De Watersnood Babys (Jat 'ame „Ik werd op zolder geboren, terwijl het zeewater tegen de vloer klotste" „Mijn moeder was zo angstig dat ik te vroeg geboren ben" „Mijn vader kon niet helpen bij de dijken, omdat mijn moeder moest bevallen" fl alles staat onder water. De dokter, die ook bij ons was, moest toen plotseling weg om eventueel hulp te kunnen verlenen. De volgende morgen nog geen baby. En het leek iedereen het beste, dat mijn moeder maar naar het zieken huis in Middelburg zou gaan. Maar dat was makkelijker gezegd dan ge daan, want door die ramp was er geen taxi of ziekenauto meer beschikbaar. Ze hebben toen op straat de eerste de beste auto aangehouden en die heeft mijn moeder, mijn vader en zuster Brasser toen naar het ziekenhuis ge bracht. Eenmaal in het ziekenhuis van Middelburg diende zich het volgende probleem aan: er waren geen dokters, want die waren allemaal bij de hulp verlening betrokken. Uiteindelijk is toen dokter Merkelijn opgehaald uit het rampgebied. En het was te zien ook, dat hij daar vandaan kwam. Want volgens mijn vader en moeder had hij de modder nog aan zijn schoe nen en kleren. Alles verliep verder voorspoedig en zo ben ik zondagmid dag 1 februari om twee uur geboren." Die zondagmorgen op 1 februari zag Jan Flikweert in Nieuwerkerk (Schouwen-Duiveland) het water ko men aanrollen. Hij bedacht zich geen moment en vluchtte met zijn hoog zwangere vrouw en hun twee kinde ren naar de hogergelegen boerderij „Dijkzicht" van zijn buurman Van Klinken. Jannie: „Het was maar goed ook, dat mijn ouders daar naartoe waren ge gaan, want al gauw stond het water ruim 2 meter hoog. 's Middags moest iedereen noodgedwongen naar de zol der. En terwijl ze daar angstig zaten te wachten op de dingen die komen zouden, stortte bij het tweede giertij springtij) het huis van mijn ouders in." Maar de familie Flikweert bleef niet het enige vluchtelingengezin op de zolder van boerderij „Dijkzicht". „Ergens in de omgeving," vertelt Jannie verder, „was de familie Ren tier met acht personen naar zolder ge vlucht. Zondagmiddag tegen vier uur scheur den echter alle muren van hun huis en werd de zolder met acht vluchte lingen als een vlot door het water meegevoerd. Richting boerderij „Dijkzicht". Op dertig meter van deze boerderij versplinterde het wilde water het zolder-vlot van de Rentiers en alleen vader Rentier en zijn zoon Cornelis-Jan bereikten met veel moeite de veilige zolder. Alle andere opvarenden verdronken." Er kwamen nog meer gezinnen op vlotten aangedreven en op een gege ven moment hadden zich op de zolder van „Dijkzicht" in totaal 24 mensen verzameld. „Die maandag," vervolgt Jannie, „om twaalf uur 's middags ben ik geboren. De vrouw van boer Van Klinken as sisteerde bij de bevalling. Een dag la ter, dinsdag, merkte een piloot ons op. En spoedig daarna werden we met redaingsvletten van zolder ge haald. Ik was inmiddels in een strijk- deken gewikkeld." Een dag na de ramp, op 2 februari, is John Mol geboren. John: „Mijn ouders hadden in Hein- kenszand niet écht last van de waters noodramp. Wel waaide het hard en liepen erneel wat weilanden onder. Allerlei mensen waren dan ook druk in de weer om met houten bootjes de koeien van het land te halen. Omdat ons huis vrij hoog lag, kon ik gewoon thuis worden geboren. Dat gebeurde 's morgens op 2 februari, drie weken eerder dan de bedoeling was. Volgens mijn moeder kwam dat doordat ae radio de hele dag door nieuws over de watersnoodramp bracht. Die radioberichten hadden haar zo angstig gemaakt, dat mijn ge boorte zien toen vanzelf eerder aan kondigde." Axel viel buiten het rampgebied. En zo kwam het, dat de familie Sikkema die zondagmorgen 1 februari nog niets van ae watersnoodramp wist. Marti: „Toen mijn vader voor het raam stond, zag hij toevallig de buur man met z'n zoon in overal naar bui ten komen. En dat was iets heel bij zonders, want de buren gingen ge woonlijk elke zondagmorgen al vroeg naar de Gereformeerde Kerk. Toen mijn vader ging vragen wat ze in die overals van plan waren, hoorde hij voor het eerst van de ramp. De buurman en zijn zoon gingen helpen op de dijken. Mijn vader niet, want mijn geboorte begon zich aan te kon digen. In de loop van de dag kreeg mijn moeder steeds krachtiger weeën en de huisarts kwam. De bevalling liet ech ter langer op zich wachten aan ieder een dacht. Dat kwam door die ge spannen toestand rond de ramp. Toen de dokter merkte, dat mijn moeder steeds zenuwachtiger werd van al die radioberichten, heeft hij zó de knop omgedraaid. Op een gegeven moment is hij weggeroepen om op de dijk van Terneuzen de aan land gebrachte wa tersnoodslachtoffers te gaan helpen. En later op de avond is hij met veel

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1983 | | pagina 4