is jammer, maar ik beleef nu zo veel. Ik ben pas op mijn vijftiende in de selectie gekomen dus ik weet ook wat het leven zonder selectie inhoudt." Van de vorige trainer moest ze tegelijk met de kleintjes, om acht uur, naar bed. „Sliepen we ook nog allemaal op een zaal, dus dat werd keten." Toch vinden ze het niet erg vroeg naar bed te moeten. „Meestal ben je toch hartstikke moe. Maar," vindt Marcella, „je moet er naartoe groeien. Ik dacht nog in de brugklas, bij die selec tie hoef ik niet, dat is veel te hard trainen. Maar op 'n gegeven moment gaat het vanzelf." Si- monne: „En als we niet naar de disco kunnen, maken we het zelf wel knus. We hebben zelfs een keer een playbackshow georganiseerd." Mascha: „Heel veel mensen vinden ons zielig, omdat we zo veel zouden missen. Maar als je in Oostenrijk be denkt hoe iedereen op school zit, is het wel weer leuk." Marcella vindt het niet erg nauwelijks een privé- leven te hebben. „Je schaamt je niet zo snel voor elkaar. Heel soms, als de kleintjes zitten te klie ren, denk je wel, verdorie. Maar je voelt je als broertje en zusje en zo ga je ook met elkaar om." Even later bij het douchen, stappen enkelen, om op te schieten samen onder de straal. Zelfs bij de meisjes, een handdoek bevallig om de prille bor sten geslagen, is geen spoor van gêne te merken. Maar dat ongedwongen met elkaar omgaan is wei eens anders geweest. Mascha haalt herinneringen op aan de vorige, Oostenrijkse trainer, de nogal strenge en onpopulaire Ernst Zwinger, bijnaam Zwiebel. „Een jongen uit de selectie had een zus hier, die mocht niet eens naar een jongenskamer om handschoenen of zo te halen. Ik had een jongen op de piste gezien, best aardig. Kwam die 's avonds langs het hotel, werd hij meteen door twee trainers het huis uit getrapt." Kan ze dan niet beter verliefd worden op iemand uit de selectie? „Je kent iedereen al zo lang, ook iemands nadelen, dus verliefd word je niet gauw meer." De volgende morgen staat de TV al om halfzeven aan en biedt een Pa- noramablick over de piste Kitzsteinhorn. Service van de regio nale TV-zender. De temperatuur blijkt min 16 graden, leef baarder dus dan giste ren. Maar de op ski pistes gebruikelijke oude dames met ge huurde bontjassen ontbreken hier. Terwijl op de radio In the Dutch mountains van de Amsterdamse Nits hier boven de wolken wat vreemd klinkt, oefent de ploeg vandaag de reuzenslalom. Eindelijk zien we de nieuwe hoofd trainer, de Oostenrijker Peter Prodinger. Vroeger trainde hij de tweevoudig wereldkampioen alpi neskiën Marc Girardelli, die na een ruzie met de Oostenrijkse skibond nu uitkomt voor of all places Luxemburg. Prodinger wil de Nederlandse jeugd Simonne Engelen kapt Bas NijenTwilhaar. scheiden in een Spitzengruppe en een groep die nog niet zover is. Is skiën nu een kwestie van ta lent of een combinatie van geld, aanleg en veel trainen? Prodinger: „Talent? Het is net zoals met wiskunde: als je het snapt, dan heb je talent." Voordat de jonge ploeg dat begrepen heeft, heb ben ze al zeven keer de berg af moeten suizen. Maar de slalom verloopt goed vandaag: slechts één keer maakt iemand zich schuldig aan einfe- deln, als hij een paaltje meeneemt, en op een been verder glijdt. Een skikampioen is op zijn of haar vierentwintig ste op het hoogtepunt - voor sommigen is dat al over een jaar of vijf. Wat voor toekomst zien zij voor zichzelf? Bram, vorig jaar bij de jeugd-we- reldkampioenschappen vijftiende bij de slalom: „Ik begin pas." Niemand weet hoelang ze nog zul len skiën. De naam Ronald Hoevenaars valt. Tweeëntwintig, Nederlands beste skiër, die vorig jaar ophield omdat hij zijn middelbare school wilde halen. Marcella ziet het simpel: „Als je merkt dat je de top niet kunt halen, stop je toch? Dan heb je toch een leuke tijd gehad?" Sommi gen worden mis schien profskiër, hoe wel ze gruwelen van het idee. Jack: „Die afvalrace voor geld, achter die prijzen aan rennen." Maar Jack heeft altijd zijn studie nog achter de hand. Bram gaat het liefste later rentenieren: „Als ik genoeg ge skied heb en goed ge noeg ben geweest." Simonne (14) wil wel „iets in management" gaan doen. „Een bedrijfje of zo. Of iets in de toeristische sector, met m'n ta len." Harald denkt dat deze opleiding later niet helemaal voor niks geweest is. „Als ik later bij een bedrijf zou zeggen dat ik op Papendal heb ge zeten dan denk ik dat dat indruk maakt." Mar cella: „Ik zie mezelf in elk geval niet op een duf kantoortje zitten de hele dag." De laatste middag zitten de trainers in een hoogst geheime bespreking. Zijn de leerlingen de afgelopen weken vooruitgegaan? Kovacs wil niet veel zeggen. Na de conditietraining zijn er enke len uit het raam van de school geklommen omdat de deur nog dicht was, en dat steekt hem. Onder de vorige, strengere hoofdtrainer was zoiets niet gebeurd? Over vroeger wil Kovacs niet te veel zeggen „hoewel ik het als leraar niet met alles eens was. Oostenrijkers zijn strenger, en de kin deren worden hier veel strenger opgevoed. Dat vind ik niet zo goed maar we moeten ook aan de andere gasten denken. Vorige keren moesten we drieduizend schilling betalen aan schade, en de keer daarvoor tweeduizend." Hij verordonneert dan ook dat voortaan iedereen weer vroeg naar bed moet. En hoewel er gemor te horen is, geeft iedereen toe dat de sfeer nu veel losser is. Jack: „Die vorige trainer maakte onwijze problemen en dat noemde hij dan discipline." Mascha herin nert zich: „Wij werden ooit per vergissing een uur eerder gewekt door de jongens. Lagen we met ons allen op een kamer te wachten tot het zes uur was, komt ineens de trainer binnen, die dacht dat wij daar de hele nacht geweest waren. Meteen een spoedvergadering. De trainer had te gen de skivereniging gezegd dat we daar alle maal naakt in bed lagen, meisjes bij jongens. Daar klopte wel geen reet van, maar we moesten toch bij de voorzitter komen." Bram weet het vervolg nog: „Onwijs boos was ie. We trainden voor de wereldkampioenschappen in Topolino, en pas na heel veel stress en lange gesprekken mochten we daar alsnog naartoe." Maar stel dat je iemand echt leuk vindt in de groep, wat dan? Marcella denkt dat iedereen daar „gewoon" op zou reageren. Ze verwijst naar Katusha Esser: „Die woont nu ook samen met een jongen, en dat is ook begonnen toen ze in de selectie zaten." Si monne: „Maar je moet natuurlijk niet meteen met hem het bed in duiken." En als je dat wel doet, kom je dan om zeven uur je bed uit? Mar cella: „Als je allebei sport, weet je dat je je bed uit moet, dat is je instelling, je discipline." En als je vriendje die niet heeft? Hilariteit: „Dan blijft ie maar lekker liggen." cc Achterste rij op het bed v.l.n.r.: Harald de Man, Mascha Hellenbrand, Marjolein Pietermaat, Hayo Wareman, Sebas van Bercum, Sander van der Velden. PANORAMA 5 45

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1989 | | pagina 1