1
Veranderingen
in het
deltagebied
De handen uit de mouwen:
het Deltaplan
Stormvloedkering in de
Hollandse IJssel
Het Veerse Meer
662 gezinsgids
De Deltawerken
Historie
Nederland is van oudsher de delta
van de rivieren Rijn en Maas. De
ze rivieren hebben het materiaal
aangedragen, waaruit de bodem
van het Zuidwestelijk deel van ons
land is opgebouwd. Beide rivieren
konden hun water onbelemmerd in
de zee kwijt. Dat had evenwel ook
tot gevolg dat de zee de mondin
gen van deze rivieren kon binnen
dringen.
Vanuit de zee bezien zijn deze ri
viermondingen geulen, die ver
landinwaarts doordringen. Zo was
er ver landinwaarts altijd een
dreiging, dat de zee het eenmaal
op haar veroverde land zou terug
nemen. Om dat te voorkomen
werd het land aan deze zeearmen
gelegen beveiligd door dijken.
Maar vele malen bleek deze be
scherming onvoldoende.
Zo ook op 1 februari 1953 toen het
zeewater door springtij en
stormvloed opgezweept werd. De
dijken waren er niet tegen be
stand en braken op vele plaatsen.
Het is nu 30 jaar geleden, maar bij
velen zal deze ramp nog verschrik
kelijke herinneringen oproepen. Het
dodental steeg tot 1850 en de verlie
zen die geleden werden aan vee, aan
gebouwen en landbouwgronden la
ten zich moeilijk becijferen.
Het was na dit verschrikkelijk ge
beuren duidelijk dat zoiets niet meer
mocht plaatsvinden.
Stormvloedkering in de Hollandse IJssel.
Reeds spoedig ging een speciale
Commissie bestuderen welke maatre
gelen nodig waren. Deze Commissie
kwam met een plan, het zgn. Delta
plan: de afsluiting van de zeearmen:
het Veerse Gat, het Haringvliet, het
Brouwershavense Gat en de Ooster-
schelde.
Men wilde het ook in de zoëven ge
noemde volgorde uitvoeren, omdat
men op deze wijze van klein naar groot
zou kunnen werken en zo al doende
kon leren.
De afsluiting van deze zeegaten bete
kende dat de kustlijn met 700 km. zou
worden bekort.
Voor de veiligheid, die Nederland op
deze manier zou verkrijgen zou een
prijs van 10 miljard gulden neergeteld
moeten worden.
Het eerste werk dat in het kader van de
Deltawerken werd uitgevoerd was de
stormvloedkering in de Hollandse IJs
sel. Deze werd in 1958 bij Krimpen ge
bouwd.
De IJsseldijken zijn op betrekkelijk
slappe ondergrond gelegen. Ook al
zouden ze verhoogd worden, - wat
een vrij kostbare aangelegenheid zou
zijn - dan zouden ze toch niet de ge
vraagde bescherming bieden.
Door de stormvloedkering is de Rand
stad Holland nu goed beveiligd. Te
vens kan door deze stormvloedkering
de verzilting van de Hollandse IJssel
tegengegaan worden. Vooral bij ge
ringe wateraanvoer van de rivieren is
het gevaar van verzilting groot. Het
zoute water van de zeearmen krijgt
dan immers de kans om landinwaarts
op te dringen.
Twee stalen schuiven boven deze ri
vier kunnen nu worden neergelaten
zodra een krachtige storm het zeewa
ter nog eens opzweept.
Daardoor wordt het laagste deel van
Nederland - zo'n zes meter onder de
zeespiegel - met ongeveer twee mil
joen inwoners beschermd tegen het
opdringende water.
En in een droge periode is de water
voorziening van het Westland ten be
hoeve van land en tuinbouw door de
stormvloedkering gewaarborgd.
In 1960 werd de Zandkreek en in 1961
werd het Veerse Gat afgesloten. Hier
door werd het Veerse Meer gevormd.
Men noemt het een brak meer, omdat
het water daarin 10 a 12 gram zout