Wesdorp.
Zoals we op de foto zien reikt hij met zijn
hand tot aan de dakgoot.
Op déze foto zien we links een huis en
gedeeltelijk rechts. In het links gelegen
huis woonde ouderling Slager, nu pre
dikant te Rijssen. Op de plaats van de
hokken stond eens het huisje van Leen
Potappel. In de verte zien we vaag de
zeedijk die in zijn geheel werd wegge
schoven!
Het kerkgebouw van de Oud Ger. Ge
meente te Stavenisse, zoals het nu is.
ook Potappel had haar menigmaal ge
waarschuwd. Na haar huwelijk werd
het er niet beter op! Zij leefde, on
danks de vele vermaningen, haar eigen
leventje. Maar toen kwam de Heere.
Hij overtuigde haar van haar zonden
en toen... toen moest zij naar haar
vader in Stavenisse. Daar zat juist Pot
appel
Met loshangende haren en schreeu
wend riep zij uit: „O vader, o vader".
De vader zei: „O kind, ik heb je toch
zó vermaandHaar moeder tracht
te haar wat tot bedaren te krijgen,
maar het was alsmaar: „O, o, die zon
den en die schuld, o! o!."
Van radeloosheid liep zij de trap op
naar de zolder. „Kees", zei moeder
tegen haar man, „Ga er eens achter
aan, ik hoor ze niet meer en het is zo
stil ineens."
Moeder was benauwd dat ze een einde
aan haar leven had gemaakt.
Vervolg op pagina 527
Een wonderlijke nacht in
St. Maartensdijk
Eens was Leen Potappel op een gezel
schap van enige kinderen des Heeren
te St. Maartensdijk.
Het ene uur na het andere verstreek,
maar niemand dacht aan weggaan. Het
werd middernacht en het gesprek
ging door. Men was één van hart en
één van mening. Men sprak tot ver
heerlijking van God. Toen heeft de
Heere die nacht getuigenis gegeven op
een bijzondere manier. Dat is Potappel
nooit meer vergeten. In die nacht
kwam de Heilige Geest in hun midden,
temidden van hun psalmgezang. Het
hele gezelschap zweeg half in het vers,
allen luisterden naar een hemels ge
zang van engelen dat vernomen werd
Terwijl de plaats waar zij zaten bewo-
gen werd. De Heere gaf op een hoor
bare en zichtbare manier getuigenis
van hun liefde en eenheid in de Heere.
In die tijd was er nog een nachtwaker.
Toen hij door die straat liep, hoorde
hij dat wonderlijk gezang. De volgende
morgen kwam hij dadelijk op zijn baas
toelopen (die baas was op het gezel
schap aanwezig geweest) en vroeg:
„Baas, wat hebben jullie vannacht toch
gezongen? Zó iets heb ik nog nooit
gehoord en het leek of alles in bewe
ging was."
Zó gaf de Heere getuigenis van Zijn
werk.
Dit voorval heeft Potappel meermalen
verteld tot eer van God.
Kermis te St. Maartensdijk
Op een keer kwam hij te St. Maartens
dijk. Daar was het juist kermis. Terwijl
hij over de straat liep kwam hij een
groepje jongelui tegen op weg naar de
kermis. Hij waarschuwde hen daar
niet heen te gaan. Even later ontmoet
te hij een tweede groep. Ook die ver
maande hij. Maar toen hij kort daarop
een derde groep tegen kwam, ver
maande hij niet meer. Misschien heeft
hij gedacht: „Het helpt toch niet!"
Maar wat gebeurde er? Het derde
groepje was hem nauwelijks gepas
seerd of de Heere strafte Potappel da
delijk met doofheid. Die doofheid is
hem lang bijgebleven. Maar op een
keer toonde de Heere hem de oor
zaak van zijn doofheid. O, wat schaam
de Potappel zich en wat beleed hij zijn
ontrouw voor de Heere. Toen nam de
Heere zijn schuld weg en... gaf hem
zijn gehoor weer terug!
Door de Heere bekeerd
Potappel was eens getuige van een be
kering. In St. Annaland woonde een
vrouw die volop de wereld diende.
Toch kon zij beter weten! In Stave
nisse woonde haar bekeerde vader en
Hier zien we dhr. Wesdorp uit Stavenisse.
,,Hier stond ik met Leen Potappel te
praten een half uur voor hij verdronk".
521