I
lêWÉB
HKM* %fli
'm 1
lal
20
Ontredderd, maar gered!
zwakste te zijn. Daarmee
zakt het water enkele tiental
len centimeters terwijl de gol
ven Kruiningen overspoelen.
Dorp en omgeving gaan in de
golven ten onder, ook in het
huis van Janna en Kees
Schalje komt rouw.
De directe spanning door de
gedachte dat Goes zal on
derlopen is geweken, maar
rouw, spanning om familiele
den, dichtbij en verweg...
het blijft en wordt omgezet in
droefheid als twijfel en onwe
tendheid zekerheid worden.
Maar toch ook in dankbaar
heid dat ze juist uit Krabben-
dijke wegwaren en in Goes
wonen. Nu kunnen ze immers
de familie uit Woifaartsdijk
opvangen en onderdak ver
lenen? 'Een Godswonder,'
zegt Janna. Zó ervaart ze het
als ze daar haar schoonmoe
der voor haar bezig ziet. Die
d'r handen zijn rap, en het is
goed want de gal speelt weer
danig op!
Het doet hen goed als ze ho
ren hoe de Koningin en de
Prins Oostdijk, Kruiningen en
vele andere plaatsen bezoe
ken. Zó is ons Vorstenhuis
door de eeuwen heen bij het
volk geweest. Zelfs de oude
prinses Wilhelmina trekt er in
deze bange dagen weer op
uit. Als ze op de Stavenisse
13 - twee en zeventig jaren
oud - aan dek staat en regen
en wind op zich laat afkomen
op een schommelend
scheepje, herkent één van de
vluchtende vrouwen op de
juist de haven uitvarende
oude Amsterdamse rond
vaartboot haar. 'Daer is
d'ouwe Koninginne.
Janna en Kees, en anderen
horen hoe er toen een schok
door de andere passagiers is
gegaan en hoe een vrouw als
in een luide snik het uitriep:
'Koninginne, bedankt maar 't
is toch zo erreg.Hóe kan
die vrouw het weten! Stave
nisse: 1700 inwoners, ruim
200 doden. En noordelijker
Nieuwerkerk: 130 doden;
Oude Tonge: 250 doden;
Nieuwe Tonge: ongeveer 85
doden. In de buurt van Dintel-
oord en Willemstad een klei
ne 100 doden. In de Hoekse
Waard en Dordrecht en om
geving over de 200 do
den.
"t Is toch zo erreg
Terwijl in heel het zuidwesten
van ons land zakkendragers
dag en nacht als lange, zich
traag voortbewegende rup
sen, over de nietige en geha
vende dijken voortslepen,
verzorgt Janna haar kleine.
De tijdelijke huisgenoten hel
pen mee en ieder verwerkt
het zo erge op eigen wijs. Ze
kunnen het in de beschutten
de warmte van een overeind
gebleven huis terwijl anderen
water en wind, hagel en re
gen trotseren om miljoenen
zakken zand of grond dof te
laten neerplonsen in de uit-
geschuurde gaten. De mens
werkt, en gat na gat in de ge
havende dijken wordt ge
dicht, de kroniek uit die da
gen is interessant. Ze lezen
in een Goese krant dat 2
maart de Sloedam weer voor
het verkeer is opengesteld.
Op 1 april worden in St.-
Maartensdijk de 'Smerdiek-
se tollen' officiéél opgehe
ven, het grote geschiedt: 7
november 1953 wordt in de
nacht van vrijdag op zaterdag
- in aanwezigheid van Konin
gin en minister-president en
anderen - het laatste gat van
Schouwen: een zeewoestijn
Ouwerkerk gesloten.
Het leven is na 1 februari voor
velen doorgegaan.
1835 dodenVelen begra
ven. velen nimmer gevon
den! Vijf weken na de ramp
verschijnt de Provinciale
Zeeuwsche Courant weer.
21 maart mag de bevolking
van Krabbendijke op eigen ri
sico terugkeren en is die van
Woifaartsdijk reeds terug en
modder aan het ruimen. Hel
pers en helpsters uit heel Ne
derland en België stromen
aan om hulp te bieden. Bui
tenlandse en binnenlandse
hulpakties komen op gang. 7
mei arriveren de eerste koe
beesten op Noord-Beveland,
geschonken door adoptiege
meenten in Noord-Holland. 9
mei wordt het Kruiningse gat
in de zeedijk geblokkeerd
met caissons. 10 juni viert
burgemeester J. Romeyn z'n
zilveren ambtsjubileum in zijn
grotendeels verdronken ge
meente. 21 juni viert in Aar
denburg het Schuttersgilde
tó/z/A- AJ 'r t «Mf" /9"'
8
- -
ió' yM
fed/fe!
i
Verloren oogst
jPfap