Selectie foto's en onderschriften: J. Roodbeen Bedijking Veel verloren Vanaf de vroegste tijden is het deltagebied vele malen door stormvloeden geteisterd. Met een droge opsomming van alle stormvloeden willen wij u niet vermoeien. Toch bren gen wij er enkele in her innering. De overstroming van begin oktober 1134 heeft in een bepaald opzicht de stoot gegeven tot systematische bedijkingsaktiviteiten, er kwamen 'echte' dijken in- plaats van hier en daar kaden en kleine dijkjes. Deze dijkenbouw kwam vooral op gang onder de sterke invloed van de Cister- ciënser monniken van de Abdij Ter Doest. De ramp van 5 november 1530 was vooral voor Zeeland een der ergste rampen door het aantal vernielde dorpen en de grote oppervlakte grond, dat daarbij verloren is gegaan. Van de hand van Jan Janse Reygerbergh verscheen in 1551 het boek 'Dye chronijke van Zeelandt'. Hij zegt: 'dat er op Zuid-Beveland meer dorpen verdronken dan bij welke vroegere stormvloed ook'. De stad Reimerswaal kwam op een eiland te liggen en bleef nog enige tijd be houden. Dit eertijds belang rijke handelscentrum raakte echter deerlijk in verval, werd in 1631 ontruimd en ver dween in 1634 definitief in de golven van de Oosterschelde. Ook het dorp Couwerve is nimmer boven water ge komen en Noord-Beveland was voor bijna 70 jaar niet bewoonbaar. Eerst na aan slibbing slaagde men er in het opnieuw te bedijken. Het heeft nog voortdurend te lijden van dijkvallen. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 stuwde de noordwesterstorm de Noord zee hoog op, terwijl het tevens springvloed was. Het verraste vooral zuidwest-Nederland in zijn slaap. Ook in Kruiningen Zuid-Beveland) deed het water zijn verwoestend werk. Als speelgoed is een binnen vaartschip in tweeën gebroken. M et man en macht probeerde men al kort na de ramp dijken te dichten: in weer en wind zijn deze mannen bezig aan de Tilse dijk bij Stad aan 't Haringvliet. - -„-sC - 33

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1983 | | pagina 15