667 gezinsgids Marjan en Marieke zijn van ver moeidheid op de bank in slaap ge vallen. Maar opa en oma en vader en moeder denken niet aan slapen. Hoor! De torenklok luidt De vloedplanken zijn uitgezet en het water blijft maar stijgen. Vader moet naar buiten. De anderen blijven binnen. De ongerustheid drijft hem naar buiten, naar het hoge water. De dijkwacht staat er heel bezorgd bij. „Er moet een wonder gebeuren, de ze keer, anders gaan we een ramp beleven", zegt een oude schipper. En hij vervolgt: „Storm én springvloed, het kan niet slechter!" Steeds meer mensen komen naar de haven. Machteloos staan ze daar. Want welk mens kan de wind en het water ke ren? Onheilspellend klinken de zware galmen over het nachtelijk dorp. Af en toe regent het hard. Maar de mensen bij de haven schij nen het niet te bemerken. Angst is er in hun hart. Angst voor het water dat alsmaar stijgt. Uren van grote spanning gaan voor bij. Het water heeft nu zijn hoogte punt bereikt. Maar de storm jaagt voort! En dan gebeurt het. De men sen bij het kleine haventje zien het als een onbegrijpelijk wonder: het water zakt en het zakt snél! Hoe kan dat toch? Waar blijft het water? Enigszins gerust begeven de man nen zich naar huis. Dan valt de elektriciteit uit. Er heerst nu een vre selijke duisternis. Geen hand voor de ogen kan men zien. Kaarsen en stallantaarns worden opgezocht. Eerst tegen de morgen proberen de meesten wat te gaan slapen. Het is zondag 1 februari 1953. Al vroeg in de morgen worden de mensen van het dorpje gewekt. Boeren uit de omtrek trekken druip nat het dorp binnen. Alle omliggen de plaatsen staan onder water. De grote zeedijk heeft het begeven en er moeten heel veel mensen ver dronken zijn. Doordat op andere plaatsen de dijken braken, liep het water uit hun haventje weg. Die zondag kan er geen kerk zijn. Het hele dorp is in rep en roer. De vluchtelingen moeten worden opge vangen, het vee worden verzorgd. Het is net of het geen zondag is. Opa en oma kunnen voorlopig niet naar hun eigen woonplaats terug. Enige weken moeten zij bij Marjan en Marieke blijven. En op de derde zondag van februari wordt de kleine Hanneke gedoopt. C.v.R.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1983 | | pagina 16