IN DEZE VERSCHRIKKELIJKE NACHT (Vervolg) hoeveelheid kunstmest bij m'n broer Kees in je woonplaats afgegeven'. De boer spreekt gehaast, alsof hij de ander geen kans wil geven er tussen te komen. Toch probeert die ander dat. 'Hoe kan u dat In gedachten maakt Geert Landman de vraag af 'zo snel natrekken 'Geen vragen Mulder. Je opgave klopt, je hebt me er een bange week mee bezorgd maar dat is niet belangrijk, alhoewel Ik worstelde en worstel nog met je eerlijkheid. Gestreden en gebeden heb ik voor jouw behoud. Kijk, hier worden de aantallen vermeld, Frans Mulder'. Hij legt de nota op de tafel. De ander trekt spierwit in het gelaat. Zelfs zijn oren worden wit. 'Wat jij niet kon weten, Mulder, dat is het feit dat broer Kees nog bij onze zieke broer in het ziekenhuis is geweest op die zaterdag. Toch in de stad aan wezig, heeft hij alle papieren die met zijn administratie vandoen hadden in de brievenbus van onze boekhouder gedeponeerd. Daar vond ik deze rekening. Nee, schrik weer niet. Ik heb ze daar vragenderwijs een zwijgplicht weten op te leggen. Niet alleen daar, Mulder. Ook bij de dependance van het Rampenfonds. Daar haalde ik een getrouwe overname van jouw inge diende schadeclaim. Ik heb ze daar gesmeekt je aanvraag voorlopig te seponeren, en er niet mee naar de politie te stappen. Ik heb ze beloofd- zonodig - dat jij ze een gecorrigeerde opgave zult verstrekken. Je moet die persoonlijk afgeven aan de man van wie ik de naam hier bijvoeg. Maar ik weet nu dat het nodig is. Mulder. In het geval van m'n broer Kees probeer jij driemaal de prijs te innen: bij Kees, de familie, het Rampenfonds Vóór Mulder ligt de herschreven lijst van verloren goederen. In de kamer is er een bijna te snijden stilte, die alleen wordt onderbroken door het tikken van de pendule op de schoorsteen. 'Wat ik van jou wil weten Mulder, dat is het antwoord op de vraag of op deze lijst voor het Rampenfonds óók de hoeveelheid vermeld is die je bij mijn broer bracht. Mogelijk ook de hoeveelheden die je in de weken vóór 31 januari bij anderen hebt afgeleverd'. 'U weet het toch al', probeert Mulder een moment flink te doen. 'Frans Mulder, de getuigen zijn ver dronken, ook je knecht De Ronde. Meer dan een aardse getuige is er voor de Rechterstoel in de Hemel. Stel je niet zo flink aan. Is mijn gedachte juist of niet?' 'Ja, Landman 'Je hebt ook al andere families van verdronken klanten aangesproken?' 'Nee, dat wil ik vandaag doen'. 'Wat zeg je, Mulder, wil of wilde je dat vandaag doen? Dankt God dat je het nog maar bij één familie gedaan hebt. Door Gods genade bij ons, die door diezelfde genade de kracht krijgen jou niet voor de wereldlijke rechterstoel te slepen. Mulder, komt tot jezelf, ook al gaat je hele handel naar de knoppen. Wat is er méér voor God en mensen, een goede naam of een goedlopend bedrijf? Een naam - wel te verstaan - die geschreven is in het Boek des Levens omdat de drager ervan zich voor God wil verootmoedigen, en in verslagenheid wil opstaan uit de zonde en in verslagenheid om erbarmen smeekt!' 'Landman Het is een angstkreet die door de pronkkamer giert, en de boer prijst zich gelukkig dat de meid juist in het washok bezig is. Mogelijk dat zijn vrouw deze roep hoorde, maar die weet ervan Hij staat op, boer Landman. Hij loopt naar de andere kant van de tafel, zijn hand drukt zwaar op de schouder van de handelaar. 'Geen 'Landman', Mulder! God roep Hem aan om redding. Ik wil graag aannemen dat je in een vlaag van paniek tot dit dwaze, oneerlijke handelen bent gekomen. Maar óók dat je nu inziet hoe dwaas je wel bezig bent Hij schudt de ander hevig door elkaar, zodat Frans Mulder het hoofd wel moet opheffen om hem in de ogen te kijken. 'Ik ben geen hartekenner. Mulder. Ik ken jouw diepste motieven niet. God is het die onze harten en nieren beproeft, ons zitten en staan kent. Ik wil je van harte alles vergeven om die hinder al voor je weg te nemen, maar ga terug tot God. Vier mensen buiten jezelf hebben hier weet van: mijn vrouw en ik. Bloem van het boekhoudbureau kan het vermoeden dat er zó iets is, de man van de dependance van het Rampen fonds Bekeer je. Mulder. Dat is geen goed kope zaak, want de laatste schamperde al over 'een mooi christendom'. Je hebt Christus' kerk bij die ene man al heel erg in opspraak gebracht Nu is het dertig jaar later. Geert Landman en zijn vrouw zijn ontslapen. De man van de dependance van het Rampenfonds is uit Zeeland ver trokken, hij herinnert zich het gebeuren wellicht niet eens meer. Wel heeft hij, toen Mulder hem de nieuwe lijst voor een schadeclaim bracht diep in de ogen gekeken. Daarna is hij verder gegaan met zijn werk Dan is Bloem er nog. Bloem is gepensioneerd en blijft zijn ambts geheim bewaren. Het is Mulder zelf die me aanspreekt. Nu is hij een man die de leeftijd van de sterken en zeer sterken bijna aan het overschrijden is. 'Hij is dement', zeggen sommigen. Anderen: 'Hij is aan het raar worden'. Zijn gedachten verblijven veel bij het gebeuren van dertig jaar geleden. Hij denkt eraan in opperste verbazing over de verkregen genade tot ommekeer in zijn leven Ondanks die blijdschap zijn er de momenten waarin dat 29

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1983 | | pagina 13