Overpeinzingen vanuit een pastorie 35 gers, Maria Magdalena, Thomas - maar ook teksten vaak: 'Als brandhout uit het vuur gerukt' (schitterend vers!) - voorts gedichten bij Kerst, Goede Vrijdag, Pa sen, Hemelvaart, Pinksteren en Weder komst. Nooit rijmelarij - maar poëzie. Nooit flauw van inhoud, maar geladen met het Geweldige, het Wonderlijke. de kennis van de God der goden.van Jezus Christus bovenal. 'Maar dit klein volk wierp toch met goed en bloed een dam van liefde op als onderkomen tegen uw jammerlijke watervloed' Want Den Braber is ook gevoelsmens. Bewogen. Vatbaar en kwetsbaar. Als blijk daarvan dit acht-regelig gedicht over een 'Tragedienne': Ik vond haar ineengedoken op de grond van de serre zitten. Naast haar lag een gebroken halssnoer met gitten. 'Ik zal een doosje halen', zei ik, maar ze viel op de vloer. 'Ik ben losgesprongen kralen', schreide ze, 'en ik word nooit meer snoer'. Tenslotte dan het beloofde gedicht over de Zondvloed 'Visserslatijn', zoals haast ook deze bundel zelf (van 41 ge dichten) geheten had: Het waren duizenden vissen, die de zondvloed hebben doorstaan. Wat het water ook uit mocht wissen, de vissen zijn niet vergaan. En toch heeft Christus later zijn volgelingen gezegd: 'Werpt uw netten uit over het water en zijn de vissen aan wal gelegd.' Hij heeft met de Zijnen gegeten een maaltijd met brood en vis. Hij heeft toen al geweten wat de vis voor een teken is. Hijzelfwas de Vis (gevangen in één maas van het net, geboet naar Gods eigen verlangen), door God zelf op het spel gezet. En de Vis lag op het droge en stierf tot op de graat. En dat wij Hem eten mogen ontdekken we vroeg of laat. Hij noemt nu de mensen vissen en vissers tegelijk. En de Vis, die de wateren missen, is de Heer van het Koninkrijk. (vervolg van pag. 22) schrijven zijn, maar hierbij wil ik het la ten. Mevr. v. Z. Hartelijk dank voor uw reactie, het deed me erg goed allemaal. Vervol gens nog een brief uit het hoge noorden van ons land. U ook hartelijk dank me vrouw. U vraagt me of ik voortaan twee pagina's zou willen schrijven, i.p.v. één. Nou mevrouw daar zie ik echt geen kans voor hoor. Deze gedrukte pagina is, vier a vijf geschreven vellen van een schrijf- bloc, dat zou u zo op 'teerste gezicht niet denken, maar 't is heus waar. Nog meer schrijven, dat kan ik in geen geval op brengen. U zou graag wat meer voor de vrouw in 'de Schakel' zien. Misschien komt dat nog wel eens, mevrouw. Ja, uzit wel ver weg, maar ik neem aan dat u toch wel op een plaats woont, waar u ter kerk kunt gaan, of althans vlak bij een plaats waar u dat kunt. Ook daar zijn toch nog wel mensen waar u zich mee verstaan kan, en waarmee u bevriend kunt zijn? Sterkte in alles, mevrouw. Zo lezers ik ben voor deze week ook weer aan het eind gekomen, m'n blad raakt vol. Ik hoop alle brieven, die ik ont vangen heb, te zijner tijd te kunnen be antwoorden. Nieuwe brieven zie ik ook nog met vreugde tegemoet. Ontvangt allen een hartelijke groet van uit de pastorie in Zevendam.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1978 | | pagina 20