Door angst opgejaagd somt vader de voordelen op van het eigen product van de boeren, ook van de restanten 3e soort graan, peulvruchten die hij vermalen kan tot voer van hun weinige varkens en rundvee. Opa noch vader hebben de ontwikke lingen tegen kunnen houden. Een kindervoorstelling is vervlogen: hij is geen echte molenaar! Rondom de molen zijn almeer gebouwen opge trokken. De ruimten voor opslag van kunstmest en fourage. Maar ondanks dit blijft het lange dagen hard werken om met veel moeite zijn vrouw het wekelijkse huishoudgeld te geven. Wat kost een opgroeiend gezin niet? Nee, hij balanceert op de financiële resul taten van een wankel eigen bedrijf. Die zorg wordt zo nu en dan gelukkig overtroffen door de zekerheid dat God het wel zal maken. Maar o, dat geloof is zo wankel Ze zijn op weg naar Kees Landman, één van de beste boeren uit deze omgeving. Landman staat erop dat uiterlijk eind januari alle benodigde kunstmest afgeleverd wordt. Zo is dat al jaren! Als andere boeren nog tobben over de afronding van hun bouwplan en de daaruit voortvloeiende bestellingen, heeft Landman zijn bouwplan gereed en zijn bestellingen de deur uit. De zaaizaadleverancier, de pootgoed- verkoper, de kunstmesthandelaar, ze ontvangen van hem jaar na jaar de eerste bestelling. Zijn werktuigen blijven in het najaar nergens rondslingeren op zijn boerde rij. Moeten ze niet meer gebruikt worden dan worden ze bij de eerste de beste gelegenheid schoongemaakt en opgeschilderd. Wat stuk is gaat meteen weg voor reparatie naar de smid of eigen werkplaats. Op tijd staat alles weer in Landmans wagenschuur en werktuigenloods. Een prettige boer om als klant te hebben. Een man ook die meteen bij ontvangst afrekent in baar geld. Dezelfde precisie als bij al zijn andere doen en laten 'Heb ik nu de nota wel bij me?', schrikt Frans Mulder uit zijn gepeins op. Eén hand laat zich los van het grote stuur wiel van zijn achttonner. Hij voelt in één van zijn zakken. Stel je voor: bij Kees Landman zonder nota aan komen! De man is in staat je met je hele vracht terug te sturen In zijn spiegel ziet hij zijn knecht, Jan de Ronde, hem met de tweede acht tonner volgen. Beide wagens zijn zwaar geladen. Van de motoren wordt veel gevraagd met deze barre wind op kop. Rondom de cabine is het een lawaai van jewelste: woep zwiep wap Binnen is het koud, daar dringt de koude wind naar binnen door reten en kieren van zijn oude vehikels. Nee, het wagenpark van Frans Mulder is niet modern te noemen. Hij is destijds blij geweest deze oude legertrucks voor weinig geld over te kunnen nemen. 'Het is meer dan niets', is de redenering na de bevrijding geweest, maar nu, nu is hij toch echt aan vernieuwing toe! Maar waar haalt hij het geld vandaan? Ze draaien eindelijk de lange dreef op. Achter de voor hem liggende boerderij ziet hij de toren van Maalstede omhoog stijgen boven alles uit. Voor hem symbool van een regelrechte relatie tussen Hemel en aarde, tussen God en mensen. In die afhankelijkheid heeft hij in de achterliggende jaren het bedrijf over genomen en geprobeerd het wat uit te breiden. Maar o, wat overheerst bij hem vaak wereldse bezorgdheid! Hij heeft steeds maar gezwoegd om in alle eerlijkheid het brood op de plank te krijgen. Reden voor Landman en vele andere boeren juist hem als leverancier aan te trekken en te houden Nu hoor je alleen het lawaai van de voortjagende wind. De auto's zijn gestopt en de motoren zwijgen. Frans Mulder en Jan de Ronde springen hun autocabines uit. De laatste blijft bij zijn wagen terwijl zijn baas de op hen afkomende boer tegemoet loopt en hem een hand geeft. Van hun groet is maar weinig te horen. Alles wordt in flarden geslagen door de stormwind. Ze trekken zich even terug in de luwte van de oude boerenschuur. 'Het zal niet meevallen om de grote mendeuren open te doen', roept Mulder tegen de boer, 'het zal toch moeten. Hoe krijgen we anders die grote hoeveelheid zakken binnen. Zakken van honderd en vijftig kilo gram 'De deuren gaan niet open', antwoordt de boer. Hij houdt de handen als een trechter voor de mond om zich ver staanbaar te maken. 'Ik ga die deuren niet losmaken, geen denken aan. Eenmaal open krijgen we ze niet meer dicht, de wind krijgt dan vrij spel daarbinnen'. 'Dan wordt het moeilijk', constateert Mulder. Ze stappen door het klinket in één van de grote mendeuren naar binnen om op de deel verder te over leggen. Ook nu blijkt Landman vooruit gedacht te hebben! Een aantal van zijn paardeknechten en landarbeiders hebben een brede glijbak van de graanzolder gehaald. Die ligt hier al klaar om gebruikt te worden. 'We moeten dit keer de zakken maar via het klinket over de glijbak naar binnen schuiven. De lange houten glijbaan is glad, maar de kunstmest- zakken zullen wel stroef verder schuiven. We nemen het maar zoals het komt. Binnen kunnen twee de zakken opvangen en op de pui van de tas plaatsen. In de tas zet ik een paar man die de zakken daar kunnen opstapelen. Extra werk, maar wat wil je met zulk weer Frans Mulder spreekt zijn klant niet tegen. Je behoeft maar om je heen te kijken om te zien hoe oud deze bedrijfsgebouwen zijn. Hij moet Landman gelijk geven, onder deze omstandigheden kun je de royale mendeuren niet open krijgen of zetten. Hij stapt naar buiten en rijdt zijn vrachtwagen tot vlak naast het open klinket. Ijverige handen zijn al bezig de zeilen los te maken als hij uit de cabine stapt. Dat gaat dit keer niet alleen of met twee man Al het personeel dat hier bijeen is wordt gemobiliseerd om de handen uit de mouwen te steken. Het dekzeil moet aan alle kanten vastgehouden worden terwijl Jan de Ronde de touwen losmaakt. Met veel moeite krijgen ze het gevaarte op de grond, maar ook daar probeert de wind er nog vat op te krijgen 19

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1983 | | pagina 8