polder van Ouwerkerk afsloot van de zee. Een stuk dijk bt] Sommelsdljk.. In do onnellsnacht een wijk plaats voor enkele duizenden daarna oen vast punt tn de on eindige woterwoestenlj, waar helicopters en amphlbiovoer- tuigeri konden landen om do hndrnlgde levens te redden. Vele dorpen en gehuchten werden van de buitenwereld afgesloten. Dank zij de inzet van helikopters konden toch vele mensenlevens worden gered. Op de foto landt een wentelwiek op een stuk dijk bij Sommelsdijk. 48 PANORAMA 5

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1989 | | pagina 3