■■BH 6 Twaalfduizend Nederlandse militairen werden zondagsochtends opge roepen en brachten voor velen redding (foto's rechts). berichten het alarmsignaal verspreidden. Het wa ren berichten over Westbrabantse dorpen, Dor drecht en Botterdam. Geen letter over Stavenisse op Tholen, dat in de nacht van het water hon derdzestig van zijn inwoners aan de golven moest prijsgeven, geen woord over Oude Tonge, dat met driehonderd slachtoffers een tiende van zijn be volking verloor. Niets wist men op die onzalige zondagochtend ook van het droevige lot van Capelle op Schouwen, dat door twee op elkaar botsende vloedgolven geheel werd verwoest. En terwijl Ne derland langzaam ontwaakte, gealarmeerd maar nog niet geschokt, steeg het water. Dijken, die het geweld aanvankelijk hadden gekeerd, braken, moe gebeukt, alsnog open. De binnendijken bezweken en de zee hernam het land dat mensenhanden in eeuwen tijds aan het water hadden ontworsteld. Op het dak van een huis werd een kind geboren; het zou niet blijven leven. Op Tholen verdronk een moeder met twaalf kinderen. De vader moest het aanzien. In Spijkenisse zwom een jongen met zijn meisje op de rug. Verkleumd en verkrampt verdwenen zij in de diepte. De natte dood deed overal de vingers verstijven, die het leven bond aan een dakgoot, een schoorsteen, een dobberend vlot. Na uren van strijd waarin zij, die het vege lijf hadden kunnen redden, naar hoger gelegen plaat sen vluchtten, of samendromden op de wankele en glibberige dijkresten, kwam eindelijk de massale reddingsactie op gang. Twaalfduizend militairen stroomden naar het rampgebied. Urker vissers, wier schepen in de haven van Breskens lagen, reisden via België naar hun kotters en voeren uit om mensen te redden. De vissersvloten van Katwijk, IJmuiden en Scheveningen volgden. Vijfduizend in Duitsland gelegerde Amerikaanse soldaten snelden toe, samen met Engelse militairen. Frankrijk zond tweeduizend pontonniers, die vooral in Tholen heldhaftig vochten voor 't leven van de mensen. Helikopters uit Engeland, Frankrijk, België en Ne derland en vliegtuigen scheerden over de trooste loze waterzee, speurend naar leven, rubberboten, kleding en voedsel uitwerpend. De moedige een lingen met hun kleine bootjes, die ieder ogenblik lek konden stoten op hekpalen en andere onder water-obstakels, waren uit de lucht gezien stipjes op de kolkende watermassa. Breda kreeg de eerste grote stroom van vluchte lingen te verwerken, daarna werden de vijfenzestig duizend geëvacueerden verspreid over particulieren in heel het land en over kazernes en hallen in Botterdam, Boosendaal, Utrecht en Den Bosch. De inzameling van geld, dekens, kleren en voedsel kwam op gang. Het gironummer 9575 van het Nationaal Bampenfonds werd eindeloos door de radio herhaald. Maar terwijl de nationale eens gezindheid in de hulpacties tot over de grenzen groeide zelfs Indonesië stuurde balen en kratten vol goederen in het KLM-toestel „Walcheren" 5 Zesendertig helikopters cirkelden boven het verdronken land, speurend naar overlevenden. 7 Het rampgebied had een grote behoefte aan drink water, dat per schip werd aange voerd. 9

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - tijdschriften | 1963 | | pagina 3