Velen kwamen om in die duist're nacht. Nog meerderen echter werden gered. Een foto van een
willekeurig gezin dat gespaard bleef, landbouwer Den Hartog uit 's-Gravendeel, gered uit de oude
boerderij Bonaventura. De geredden dobberen met hun vee op een enorme watervlakte. Op de
achtergrond de boerderij.
ingestort, omdat de muren het begaven
niet het onze. Ons gezin werd
kennelijk onder Gods wonderlijke
bescherming genomen. God had voor
ons nog wat te doen Terwijl vele
andere mensen verdronken werden wij
door Zijn machtig arm beschermd en
onze zielen van de dood gered. In
middels waren pogingen aangewend
om ons te redden. Een broer van mijn
vrouw wilde ons redden, maar 't ging
niet. De bootjes werden teruggeslagen.
De hele zondag en de hele nacht daarop
hebben wij op de zolder gezeten. In de
kou, zonder licht, en dat men vijf
kinderen, waarvan de kleinste maar
verwonderd lag te kijken in zijn bedje.
We hebben toen Gods Woord gelezen en
om genade gesmeekt. Genade - recht
hadden we niet.
's Maandagsmorgens vroeg kwam een
bootje - eerst werden de grote gezinnen
met kleine kinderen gered - en dat voer
tot onder het zolderraam. Twee jonge
boeren kwamen ons redden. Vanuit de
boot werd een ladder gezet en eerst
ging mijn vrouw door het raam in de
boot. Daarna ons kleinste kind, in een
deken gewikkeld. En toen gebeurde het:
terwijl één van de boeren op de ladder
stond, kantelde deze. Wij dachten niet
anders dan dat ons kind in 't water zou
vallen, maar door Gods voorzienigheid
gooide die man het kind zo in de schoot
van m'n vrouw. Daarna werden de
andere kinderen gered, toen vader en
tenslotte was ik zelf aan de beurt. Door
Gods goede handen waren we gered!
Naar Goes
We voeren de weg op en werden langs
ingestorte huizen naar de dijk gebracht.
Aan de overkant van ons huis hoorden
we een oude man benauwd gillen.
Nadat wij eerst in veiligheid waren
gebracht, werd die oude man ook gered.
We hoorden later, dat hij met zijn
dochter een dag en nacht op de bed
steeplank had gezeten, met de voeten in
het water.
We werden naar de dijk gebracht. We
zagen vreselijke dingen onderweg: hier
dreef een kadaver, daar een kippenhok,
daar bossen stro Op de dijk gekomen
werden we op wagens geladen die door
een tractor getrokken werd, bestem
ming 's-Heer Arendskerke. Vandaar
werden we per auto naar Goes ge
bracht. In 'De Prins van Oranje' en nog
een gebouw werden de overlevenden
bijeengebracht. We zagen daar
mannen, vrouwen, kinderen,
schreiende gezichten, soms de wan-
hoopsblik in de ogen. De meesten waren
in nachtkleding. We zagen vrouwen
zonder de vertrouwde zeeuwse kappen.
Sommigen riepen 'We zijn gered!'
Anderen zaten stil voor zich uit te
staren
We werden bij mijn zuster in Goes
ondergebracht en daar bleven we zes
weken. In die tussentijd zijn we in
Wolfaartsdijk gaan kijken, 't Bleek dat
de kruin van de dijk was afgeslagen, er
was geen geul, zodat zelfs bij eb het
water bleef staan in de polder. Wél
konden we kleren halen, die omdat ze
boven hingen, niet onder het slik zaten.
Het huis - hoewel het oud was - is
wonderlijk gespaard. Alleen de deur en
de ramen waren kapot. De koeien van
vader waren alle verdronken, 't Paard
niet. Dat werd gered, nadat het wel vier
dagen in de stal in 't water had gestaan'.
'U zult dit zelf ongetwijfeld als een sprake
Gods hebben ervaren. Hoe reageerde het
merendeel van de bevolking op dit
oordeel?'
'Wat de bevolking betreft: de eerste tijd
was er indruk, die spoedig vervaagde.
Kijk maar naar tegenwoordig: door het
Deltaplan kun je in Wolfaartsdijk,
vroeger een rustig dorp, haast niet meer
8